Met cytostatica worden levens gered, het doel heiligt de middelen. Er kunnen echter nogal wat bijwerkingen optreden.
Zo zal ongeveer 86% van de mensen die chemotherapie ondergaan ten minste 1 bijwerking ervaren (periode van 5 maanden).
Dus wat zijn de bijwerkingen van cytostatica?
KORT ANTWOORD
Bijwerkingen zijn onder andere haaruitval, bloedarmoede, infecties, bloedingen, misselijkheid of braken en ontstoken slijmvliezen. Met 85% is vermoeidheid de meest voorkomende bijwerking en met 74% volgen de bijwerkingen diarree en constipatie. Oudere mensen hebben minder vaak bijwerkingen.
Dit artikel vertelt je de verschillende bijwerkingen die op kunnen treden en hoe ze precies ontstaan.

1. Haaruitval
Omdat cytostatica ook de celdeling van haarcellen remt, krijg je haaruitval. Naar schatting ongeveer 65% van de patiënten.
2. Bloedarmoede
Omdat cytostatica de celdeling van bloedvormende cellen remt, zorgt dit voor een tekort aan rode bloedcellen, oftewel bloedarmoede.
Dit leidt bijvoorbeeld tot vermoeidheid. In dat geval wordt het zogeheten Aranesp® gegeven zodat het lichaam meer rode bloedcellen aanmaakt.
3. Infecties
Niet alleen de rode bloedcellen worden geremd, ook de witte bloedcellen. Witte bloedcellen zijn nodig om het lichaam te verdedigen tegen ziekteverwekkers.
Bij een tekort aan witte bloedcellen is er een grotere kans op infecties met virussen, bacteriën en schimmels.
In dat geval worden er koloniestimulerende factoren gegeven zoals pegfilgrastim (pelgraz en neulasta) of lipegfilgrastim (lonquex) zodat het lichaam meer witte bloedcellen aanmaakt.
4. Bloedingen
Als laatste kan de remming van bloedvormende cellen voor een tekort aan bloedplaatjes zorgen. Hierdoor kunnen er meer bloedingen ontstaan waardoor je blauwe plekken kan krijgen of bloedend tandvlees.
5 Ontstoken slijmvliezen
De cytostatica remmen ook cellen die snel delen in het maagdarmkanaal. Dit kan in de mond zorgen voor mucositis (ontsteking van de slijmvliezen in de mond) en in de darmen voor diarree.
6. Misselijkheid of braken
Tot slot worden de cytostatica door het lichaam herkend als een giftige stof, waardoor het lichaam de cytostatica wil wegwerken en er misselijkheid of braken optreedt. Dat komt omdat chemotherapie het braakcentrum in de hersenen kan prikkelen.
Hoe je misselijkheid door cytostatica kunt verminderen
Er zijn verschillende receptoren betrokken bij het optreden van misselijkheid. Voor bijna elke receptor is er een anti-emeticum om de misselijkheid te verminderen.
- Dopaminereceptoren. De D2 oftewel dopamine 2-receptor kan worden geactiveerd door dopamine. Voorbeelden van dopamine-antagonisten zijn domperidon of metoclopramide
- Serotoninereceptoren. De 5HT3 oftewel serotoninereceptor kan worden geactiveerd door serotonine. Voorbeelden van serotonine-antagonisten zijn ondansetron of granisetron.
- Histaminereceptoren. De H1 oftewel histamine 1-receptor kan worden geactiveerd door histamine. We kennen veel verschillende soorten antihistaminica, een voorbeeld van een antihistaminicum bij misselijkheid is cyclizine.
Soms zie je dat meerdere middelen uit verschillende groepen gecombineerd worden om een groter effect te bereiken.
Middelen uit dezelfde groep worden niet gecombineerd. Je zal dus nooit domperidon en metoclopramide samen zien.
Take home message
Cytostatica zijn levensreddende geneesmiddelen.
Er kunnen echter wel bijwerkingen optreden zoals haaruitval, bloedarmoede, infecties, bloedingen, ontstoken slijmvliezen en misselijkheid of braken.
Gelukkig kunnen bijwerkingen met verschillende medicijnen worden tegengegaan.
Over Diederik
Bronnen
Pearce, A., Haas, M., Viney, R., Pearson, S. A., Haywood, P., Brown, C., & Ward, R. (2017). Incidence and severity of self-reported chemotherapy side effects in routine care: A prospective cohort study. PloS one, 12(10), e0184360.
Mercadante, S., & Fulfaro, F. (2007). Management of painful bone metastases. Current opinion in oncology, 19(4), 308-314.