Onze darmflora bestaat uit 2 kilo micro-organismen. Onze darmen herbergen namelijk 38 triljoen microben. Dit is 2 tot 10 keer meer dan al onze lichaamscellen. 

Het menselijk lichaam bevat dus veel meer bacteriële cellen dan menselijke cellen. Bacteriën leven op de huid, oren, in de neus maar vooral in de darmen.

Dit artikel vertelt alles wat we tot nu toe weten over onze darmflora in eenvoudig te lezen taal. De informatie is afkomstig van wetenschappelijke artikelen. Zie de bronnen onderaan het artikel.

BREAK IT DOWN

Darmflora

Je darmflora bestaat uit niet-pathogene bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. In totaal weegt het maar liefst twee kilo. 

Functies darmflora

Je darmflora beïnvloedt het metabolisme, immuunsysteem, bloedsuikerregulatie, darmslijmvlies, darmbarrière, geneesmiddelmetabolisme, gewichtsbeheersing, hartgezondheid en de aanmaak van vitamines en korte keten vetzuren. 

Dysbiose

Wanneer je darmflora uit balans raakt ontstaat dysbiose. Dysbiose kan veroorzaakt worden door te weinig voedingsvezels, drastische dieetaanpassingen, alcohol, overgewicht, roken, bacteriële overgroei, overgroei van gist, onnodig antibioticagebruik, te veel suikers, stress, slechte nachtrust en het gebruik van NSAID’s.

Onderzoek

Een darmflora onderzoek meet goede bacteriën, parasieten, pathogene bacteriële overgroei, overgroei van gist, immuun markers, eiwitten, vet, calprotectine, en alvleesklier elastase.

Verbeteren

Je kan de gezondheid van je darmflora bevorderen met probiotica, prebiotica, lichaamsbeweging, thee, goede nachtrust, plantaardig dieet, vasten, vuil worden en door een huisdier te nemen. Verminder stress, suiker, zoetstoffen, schoonmaakmiddelen en onnodig antibioticagebruik. Stop bovendien met roken. 

Wat is je darmflora?

Voordat we dieper de theorie induiken verduidelijken we eerst de termen die je tegenkomt als het over de darmflora gaat.

Darmflora is de verzamelnaam van niet-pathogene bacteriën, virussen, parasieten en schimmels. Kortom, je darmflora bestaat uit alle verschillende micro-organismen die in je darmen leven. Een ander woord voor darmflora is darmmicrobiota of darmmicrobioom.

Lactobacillus en bifidobacterium zijn de twee bekendste darmbacteriefamilies. Deze darmbacteriën weten zich vast te hechten aan het darmslijmvlies waardoor ze onderdeel van onze darmflora zijn geworden. 

Onze wederzijds voordelige relatie met de darmflora wordt ook wel symbiose genoemd. Symbiose is de nauwe biologische interactie tussen twee verschillende levende organismen. Wanneer de darmflora ontwricht raakt is er sprake van dysbiose. 

De darmflora is uniek

Elk microbioom is net zoals vingerafdrukken voor elk individu zowel kwantitatief als kwalitatief uniek. 

In een gezond individu leven gemiddeld 160 soorten darmbacteriën, maar slechts 80 van deze bacteriesoorten komen onderling overeen.  

Uit onderzoek blijkt dat we 15 tot 20 gemeenschappelijke soorten darmbacteriën bezitten die de belangrijkste lichaamsfuncties ondersteunen. Welke darmbacterie het meest aanwezig is, kan zelfs per bevolkingsgroep verschillen. 

De drie hoofdgroepen darmmicroben zijn:

  1. Bacteroides
  2. Prevotella
  3. Clostridiales

Wat doet de darmflora voor je?

Zonder een gezonde darmflora zal je lichaam niet optimaal functioneren omdat het betrokken is bij meerdere lichaamsprocessen.

Je darmflora vervult de volgende functies: 

  1. voedingsstof metabolisme van de gastheer (de bacteriën)
  2. bloedsuikerregulatie
  3. behoud van de structurele integriteit van de darmslijmvliesbarrière
  4. metabolisme van geneesmiddelen en lichaamsvreemde stoffen
  5. bescherming tegen ziekteverwekkers 
  6. gewichtsbeheersing
  7. hartgezondheid
  8. immunomodulatie 
  9. aanmaak van vitamines en korteketenvetzuren 

Ontwikkeling van de darmflora

De grootste ontwikkelingen van je darmflora vinden plaats tijdens de zwangerschap, de bevalling, het eerste contact met de omgeving en de eerste levensjaren. De kolonisatie van de eerste bacteriën vindt geleidelijk plaats.

Het begint bij de vaginale flora

pasgeboren babyBaby’s worden steriel geboren, wat inhoudt dat ze nog geen darmbacteriën hebben. Tijdens de geboorte vindt het eerste contact plaats met de darmflora, waarbij de baby na een natuurlijke bevalling voor het eerst met de vaginale flora in contact komt. 

Deze eerste blootstelling wordt daarom ook wel de ‘’bacteriële doop’’ genoemd. In het vaginale microbioom is Lactobacillus het meest dominant aanwezig. 

Echter, bij een keizersnede zal het eerst contact met de micro-organismen van de omgeving zijn. Hierbij komen de baby’s in contact met Staphylococcus, Corynebacterium en Propionibacterium waardoor de kans op zuivelallergieën toeneemt.

Een keizersnede beïnvloedt de ontwikkeling van het darmmicrobioom en verhoogt de kans op immuungerelateerde aandoeningen.

De invloed van de directe omgeving

Daarnaast krijgen ze van omringende mensen en vanuit de omgeving de bacteriën langzaamaan binnen. Rond het derde levensjaar is het het darmmicrobioom volledig ontwikkeld.

Ook bevat moedermelk gunstige prebiotische oligosacchariden die de groei van Bifidobacterium en Lactobacillus zullen stimuleren.

Het dieet van de moeder, melkvoeding en antibioticagebruik hebben allemaal een impact op de darmflora.

De darmflora van baby’s wordt normaal gesproken gedomineerd door bifidobacteriën. Dit verandert zodra de baby’s vast voedsel beginnen te eten. Het gebrek aan microbiële diversiteit zal dankzij melk worden gecompenseerd. 

Belang van darmflora tijdens de zwangerschap

Je darmflora kan zelfs het beloop van de zwangerschap en de ontwikkeling van je baby beïnvloeden.  

Tijdens de zwangerschap zal de darmfunctie en de samenstelling van de darmflora veranderen. 

Een gezond maternaal darmmicrobioom draagt bij aan een voorspoedige bevalling en positieve lange termijn gezondheid voor zowel kind en moeder. 

Miskraam. Sommige terugkerende zwangerschapsverliezen kunnen mogelijk verklaard worden aan de hand van ontwrichte darmflora. De ontstaanswijze is als volgt: 

  1. ontwrichte darmflora
  2. aantasting darmwandintegriteit 
  3. een lekkende darm 
  4. schadelijke toxines, bacteriën en immuun cellen passeren de darmwand en komen in de bloedbaan terecht
  5. Dit lokt een immuunreactie van het baarmoederslijmvlies uit
  6. Deze immuunreactie reactie kan aan het ontstaan van een miskraam bijdragen. 

Met deze manieren kan je het darmmicrobioom van je baby stimuleren:

  1. Eet veel vezels tijdens de zwangerschap tot en met de borstvoeding
  2. Maak de kans op een keizersnede zo klein mogelijk
  3. Stel het eerste bad uit
  4. probiotica en prebiotica
  5. Vermijd onnodig antibioticagebruik 
  6. Neem een hond 

Je voeding voor en tijdens de zwangerschap zal de ontwikkeling van de darmflora van je kind beïnvloeden. 

Een glutenvrij dieet voor en tijdens de zwangerschap verhoogt bij de zuigeling de volgende gezonde microben:

  1. Akkermansia
  2. Proteobacteria
  3. TM7 bacteriën 

Impact van darmflora  op het  immuunsysteem 

70 procent van al je immuuncellen bevinden zich in je darmslijmvlies. Dit verklaart waarom je darmflora een grote invloed heeft op je immuunsysteem. 

Zo blijkt uit studies dat veranderingen van de darmflora het immuunsysteem kan ontregelen wat vervolgens auto-immuunziekten kan veroorzaken.

Onze darmen bevatten namelijk gastro-intestinale immuuncellen die lichaamsvreemde en schadelijke stoffen aan kunnen vallen. Maar er is meer. 

Immuunfuncties 

Naast deze belangrijke immuuncellen vervuld onze darmflora de volgende belangrijke immuunfuncties:

  1. Ontwikkeling immuunsysteem: gunstige darmbacteriën stimuleren de ontwikkeling van T-cellen die schadelijke lichaamscellen van gezonde cellen kunnen onderscheiden. 
  2. Immuunreactie: darmflora zorgt voor fijnafstemming van immuunreacties. Gezonde darmmicroben geven signalen af waardoor er een effectievere immuunreactie plaatsvindt. 
  3. Ziektepreventie: je darmflora neutraliseert de toxines en schadelijke stoffen die je via het eten binnenkrijgt. 
  4. Tolerantie: door de innige samenwerking worden de gunstige darmmicroben beter getolereerd. 
  5. Korteketenvetzuren: deze vetzuren activeren regulatoire T-cellen die abnormale immuunresponsen kunnen onderdrukken. Daarnaast wordt de darmbarrière verstevigd en de IgA productie verhoogd. Bovendien kunnen korteketenvetzuren hersenen ontstekingen verminderen.
  6. Zelftolerantie: een gezonde samenwerking tussen onze darmmicrobiota en immuunsysteem bevordert zelftolerantie. Zelftolerantie betekent dat ons immuunsysteem onze lichaamseigen cellen niet gaat aanvallen waardoor auto-immuunziektes voorkomen kunnen worden. 
  7. Dynamische barrière: onze darmwand is als het ware een dynamische barrière. Het isoleert ons lichaam van schadelijke darmmicroben, terwijl het gelijktijdig gezonde interacties mogelijk maakt.

Ons immuunsysteem en darmflora evolueren samen. De darmflora beïnvloedt de ontwikkeling van ons immuunsysteem, terwijl ons immuunsysteem de samenstelling van het microbioom vormt.

Deze wederzijdse regulatie vindt het gehele leven plaats en is cruciaal voor onze darmflora en immuunsysteem.

Wat is dysbiose en hoe wordt het veroorzaakt?

Ons darmmicrobioom wordt gedomineerd door twee groepen bacteriën, namelijk Bacteroidetes en Firmicutes. 

Hoewel de verhouding tussen deze twee groepen relatief stabiel is, kan een simpele dieetaanpassing de bevolking in onze darmflora direct veranderen. 

Zodra dit evenwicht verstoord wordt is er sprake van dysbiose wat het risico op meerdere gezondheidsaandoeningen verhoogt.

Aan de andere kant zal juist een evenwichtige microbiële samenstelling de sleutel zijn voor een goede gezondheid en preventie van ziektes. 

Je darmflora kan uit balans raken door: 

  1. te weinig voedingsvezels 
  2. drastische dieetaanpassingen
  3. bacteriële overgroei
  4. overgroei van gist 
  5. NSAID’s
  6. overgewicht
  7. milieuverontreiniging
  8. onnodig antibioticagebruik
  9. teveel suikers: schadelijke darmbacteriën houden van suikers
  10. teveel stress
  11. slechte nachtrust
  12. roken
  13. alcohol
  14. schadelijke chemicaliën: ongewassen fruit kan pesticiden bevatten

Veelvoorkomende symptomen van dysbiose zijn: 

  1. Maagdarmklachten: de opname en verwerking van voedingsstoffen zal belemmerd worden. 
  2. Onverwachte gewichtsverandering: vanwege verstoorde opname van voedingsstoffen, verstoorde bloedsuikerregulatie, het sneller opslaan van vet of door het sneller vol zitten na een maaltijd. 
  3. Voedselintoleranties: de afbraak van sommige voedingsmiddelen kan door dysbiose belemmert worden. 
  4. Huidirritaties: dysbiose kan acne en eczeem veroorzaken. 
  5. Stemmingswisselingen: goede darmbacteriën ondersteunen de aanmaak van stemmingsbevorderende chemicaliën zoals dopamine en serotonine. 
  6. Vermoeidheid en slaapproblemen: het slaap hormoon serotonine wordt in de darmen aangemaakt.

We zullen nu iets dieper ingaan op de meest voorkomende oorzaken van dysbiose: roken, stress, overgewicht en alcohol.

Dysbiose door roken

vrouw die rooktHet intestinale microbioom is erg gevoelig voor interne en externe prikkels zoals chemicaliën. Recentelijk hebben onderzoekers ook microbioomveranderingen in rokers aangetoond.

Roken tast de diversiteit van het intestinale microbioom aan. Dat gebeurt als volgt:

  1. oxidatieve stress
  2. veranderingen in het zuur-base-evenwicht 
  3. veranderingen van de intestinale tight junctions en de intestinale mucinesamenstelling 
  4. nicotine beinvloed de darm motiliteit, de beweegbaarheid van de darm

Roken kan het beloop van inflammatoire darmziekten en het prikkelbare darmsyndroom beïnvloeden. Ook worden maagzweren en brandend maagzuur vaker bij rokers gezien. 

Weetje

Wist je dat een rokende moeder mogelijk ook de darmflora van een kind kan aantasten.

Zodra je stopt met roken zal de bacteriële diversiteit weer toenemen. Aanvankelijk kan het stoppen met roken spijsverteringsproblemen veroorzaken omdat ook je darmen aan nicotine gewend zijn geraakt. 

Dysbiose door stress

Stress heeft een negatieve invloed op je darmflora: 

  1. verhoogt de gevoeligheid van je darmen 
  2. verhoogt de darmpermeabiliteit (darmdoorlaatbaarheid) 
  3. beïnvloedt de snelheid van je spijsvertering

De volgende manieren zorgen voor ontspanning en zullen je darmflora ten goede komen: 

  1. warme baden
  2. massages
  3. meditatie
  4. mindfulness

Dysbiose door overgewicht

Onze darmflora is niet alleen intrinsiek verbonden met onze algehele gezondheid maar ook met onze gewichtsbeheersing.

Een gezonde darmflora bevordert een gezonde lichaamsvorm en biedt zelfs bescherming tegen overgewicht. Zo hebben wetenschappers een verband tussen obesitas en darmflora  aangetoond. 

In mensen met overgewicht en obesitasgerelateerde stofwisselingsstoornissen worden vaak darmmicrobioomveranderingen waargenomen. De functie en samenstelling wijken af. 

De volgende mechanismen verklaren hoe je darmflora kan bijdragen aan overgewicht: 

Bloedsuikerregulatie. Uit studies bleek dat zwaarlijvige mensen met een lage diversiteit aan darmbacteriën een verhoogd risico hadden op een slechtere bloedsuikerregulatie, dyslipidemie, en laaggradige ontstekingen. 

Minder voldaan gevoel. Je darmflora beïnvloedt niet alleen de vertering van voedingsmiddelen, je darmbacteriën produceren ook chemicaliën die je een vol gevoel zullen geven.

Energiebalans. Onze darmflora beïnvloedt beide kanten van de energiebalansvergelijking. De darmflora beïnvloedt het energiegebruik en energieopslag via de gastheergenen en het beïnvloedt het energieverbruik vanuit de voeding zelf. Deze twee mechanismen kunnen dus door overgewicht worden beïnvloed. Zo zou je obesitas kunnen voorkomen door je darmflora te manipuleren.

Darmbacteriën en afvallen. Twee darmbacteriën zijn in verband gebracht met gewichtsverlies namelijk Christensenella minuta en Akkermansia muciniphila. Deze darmbacteriën worden bij slanke mensen vaak aangetroffen en kunnen gewichtstoename voorkomen. Christensenella komt in bepaalde families vaker voor en heeft dus een genetische component.

Probiotica en afvallen. Bepaalde bacteriestammen van de Lactobacillus-familie kunnen gewichtsverlies stimuleren. In een 6 weken durend onderzoek kregen deelnemers yoghurt met met Lactobacillus amylovorus en Lactobacillus fermentum. Na afloop was het lichaamsvet van de deelnemers met 3-4% verminderd. 

Dysbiose door alcohol

Wetenschappers hebben aangetoond dat wijn en andere alcoholische dranken salmonella en norovirus kunnen doden voordat ze je darmen bereiken. Echter, alcohol kan ook je gezonde darmflora aantasten.  

Lekkende darm. Overmatig alcoholgebruik veroorzaakt dysbiose, bacteriële overgroei, ontstekingen en het tast ook de zuurproductie aan. Als gevolg zal de darmdoorlaatbaarheid voor endotoxinen (gifstoffen) toenemen. Zodra meer gifstoffen de darmwand kunnen passeren zullen de plasma-endotoxinen niveaus hoger worden. Je kan de schadelijke effecten van alcohol op de darmflora met probiotica verminderen.

Wijn en sterk bier. Als je regelmatig alcohol blijft drinken zijn wijn en sterk bier de meest verstandige keuzes. Uit onderzoek blijkt namelijk dat rode wijndrinkers een meer diverse darmflora hebben. Darmbacteriën gedijen op de polyfenolen in wijn. Beperk de alcoholinname, als je elke twee weken één wijntje drinkt kan de darmflora diversiteit al toenemen. Hetzelfde geldt voor sterk bier. Volgens een professor van de Universiteit van Amsterdam kunnen sterke bieren in beperkte mate je de gezondheid van je darmflora bevorderen.

Weetje

Wist je dat je darmflora alcohol kan metaboliseren? Dit verklaart gedeeltelijk waarom sommige mensen alcohol net iets beter kunnen verdragen dan anderen.

De komst van probiotica 

Probiotica en prebiotica worden nog wel eens door elkaar gehaald. Probiotica zijn de levende gunstige darmbacteriën en prebiotica vormt de voeding van de probiotica.

Wat zijn probiotica

Probiotica zijn levende bacteriën en gisten die overeenkomsten hebben met de gunstige darmbacteriën in je lichaam. Artsen raden probiotica vaak aan bij spijsverteringsproblemen.

De twee probiotica hoofdstammen zijn Lactobacillus acidophilus en Bifidobacterium lactis en vormen de basis van de meeste probioticasupplementen. Lactobacillus en Bifidobacterium produceren allebei de twee zuren Acetaat en Lactaat. 

Lactobacillus in de spotlight

Het meest gebruikte en bekendste probioticum is lactobacillus en zit in gefermenteerde voedingsmiddelen waaronder yoghurt. Lactobacillen worden vaak aangeduid als de melkzuurbacteriën

Zoals de naam al prijsgeeft produceert lactobacillus ‘’lactaat’’, oftewel melkzuur. Lactobacillus haalt zijn energie uit het fermentatieproces van glucose en lactose.

Lactobacillen produceren het volgende: 

  1. Lactaat (melkzuur) en acetaat: Ph-regulatie 
  2. Antimicrobiële stoffen: waardoor opportunistische bacteriën geweerd worden
  3. Korteketenvetzuren: versterkt het darmslijmvlies

Er bestaan vele soorten Lactobacillus met onder elke soort weer specifieke bacteriestammen. Elke lactobacillus soort heeft zijn eigen unieke voordeel.

Zo kan L. plantarum inflammatoire darmziekten en het prikkelbaar darm syndroom effectief behandelen en voorkomen, terwijl andere soorten juist acute diarree kunnen behandelen en Helico pylori en Clostridium difficile infecties kunnen voorkomen. 

Deze prebiotica kunnen Lactobacillus-niveaus verhogen:

  1. Soja
  2. Gerst
  3. Appel 
  4. Walnoten
  5. Artisjok
  6. Boekweit 
  7. Tarwezemelen 
  8. Cichoreiwortel 
  9. Konjac meel 
  10. Cactus Bes

Over Bifidobacterium is weinig bekend

Bifidobacteriën kunnen ontstekingen verminderen, de darmflora moduleren, en bescherming bieden tegen inflammatoire darmziektes zoals de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, darminfecties, darmkanker en zelfs depressie.

Hoewel de meeste bifidogene effecten goed in kaart zijn gebracht, wordt het onderliggende mechanisme momenteel nog niet volledig begrepen.

Werkt probiotica wel?

De volgende positieve effecten van  probiotica op de darmflora zijn gevonden:

  1. Activatie fermentatieproces: hiermee worden anti bacteriële eiwitten, oligosacchariden, immuuncellen, antimicrobiële eiwitten en vetten geactiveerd wat vervolgens antimicrobiële, bioactieve, antioxiderende, en antihypertensieve effecten teweeg brengt.    
  2. Probiotica kan overmatige winderigheid effectief verminderen, met name bij mensen met het prikkelbaar darm syndroom. Alpha-galactosidase bevordert namelijk de vertering van koolhydraten en lactose waarmee winderigheid wordt tegengaan.
  3. Zowel Lactobacillus acidophilus en Bifidobacterium lactis kunnen een opgeblazen gevoel effectief verminderen.
  4. Activatie belangrijke gezondheidsprocessen.
  5. Stimuleert de groei van de gunstige darmbacteriën en herstelt daarmee de balans tussen goede en slechte bacteriën. 
  6. Ondersteunt de zenuwgeleiding van de darmen: het voedsel zal zich hierdoor beter door de darmen bewegen. 
  7. Vertering van onverteerbare koolhydraten tot gunstige korteketenvetzuren zoals butyraat.
  8. Afbraak fytonutriënten zoals de polyfenolen. 

De gevonden positieve effecten van probiotica kunnen de volgende darmklachten verlichten: 

  1. prikkelbare darm syndroom
  2. inflammatoire darmaandoeningen  
  3. infectieuze diarree: bacteriën, virussen, of parasieten
  4. diarree door antibiotica

Probiotica beperkt zich niet tot de darmflora, het vermindert ook de volgende klachten:

  1. allergieën en verkoudheid
  2. huidaandoeningen zoals eczeem
  3. vaginale gezondheid
  4. mondgezondheid

Gefermenteerde voedingsmiddelen bevatten van nature grote hoeveelheden probiotica. Natuurlijke bronnen van probiotica zijn: 

  1. gefermenteerde groenten
  2. kefir
  3. miso
  4. kimchi
  5. kombucha
  6. zuurkool
  7. tempeh

Bijwerkingen van probiotica 

Hoewel probiotica geen laxeermiddelen zijn, is het mogelijk dat je juist door de probiotica meer gaat poepen. 

Dit geldt met name voor de mensen die verstoppingsklachten hebben als gevolg van het prikkelbare darm syndroom (PDS).

Voor de meeste mensen zijn probiotica veilig. Echter, je kan het beter vermijden als je ernstige gezondheidsproblemen of immuunaandoeningen hebt.

Wat is prebiotica 

Prebiotica is de voedselbron van probiotische bacteriën. Prebiotische vezels maken de probiotica bestand tegen temperatuur-, en ph-veranderingen.

Deze voedingsmiddelen zijn rijk aan prebiotische voedingsvezels: 

  1. bananen
  2. knoflook
  3. cichorei
  4. asperges
  5. uien
  6. volkoren granen
  7. aardperen

Bijwerkingen prebiotica

Echter, prebiotica kan door het fermentatieproces soms een opgeblazen gevoel of winderigheid veroorzaken. Gelukkig zullen deze symptomen in de meeste gevallen binnen een paar dagen verdwijnen.

Hoewel prebiotica aanvankelijk winderigheid kan veroorzaken, is de prebiotica na een paar dagen in staat om de darmflora aan te passen waardoor er juist minder gasvorming plaatsvindt. 

Na het staken van prebiotica zullen deze positieve effecten nog een paar weken aanhouden dankzij de proliferatie van gunstige organismen.

Overig behulpzame voeding

Vezels. Voor een optimale darmflora moet je elke dag 30 g vezels binnenkrijgen. Rode paprika, oranje pompoen en paarse wortelen zijn rijk aan vezels en helpen bij het diversifiëren van  je microbiota. 

Regenboog Voedsel. Regenboog Voedsel is rijk aan fytonutriënten, waaronder polyfenolen die schadelijke vrije radicalen kunnen neutraliseren. Daarnaast bevat regenboog voedsel vezels. 

Hoe werkt een darmfloratest

Zodra je darmflora uit balans is realiseer je pas hoe belangrijk het is. Dit is vaak de reden waarom mensen een darmmicrobioomtest overwegen.

En misschien ben je gewoon nieuwsgierig naar de samenstelling van je triljoenen darmmicroben. 

Omdat parasieten zich goed kunnen verbergen kan je niet elke dag parasitaire infecties aantonen. Dit is de reden waarom je de darmfloratest op drie opeenvolgende dagen afneemt.  

De darmflora test meet de volgende 8 punten: 

  1. Pathogene bacteriële overgroei
  2. Overgroei van gist
  3. Parasieten: aanwezigheid parasieten DNA
  4. Immuun markers: IgA en IgE kunnen bacteriën, schimmels, allergieën en parasieten aantonen.
  5. Calprotectine: een ontstekingsmarker die prikkelbare darm aandoeningen en tumoren kan aantonen.
  6. Goede bacteriën: gunstige darmbacteriën produceren korte keten vetzuren zoals butyraat.  
  7. Eiwitten en vet: brengt de vertering en opname van voedingsstoffen in kaart 
  8. Alvleesklier elastase: meet de alvleesklierfunctie. 

De darmfloratest kan aantonen dat er iets mis is. Dit kan uit de volgende uitslagen blijken: 

  1. te weinig goede bacteriën
  2. te veel slechte bacteriën
  3. te veel ontstekingen. 

De uitslagen van je darmfloratest kan tijdens een behandeling een belangrijke raadgever vormen: 

Uitslag 

behandeling

te weinig goede bacteriën

probiotica en vezels 

te veel slechte bacteriën

antimicrobiële supplementen

te veel ontstekingen

ontstekingsremmende supplementen

 

Een darmfloratest is vooral nuttig bij de volgende klachten: 

  1. diarree
  2. chronisch opgeblazen gevoel
  3. winderigheid
  4. constipatie 
  5. coeliakie 
  6. prikkelbaar darm syndroom
  7. inflammatoire darmziekten: ziekte van Crohn’s en colitis ulcerosa
  8. auto-immuunziektes
  9. huidziekten

Zoals je ziet is een darmfloratest zeer uitgebreid, ga dus zelf geen diagnoses stellen omdat dit risico’s met zich mee brengt. 

Laat je door een arts begeleiden als je je darmflora besluit te testen omdat een arts de testuitslagen kan interpreteren. 

Je darmflora actief versterken

Uit onderzoek blijkt dat onze darmbacteriën zeer gevoelig zijn voor voedsel en dat de darmflora gemeenschappen direct zullen veranderen zodra we ons dieet aanpassen.

Microbiële diversiteit is essentieel voor een gezonde darmflora. Hoe meer bacteriënfamilies hoe gezonder je waarschijnlijk zult zijn.

Met de volgende manieren kan je het evenwicht tussen gunstige en schadelijke bacteriën optimaliseren. 

Probiotica en gefermenteerde voedingsmiddelen. Probiotica ondersteunen een gezond darmmicrobioom en verminderen darmontstekingen. Het fermentatieproces activeert anti bacteriële peptiden, oligosacchariden, immunoglobulinen,  korte aminozuur, antimicrobiële eiwitten en lipiden. Dit heeft antimicrobiële, antihypertensieve, antioxiderende, en bioactieve effecten. 

Prebiotica. Prebiotica bestaat uit onverteerbare koolhydraten die je darmbacteriën in korteketenvetzuren kunnen omzetten die voordelig zijn voor de gezondheid. Prebiotica stimuleert de groei van de gunstige darmbacteriën. 

Beperk antibioticagebruik. In Amerika is 30% van het antibioticagebruik onnodig. Overmatig en onnodig antibioticagebruik kan leiden tot antibioticaresistentie. Bovendien zal antibiotica onze darmflora op lange termijn aantasten. 

Weetje

Een half jaar na antibioticagebruik zul je nog steeds een een aantal gunstige darmbacteriën tekort komen.

Vermijd zoetstoffen en suiker. Omdat de slechte darmbacteriën op suikers gedijen, moet je grote hoeveelheden suikers vermijden. Wanneer je teveel kunstmatige zoetstoffen of suikers consumeert kan er dysbiose ontstaan (verstoorde darmflora). De kunstmatige zoetstof aspartaam verhoogt het aantal schadelijke bacteriestammen waardoor er metabole aandoeningen zoals suikerziekte of hart en vaatziekten kunnen ontstaan. 

Regelmatige lichaamsbeweging. Studies hebben aangetoond dat lichaamsbeweging de microbiële diversiteit kan verhogen. Zo blijkt dat de darmflora van sporters meer darmbacteriesoorten hebben in vergelijking met de niet-sporters. Aërobe oefeningen waaronder wandelen, joggen, zwemmen, fietsen en dansen verhoogd de aanwezigheid van de volgende darmbacteriën: Bifidobacteria, Faecalibacterium prausnitzii en Akkermansia muciniphila. Sport niet te intensief of overmatig, omdat een te hoge intensiteit een stressreactie kan uitlokken waardoor de darmdiversiteit juist afneemt. 

Vuil worden. Hoewel antibacteriële schoonmaakmiddelen van pas kunnen komen is het niet altijd verstandig om elke vijf minuten je handen te desinfecteren. Uit onderzoek blijkt dat het opgroeien in een bacterierijke omgeving je tijdens het ouder worden kan beschermen tegen chronische ziekten. Het opgroeien op een boerderij kan zo zijn voordelen hebben. 

Thee drinken. Elke dag 400 tot 1000 milliliter groene thee bevordert de darmflora op twee manieren. Groene thee verhoogt het aantal goede darmmicroben en verlaagt daarnaast de darmdoorlaatbaarheid, waardoor schadelijke toxines en bacteriën de darmwand niet meer kunnen passeren. Groene thee kan hiermee het evenwicht tussen Firmicutes en Bacteroidetes herstellen en zorgt ervoor dat de darmen een milde zuurgraad behouden, de optimale zuurgraad voor je darmflora. Bovendien bevat groene thee ontstekingsremmende catechines (polyfenolen), die het risico op hart- en leverziekten en kanker kunnen verlagen. 

Een huisdier nemen. Een huisdier nemen werkt niet alleen stressverlagend het bevordert zelfs je darmmicrobioom omdat je aan veel bacteriën wordt blootgesteld. Bovendien neemt het risico op allergieën en obesitas af.  

Verminder stress. Onderzoekers hebben vastgesteld dat korte, stressvolle periodes je darmflora kunnen verstoren. Stressoren die de darmflora kunnen ontwrichten:

  1. slaaptekort
  2. psychologische stress
  3. verstoord circadiaans ritme
  4. omgevingsstress: extreme kou, hitte, lawaai

Stress management:

  1. regelmatige lichaamsbeweging
  2. ademhalingsoefeningen
  3. mindfulness
  4. voldoende slaap
  5. meditatie
  6. progressieve spierontspanning
  7. gezond dieet 

Minder schoonmaakmiddelen. Desinfecterende schoonmaakmiddelen kunnen ook onze darmflora verstoren. Dit bleek uit een studie onder 700 baby’s. De baby’s die in huizen verbleven waar wekelijks schoonmaakmiddelen werden gebruikt hadden 200% meer kans op verhoogde aantallen Lachnospiraceae-darmmicroben. Deze ongezonde darmbacteriën verhogen de kans op diabetes en obesitas. Daarnaast hadden zuigelingen een hogere BMI in vergelijking met de zuigelingen die niet aan ontsmettingsmiddelen waren blootgesteld.

Goede nachtrust. Voldoende slaap heeft een gunstige invloed op de darmflora.  Uit nieuwe studies blijkt dat onze darmbacteriën zelfs een eigen dag en nachtritme hebben (circadiaans ritme). Dit verklaart waarom mensen met een jetlag in verhouding meer ongezonde darmbacteriën hebben. En aan de andere kant kunnen gezonde darmbacteriën juist de slaap bevorderen. 

Plantaardig dieet. Er zijn verschillen aangetroffen tussen het darmmicrobioom van vegetariërs en vleeseters. Vegetariërs consumeren namelijk meer prebiotische vezels die de darmflora effectief kunnen voeden. Onderzoek heeft vastgesteld dat strikt vegetarische diëten het aantal darmontstekingen  kan verlagen.

Vasten. Het klinkt misschien gek, maar het tijdelijk uithongeren van je darmflora stimuleert juist de groei. Wetenschappers hebben vastgesteld dat vasten en intermittent fasting de gezondheid van je darmflora bevordert. 

Vasten veroorzaakt:

  1. Verhoogde microbiële diversiteit 
  2. Toename van het darmslijmvlies 
  3. Langere darmvlokken: de bekleding van je darm die de opname van voedingsstoffen ondersteunt
  4. Toename goblet cellen: slijm producerende cellen 
  5. Versterkt de integriteit van de darmwand 
  6. Verhoogt de tolerantie tegen onschadelijke darmmicroben
  7. Toename levensduur: een diverser darmmicrobioom kan zelfs de levensduur verlengen omdat de cellen door het vasten beter bestand zijn tegen schadelijke xenobiotische stress.

Dus probeer intermittent fasting eens uit!

Stop met roken. Roken is niet alleen schadelijk voor je hart en longen, het beïnvloedt ook je darmflora. Roken kan de balans tussen de gunstige en potentieel schadelijke bacteriën verstoren. De hoeveelheden gunstige darmbacteriën nemen af terwijl de ongezonde darmbacteriën toenemen. Als gevolg kan dysbiose ontstaan wat het risico op inflammatoire darmziekten verhoogt.

Is resetten van de darmflora wetenschappelijk ondersteund?

De 3-daagse darm reset claimt de hoeveelheid gezonde darmbacteriën te verhogen waarmee je je darmflora gezondheid zou kunnen verbeteren.

Darm resets bestaan uit de volgende drie hoofdlijnen: 

  1. voedingsmiddelen die ongezonde darmbacteriën voeden, schrappen
  2. aanmoedigen van gezonde leefstijl gewoonten: voldoende slaap, lichaamsbeweging, en veel water drinken
  3. prebiotische voedingsmiddelen toevoegen, die je gezonde darmbacteriën voeden

Hoewel deze 3-daagse darm reset een gezonde levenswijze aanmoedigt is er tot op heden geen wetenschappelijk bewijs dat je in slechts drie dagen je darmflora kan ‘’resetten’’. Mogelijk duurt dit proces weken tot maanden.

Darmflora reset Intermittent fasting 

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat intermittent fasting wél in staat is om de darmflora op de lange termijn te resetten. 

Intermittent fasting doet namelijk het volgende: 

Darmflora regeneratie. Dit proces wordt versterkt door autofagie (celvernieuwing en cel recycling)

Darmen komen tot rust. Als je lange periodes niet eet (vast) krijgen de darmen alle tijd om het darmepitheel te herstellen waardoor de darmwanden steviger worden. Het risico op een “lekkende darm” neemt zelfs af. 

Doodt pathogene microben. Pathogene darmmicroben gedijen op suikers maar tijdens het vasten is er geen suikerinname waardoor de pathogene microben afsterven. 

Afname ontstekingen. Intermittent fasting stimuleert de productie van BCAA en vitaminen van de darmflora waardoor je meer neurotransmitters aanmaakt en de hoeveelheid ontstekingen in heel het lichaam zullen afnemen.

Bescherming Xenobiotische stress. Intermittent fasting maakt je darmflora bestand tegen celschade (xenobiotische stress).

Circadiaans ritme. Intermittent fasting beïnvloedt het dag en nachtritme (circadiane ritme) van onze darmflora. Deze circadiane reset verlaagt de kans op stofwisselingsziekten.

Verrijking darmbacteriën. Intermittent fasting verhoogt de darm diversiteit. Bacterie Families waaronder prevotellaceae, lactobacillaceae, en de bacteroidaceae soorten zullen toenemen. 

Kortom, intermittent fasting is in staat om je darmflora te resetten wat je gezondheid ten goede zal komen.

Relatie tussen ziektes en darmflora 

Meerdere ziektes en klachten worden in verband gebracht met een disbalans van de darmflora.  

Rosacea 

10% van de bevolking heeft Rosacea. Rosacea is een inflammatoire huidaandoening dat roodheid in het gezicht veroorzaakt. 

Deense wetenschappers zijn een verband tussen darmflora en rosacea op het spoor gekomen.

Zo bleek dat veel deelnemers met rosacea ook maag-darmaandoeningen hadden, zoals bacteriële overgroei in de dunne darm, coeliakie, prikkelbare darm syndroom, en inflammatoire darmziekten. 

Ook werd rosacea vaker waargenomen bij mensen met een lekkende darm. 

Gelukkig heeft probiotica meerdere gunstige effecten op rosacea. Zo blijkt dat probiotica:

  1. Flare-ups en rosacea symptomen kan helpen beheersen;
  2. In combinatie met medicatie de roodheid kan verminderen;
  3. De huidbarrière kan versterken en verbeteren waardoor prikkelende, brandende, en droge huidsensaties afnemen.

Omdat de uitwendige huid ook uit microben bestaan die de gezonde huidbarrière ondersteunen, kan huidverzorging de vervelende rosacea symptomen verminderen. 

Winderigheid en constipatie

Een ongezonde darmflora kan een opgeblazen gevoel, winderigheid, diarree, constipatie, en brandend maagzuur veroorzaken. 

Het meeste darmgas ontstaat tijdens de metabolische activiteiten van je darmflora. Het voedsel dat in de dunne darmen niet wordt opgenomen belandt in de dikke darm, waar je darmbacteriën tijdens het proces van colonfermentatie gas produceren en winderigheid veroorzaken.

Echter, winderigheid en overtollig gas is vaak juist een goed teken. Ook gezonde darmbacteriën en bloeiende darmflora kunnen soms meer gas produceren. 

Het verteren en elimineren van voedsel vereist namelijk complexe fysiologische processen. Gezonde darmbacteriën kunnen het voedsel in je maag en darmen gemakkelijker afbreken.

Winderigheid wordt vaker veroorzaakt door onvoldoende vezels, teveel vezels, of voedselintolerantie. 

Wat de meeste niet weten is dat 80% van al het darmgas door het slijmvlies van de dikke darm geabsorbeerd wordt. 

Vervolgens wordt het uitgeademd. Slechts 20-25% van van het darmgas wordt via de anus geëlimineerd.

Kortom, winderigheid is erg complex. Een klein aantal studies beweren zelfs dat kleine hoeveelheden gassen als neurotransmitters kunnen dienen.

Acne

Het grootste orgaan van je lichaam is je huid. De nauwe samenwerking tussen je huid en je darmmicroben wordt ook wel de ‘huid-darm-as’ genoemd.

Als je een acne-gevoelige huid hebt is je darmflora nog belangrijker. Verstoringen in de darmflora zijn namelijk in direct verband gebracht met de inflammatoire huidaandoeningen acne, eczeem en psoriasis rosacea.

Een lekkende darm kan de overgroei van acne bacteriën, namelijk Curtobacterium acnes bevorderen. Een gezonde darmflora kan acne juist verminderen. 

Immuuncellen darm. Indirect speelt je darmflora een grote rol omdat 70% van je immuuncellen zich in de darmen bevinden. Op deze manier kunnen ontstekingen toenemen waardoor acne kan verergeren. Bovendien blijkt uit onderzoek dat mensen met spijsverteringsproblemen vaker last hebben van acne. 

Darmwand en acne. Dysbiose zal de darmbarrière verzwakken waardoor schadelijke bacteriën en gifstoffen de darmwand kunnen passeren wat de ontwikkeling van acne zal verhogen. Via de bloedbaan komen deze bacteriële producten in de huid. Ze kunnen zelfs je huid microben veranderen. 

Lekkende darm (Leaky gut)

Je darmflora vormt een belangrijke barrière die voorkomt dat schadelijke bacteriën, gifstoffen, bacteriële bijproducten en onverteerde eiwitten je darmwand passeren, je bloedcirculatie betreden en je lichaamsweefsels bereiken.

Zodra je darmflora uit balans raakt zal je darmbarrière verzwakken en kan een lekkende darm ontstaan, hiermee wordt een verhoogde darmdoorlaatbaarheid bedoeld. 

De hechte verbindingen tussen de cellen van onze darmwandbekleding wordt desmosomen genoemd. Door dysbiose kunnen deze verbindingen losser gaan zitten waardoor ongewenste grotere moleculen de darmwand kunnen passeren. 

Bij een lekkende darm kunnen gifstoffen en bacteriën als het ware gemakkelijker uit je darmwand “lekken”. 

Zodra deze ongewenste stoffen in je bloedbaan terechtkomen kunnen ze ontstekingen veroorzaken en een immuunreactie uitlokken. 

Mogelijke symptomen van een lekkende darm zijn: 

  1. een opgeblazen gevoel en winderigheid
  2. buikpijn
  3. huidproblemen waaronder acne 
  4. vermoeidheid
  5. geïrriteerdheid
  6. spijsverteringsproblemen 
  7. gevoeligheid voor voedsel

Medische experts erkennen een lekkende darm overigens nog niet volledig als een echte aandoening.

Een lekkende darm kan met de mannitol- en lactulosetest vastgesteld worden:

  1. Gezond: in een gezonde situatie zal mannitol gemakkelijk geabsorbeerd worden en lactulose juist slecht omdat het een groter molecuul is. 
  2. Lekkende darm: als beide stoffen geabsorbeerd worden is er sprake van een lekkende darm. 
  3. Slechte darmopname: wanneer beide stoffen slecht opgenomen worden kan er juist sprake zijn van een slechte darmopname.

Een lekkende darm syndroom kan je met de volgende manieren verhelpen.

  1. elimineer bewerkte voedingsmiddelen
  2. plantaardige voeding
  3. geen suiker en vermijd geraffineerde koolhydraten
  4. prebiotica en probiotica
  5. consumeer ontstekingsremmende specerijen: kurkuma,  gember, zwarte peper, kaneel, knoflook, kruidnagel, en cayennepeper.
  6. neem antioxidanten
  7. neem gezonde vetten waaronder omega-3 vetzuren
  8. collageenconsumptie
  9. minder stress 
  10. anti-inflammatoire supplementen

Coeliakie

Onderzoekers vragen zich al heel lang af waarom sommige mensen coeliakie ontwikkelen en anderen niet. 

Recentelijk is aangetoond dat de reactie op gluten ook door je darmflora wordt beïnvloed.  Je darmflora en immuunstelsel werken namelijk nauw samen.

Immuunsysteem activatie. Darmbacteriën kunnen overgevoeligheid veroorzaken door het activeren van je immuuncellen. Deze activatie kan het dunne darmslijmvlies aantasten wat coeliakiesymptomen kan veroorzaken. 

Gluten overgevoeligheid verminderen. Andersom kan een gezonde darmflora juist de kans op glutenovergevoeligheid verlagen. Gezonde darmbacteriën verhogen de zelf tolerantie en verminderen daarmee de auto-immuniteit. Er zijn daardoor minder ontstekingen in het lichaam. Onderzoekers hebben deze bevindingen bevestigd. Het darmmicrobioom van coeliakiepatiënten bevat namelijk meer schadelijke bacteriën en minder gunstige bacteriën. 

Steriele muizen. Muizen die zonder darmflora in een steriele omgeving worden grootgebracht, ontwikkelen immuunstoornissen. Hun immuuncellen rijpen niet goed en zijn onderontwikkeld waardoor er sneller auto immuunziekten ontstaan. Muizen zonder darmflora ontwikkelen daarom sneller voedsel allergieën en intoleranties. Kortom, je darmflora speelt een belangrijke rol bij coeliakie. 

Inflammatoire darmaandoeningen 

Onderzoekers hebben aangetoond dat de hoeveelheid anaerobe bacteriën bij sommige colitis ulcerosa patiënten lager is dan normaal.

Als je darmflora minder Lactobacillen en andere gunstige anaerobe bacteriën bevat, zal je belangrijke ontstekingsremmende eigenschappen gaan verliezen waardoor de ontstekingen in je lichaam zullen toenemen.

Probiotica kan de darmhomeostase gelukkig herstellen. De Bifidobacteriën en Lactobacillen in probiotica kunnen de darm ontstekingen verminderen en daarmee  inflammatoire darmziekten verbeteren.

Diabetes 

Wereldwijd staat suikerziekte in de top tien doodsoorzaken. Hoewel deze stofwisselingsziekte moeilijk te beheersen is kan je darmflora mogelijk een handje helpen.

Voorlopig onderzoek naar de Lactobacillus-soort L. casei is veelbelovend, en is in staat om de lichamelijke reactie op glucose te verbeteren.

Een onderzoek op muizen toonde zelfs aan dat L. paracasei het ontstaan van suikerziekte kan voorkomen. L. paracasei grijpt aan op de genen die de glucose stofwisseling beïnvloeden. 

Geestelijke gezondheid

Je darmflora is nauw verbonden met je cognitieve en emotionele hersengebieden. Het darmkanaal is namelijk verbonden met miljoenen zenuwcellen en je darmbacteriën produceren serotonine. Op deze manier kan je darmflora je stemming beïnvloeden. 

Dysbiose (ontwrichte darmflora) kan je stemming negatief beïnvloeden terwijl probiotica juist angsten kan verminderen,  de stressbestendigheid kan vergroten, en depressieve symptomen kan verminderen.

Dysbiose beïnvloedt je geestelijke gezondheid als volgt: 

  1. het evenwicht van je darmflora wordt niet hersteld
  2. opportunistische microben grijpen hun kans 
  3. er ontstaan ontstekingen
  4. het centrale zenuwstelsel wordt beïnvloed door de immuunreactie 
  5. de immuunreactie verandert de hersensignalen
  6. dit leidt tot stemmingsveranderingen of depressieve symptomen
  7. bovendien kan depressie vervolgens zelf ook ontstekingen veroorzaken

Wetenschappers hebben aangetoond dat je met prebiotica geestelijke gezondheidsproblemen kan verhelpen.

Lactobacillus soorten en geestelijke gezondheid: 

  • L. casei: verbeterde stemming, minder angstgevoelens, 
  • L. helveticus: beter geheugen, minder angst
  • L. rhamnosus: minder angst, minder depressief gedrag

Positief effect per probioticum

Hoewel darmflora nog in de kinderschoenen staat, hebben we zo veel mogelijk positieve gezondheidseffecten per probioticum in kaart gebracht. 

Gezondheidseffect 

Probioticum 

Diarree en zachte ontlasting

Lactobacillus en Saccharomyces boulardii 

Spijsverterningklachten  

Saccharomyces boulardii en L. plantarum

Prikkelbare darm syndroom (PDS)

Bifidobacterium en L. plantarum

Inflammatoire darmaandoeningen 

Bifidobacteriën en L. acidophilus (colitis ulcerosa) 

Immuunfunctie

Lactobacillus 

Lactose intolerantie 

Lactobacillus 

Voedselovergevoeligheid

L. reuteri en Lactobacillus 

Lekkende darm 

L. reuteri

Autoimmuunziekte 

Bifidobacterium, Blautia coccoides, Ruminococcus obeum, L. casei stam Shirota

Gewichtsverlies 

Lactobacillus rhamnosus, Lactobacillus fermentum en Lactobacillus amylovorus

Angst

L. casei, L. helveticus, L. rhamnosus

Stemming

L. casei

Depressie

L. rhamnosus

Geheugen

L. helveticus

Tandplak 

Bifidobacteriën, L. reuteri (tandcaries)

Allergische aandoeningen 

Bifidobacteriën 

Hart en vaatziekten

L. plantarum

Kanker

L. plantarum

Preventie Helicobacter pylori

L. reuteri, L. casei

zuigelingen kolieken 

L. reuteri

urogenitale aandoeningen

L. reuteri

preventie van antibiotica-geassocieerde clostridium difficile en diarree

L. casei

 

Overige informatie

Acetaat en butyraat

Het meest voorkomende korteketenvetzuur is acetaat en wordt door zowel Bifidobacteriën en Lactobacillen geproduceerd. 

Middels een kruis-feeding proces voedt het acetaat onze butyraat-producerende bacteriën. Butyraat is erg belangrijk want het ondersteunt een intact darmslijmvlies en kan daarmee ontstekingen voorkomen.

70% van al het energie van onze darmepitheelcellen wordt door butyraat gevoed. Probiotica voeden deze belangrijke bacteriesoorten zodat we gezond blijven.

Boeken over darmflora

Er zijn veel darmfloraboeken beschikbaar, variërend van gebruiksvriendelijke kookboeken tot informatieve en zelfs wetenschappelijke boeken. 

De hoeveelheid boeken kunnen nogal overweldigend zijn, daarom hebben we de beste darmflora boeken met elkaar vergeleken en beoordeelt op verschillende kritieke vlakken.

De Top 5 darmflora boeken vliegensvlug

Nr.

Boek

Titel

1

Het ultieme kookboek voor gezonde darmen 

Beste Kookboek

2

Food Pharmacy

Meest Informatieve 

3

Een super gezonde darmflora met probiotica 

 

Speciaal over Probiotica  

4

Het slimme darmen dieet 

 

Darmflora resetten 

5

De poepdokter 

Beste ‘’luchtige’’ boek / Leukste boek met humor 

 Of je nou kooktips wilt of toe bent aan extra verdieping, er is voor ieder wat wils. Met één van deze darmflora boeken kom je meer te weten over dit fascinerende onderwerp. 

Over Diederik

Diederik heeft een medisch-wetenschappelijke achtergrond. In zijn vrije tijd schrijft hij over gezondheidskwesties.

Bronnen

[darmflora herstellen]

Link-Amster, H., Rochat, F., Saudan, K. Y., Mignot, O., & Aeschlimann, J. M. (1994). Modulation of a specific humoral immune response and changes in intestinal flora mediated through fermented milk intake. FEMS Immunology & Medical Microbiology, 10(1), 55-63.

Kok, C. R., & Hutkins, R. (2018). Yogurt and other fermented foods as sources of health-promoting bacteria. Nutrition reviews, 76(Supplement_1), 4-15.

Blaut, M. (2002). Relationship of prebiotics and food to intestinal microflora. European journal of nutrition, 41(1), i11-i16.

Pasini, E., Corsetti, G., Assanelli, D., Testa, C., Romano, C., Dioguardi, F. S., & Aquilani, R. (2019). Effects of chronic exercise on gut microbiota and intestinal barrier in human with type 2 diabetes. Minerva medica, 110(1), 3-11.

Monda, V., Villano, I., Messina, A., Valenzano, A., Esposito, T., Moscatelli, F., … & Messina, G. (2017). Exercise modifies the gut microbiota with positive health effects. Oxidative medicine and cellular longevity, 2017.

Lamprecht, M., & Frauwallner, A. (2012). Exercise, intestinal barrier dysfunction and probiotic supplementation. Acute topics in sport nutrition, 59, 47-56.

Lizko, N. N. (1987). Stress and intestinal microflora. Food/Nahrung, 31(5‐6), 443-447.

Soderholm, J. D., & Perdue, M. H. (2001). II. Stress and intestinal barrier function. American Journal of Physiology-Gastrointestinal and Liver Physiology, 280(1), G7-G13.

Krueger, J. M., & Opp, M. R. (2016). Sleep and microbes. International review of neurobiology, 131, 207-225.

Savin, Z., Kivity, S., Yonath, H., & Yehuda, S. (2018). Smoking and the intestinal microbiome. Archives of microbiology, 200(5), 677-684.

Biedermann, L., Zeitz, J., Mwinyi, J., Sutter-Minder, E., Rehman, A., Ott, S. J., … & Rogler, G. (2013). Smoking cessation induces profound changes in the composition of the intestinal microbiota in humans. PloS one, 8(3), e59260.

Yamano, T., Iino, H., Takada, M., Blum, S., Rochat, F., & Fukushima, Y. (2006). Improvement of the human intestinal flora by ingestion of the probiotic strain Lactobacillus johnsoniiLa1. British Journal of Nutrition, 95(2), 303-312.

Wang, H., He, C., Liu, Y., Zhao, H., Long, L., Gai, X., & Zhao, H. (2020). Soluble dietary fiber protects intestinal mucosal barrier by improving intestinal flora in a murine model of sepsis. Biomedicine & Pharmacotherapy, 129, 110343.

Ishihara, N., Chu, D. C., Akachi, S., & Juneja, L. R. (2001). Improvement of intestinal microflora balance and prevention of digestive and respiratory organ diseases in calves by green tea extracts. Livestock Production Science, 68(2-3), 217-229.

Toivanen, P., & Eerola, E. (2002). A vegan diet changes the intestinal flora. Rheumatology, 41(8), 950-951.

Mitsuoka, T. (1990). Bifidobacteria and their role in human health. Journal of industrial microbiology, 6(4), 263-267.

Wang, H., Ni, X., Qing, X., Zeng, D., Luo, M., Liu, L., … & Jing, B. (2017). Live probiotic Lactobacillus johnsonii BS15 promotes growth performance and lowers fat deposition by improving lipid metabolism, intestinal development, and gut microflora in broilers. Frontiers in Microbiology, 8, 1073.

Peña, A. S. (2007). Intestinal flora, probiotics, prebiotics, synbiotics and novel foods. Revista Espanola de Enfermedades Digestivas, 99(11), 653.

Mitsuoka, T. (2000). Significance of dietary modulation of intestinal flora and intestinal environment. Bioscience and microflora, 19(1), 15-25.

Mitsuoka, T. (2002). Prebiotics and intestinal flora. Bioscience and microflora, 21(1), 3-12.

SuzUKI, K., KODAMA, Y., & MITsuOKA, T. (1989). Stress and intestinal flora. Bifidobacteria and microflora, 8(1), 23-38.

[darmflora wat is dat]

Simon, G. L., & Gorbach, S. L. (1984). Intestinal flora in health and disease. Gastroenterology, 86(1), 174-193.

Edwards, C. A., & Parrett, A. M. (2002). Intestinal flora during the first months of life: new perspectives. British Journal of Nutrition, 88(S1), s11-s18.

Yoshioka, H., Iseki, K. I., & Fujita, K. (1983). Development and differences of intestinal flora in the neonatal period in breast-fed and bottle-fed infants. Pediatrics, 72(3), 317-321.

Kunz, C., Kuntz, S., & Rudloff, S. (2009). Intestinal flora. Breast-Feeding: Early Influences on Later Health, 67-79.

Hill, M. J. (1997). Intestinal flora and endogenous vitamin synthesis. European journal of cancer prevention: the official journal of the European Cancer Prevention Organisation (ECP), 6, S43-5.

Finegold, S. M., Sutter, V. L., & Mathisen, G. E. (1983). Normal indigenous intestinal flora. Human intestinal microflora in health and disease, 1, 3-31.

MITSUOKA, T. (1982). Recent trends in research on intestinal flora. Bifidobacteria and Microflora, 1(1), 3-24.

Mitsuoka, T. (1992). Intestinal flora and aging. NUTRITION REVIEWS-WASHINGTON-, 50, 438-438.

Hidaka, H., Eida, T., Takizawa, T., Tokunaga, T., & Tashiro, Y. (1986). Effects of fructooligosaccharides on intestinal flora and human health. Bifidobacteria and microflora, 5(1), 37-50.

Cooperstock, M. S., Zedd, A. J., & Hentges, D. J. (1983). Intestinal flora of infants. Human intestinal microflora in health and disease, 79-99.

[darmflora winderigheid]

Menees, S., & Chey, W. (2018). The gut microbiome and irritable bowel syndrome. F1000Research, 7.

Azcarate-Peril, M. A., Ritter, A. J., Savaiano, D., Monteagudo-Mera, A., Anderson, C., Magness, S. T., & Klaenhammer, T. R. (2017). Impact of short-chain galactooligosaccharides on the gut microbiome of lactose-intolerant individuals. Proceedings of the National Academy of Sciences, 114(3), E367-E375.

Sidhu, M., & van der Poorten, D. (2017). The gut microbiome. Australian family physician, 46(4), 206.

Selvaraj, S. M., Wong, S. H., Ser, H. L., & Lee, L. H. (2020). Role of low FODMAP diet and probiotics on gut microbiome in irritable bowel syndrome (IBS). Progress In Microbes & Molecular Biology, 3(1).

Chumpitazi, B. P. (2020). The gut microbiome as a predictor of low fermentable oligosaccharides disaccharides monosaccharides and polyols diet efficacy in functional bowel disorders. Current opinion in gastroenterology, 36(2), 147-154.

Panda, S., Guarner, F., & Manichanh, C. (2014). Structure and functions of the gut microbiome. Endocrine, Metabolic & Immune Disorders-Drug Targets (Formerly Current Drug Targets-Immune, Endocrine & Metabolic Disorders), 14(4), 290-299.

Price, K. R., Lewis, J., Wyatt, G. M., & Fenwick, G. R. (1988). Review article Flatulence—Causes, relation to diet and remedies. Food/Nahrung, 32(6), 609-626.

ALVAREZ, W. C. (1942). What causes flatulence?. Journal of the American Medical Association, 120(1), 21-24.

Kurbel, S., Kurbel, B., & Včev, A. (2006). Intestinal gases and flatulence: Possible causes of occurrence. Medical hypotheses, 67(2), 235-239.

[darmflora test]

Staley, C., Kaiser, T., & Khoruts, A. (2018). Clinician guide to microbiome testing. Digestive diseases and sciences, 63(12), 3167-3177.

Flier, J. S., & Mekalanos, J. J. (2009). Gut check: testing a role for the intestinal microbiome in human obesity. Science translational medicine, 1(6), 6ps7-6ps7.

Dave, M., Higgins, P. D., Middha, S., & Rioux, K. P. (2012). The human gut microbiome: current knowledge, challenges, and future directions. Translational Research, 160(4), 246-257.

Davenport, E. R., Mizrahi-Man, O., Michelini, K., Barreiro, L. B., Ober, C., & Gilad, Y. (2014). Seasonal variation in human gut microbiome composition. PloS one, 9(3), e90731.

[darmflora verbeteren probiotica]

Blaut, M. (2002). Relationship of prebiotics and food to intestinal microflora. European journal of nutrition, 41(1), i11-i16.

Kok, C. R., & Hutkins, R. (2018). Yogurt and other fermented foods as sources of health-promoting bacteria. Nutrition reviews, 76(Supplement_1), 4-15.

Blaut, M. (2002). Relationship of prebiotics and food to intestinal microflora. European journal of nutrition, 41(1), i11-i16.

Kok, C. R., & Hutkins, R. (2018). Yogurt and other fermented foods as sources of health-promoting bacteria. Nutrition reviews, 76(Supplement_1), 4-15.

Krueger, J. M., & Opp, M. R. (2016). Sleep and microbes. International review of neurobiology, 131, 207-225.

Lamprecht, M., & Frauwallner, A. (2012). Exercise, intestinal barrier dysfunction and probiotic supplementation. Acute topics in sport nutrition, 59, 47-56.

Wang, H., He, C., Liu, Y., Zhao, H., Long, L., Gai, X., & Zhao, H. (2020). Soluble dietary fiber protects intestinal mucosal barrier by improving intestinal flora in a murine model of sepsis. Biomedicine & Pharmacotherapy, 129, 110343.

Yamano, T., Iino, H., Takada, M., Blum, S., Rochat, F., & Fukushima, Y. (2006). Improvement of the human intestinal flora by ingestion of the probiotic strain Lactobacillus johnsoniiLa1. British Journal of Nutrition, 95(2), 303-312.

Toivanen, P., & Eerola, E. (2002). A vegan diet changes the intestinal flora. Rheumatology, 41(8), 950-951.

Ishihara, N., Chu, D. C., Akachi, S., & Juneja, L. R. (2001). Improvement of intestinal microflora balance and prevention of digestive and respiratory organ diseases in calves by green tea extracts. Livestock Production Science, 68(2-3), 217-229.

Wang, H., Ni, X., Qing, X., Zeng, D., Luo, M., Liu, L., … & Jing, B. (2017). Live probiotic Lactobacillus johnsonii BS15 promotes growth performance and lowers fat deposition by improving lipid metabolism, intestinal development, and gut microflora in broilers. Frontiers in Microbiology, 8, 1073.

Mitsuoka, T. (1990). Bifidobacteria and their role in human health. Journal of industrial microbiology, 6(4), 263-267.

Peña, A. S. (2007). Intestinal flora, probiotics, prebiotics, synbiotics and novel foods. Revista Espanola de Enfermedades Digestivas, 99(11), 653.

SuzUKI, K., KODAMA, Y., & MITsuOKA, T. (1989). Stress and intestinal flora. Bifidobacteria and microflora, 8(1), 23-38.

Mitsuoka, T. (2002). Prebiotics and intestinal flora. Bioscience and microflora, 21(1), 3-12.

[darmflora rosacea]

Picardo, M., & Ottaviani, M. (2014). Skin microbiome and skin disease: the example of rosacea. Journal of clinical gastroenterology, 48, S85-S86.

Nam, J. H., Yun, Y., Kim, H. S., Kim, H. N., Jung, H. J., Chang, Y., … & Kim, W. S. (2018). Rosacea and its association with enteral microbiota in Korean females. Experimental dermatology, 27(1), 37-42.

Weiss, E., & Katta, R. (2017). Diet and rosacea: the role of dietary change in the management of rosacea. Dermatology practical & conceptual, 7(4), 31.

Searle, T., Ali, F. R., Carolides, S., & Al‐Niaimi, F. (2020). Rosacea and the gastrointestinal system. Australasian Journal of Dermatology, 61(4), 307-311.

Daou, H., Paradiso, M., Hennessy, K., & Seminario-Vidal, L. (2020). Rosacea and the Microbiome: A Systematic Review. Dermatology and Therapy, 1-12.

Wang, F. Y., & Chi, C. C. (2021). Rosacea, Germs, and Bowels: A Review on Gastrointestinal Comorbidities and Gut–Skin Axis of Rosacea. Advances in therapy, 1-10.

[darmflora reset]

Gibson, G. R., & McCartney, A. L. (1998). Modification of the gut flora by dietary means. Biochemical Society Transactions, 26(2), 222-228.

Michalsen, A., Riegert, M., Lüdtke, R., Bäcker, M., Langhorst, J., Schwickert, M., & Dobos, G. J. (2005). Mediterranean diet or extended fasting’s influence on changing the intestinal microflora, immunoglobulin A secretion and clinical outcome in patients with rheumatoid arthritis and fibromyalgia: an observational study. BMC complementary and alternative medicine, 5(1), 1-9.

Franklin, M. A., & Skoryna, S. C. (1966). Studies on natural gastric flora: I. Bacterial flora of fasting human subjects. Canadian Medical Association Journal, 95(26), 1349.

Deng, Y., Liu, W., Wang, J., Yu, J., & Yang, L. Q. (2020). Intermittent Fasting Improves Lipid Metabolism Through Changes in Gut Microbiota in Diet-Induced Obese Mice. Medical Science Monitor: International Medical Journal of Experimental and Clinical Research, 26, e926789-1.

Peltonen, R., Kjeldsen-Kragh, J., Haugen, M., Tuominen, J., Toivanen, P., Förre, Ö., & Eerola, E. (1994). Changes of faecal flora in rheumatoid arthritis during fasting and one-year vegetarian diet.

[darmflora thee]

Ahn, Y. J., Sakanaka, S., Kim, M. J., Kawamura, T., Fujisawa, T., & Mitsuoka, T. (1990). Effect of green tea extract on growth of intestinal bacteria. Microbial Ecology in Health and Disease, 3(6), 335-338.

Zhao, Y., & Zhang, X. (2020). Interactions of tea polyphenols with intestinal microbiota and their implication for anti‐obesity. Journal of the Science of Food and Agriculture, 100(3), 897-903.

Cheng, M., Zhang, X., Guo, X. J., Wu, Z. F., & Weng, P. F. (2017). The interaction effect and mechanism between tea polyphenols and intestinal microbiota: Role in human health. Journal of Food Biochemistry, 41(6), e12415.

Guo, T., Song, D., Cheng, L., & Zhang, X. (2019). Interactions of tea catechins with intestinal microbiota and their implication for human health. Food science and biotechnology, 28(6), 1617-1625.

Sheng, Y., Zheng, S., Zhang, C., Zhao, C., He, X., Xu, W., & Huang, K. (2018). Mulberry leaf tea alleviates diabetic nephropathy by inhibiting PKC signaling and modulating intestinal flora. Journal of Functional Foods, 46, 118-127.

Hara, Y. (1997). Influence of tea catechins on the digestive tract. Journal of Cellular Biochemistry, 67(S27), 52-58.

Zhang, L., Gui, S., Wang, J., Chen, Q., Zeng, J., Liu, A., … & Lu, X. (2020). Oral administration of green tea polyphenols (TP) improves ileal injury and intestinal flora disorder in mice with Salmonella typhimurium infection via resisting inflammation, enhancing antioxidant action and preserving tight junction. Journal of Functional Foods, 64, 103654.

Sun, H., Chen, Y., Cheng, M., Zhang, X., Zheng, X., & Zhang, Z. (2018). The modulatory effect of polyphenols from green tea, oolong tea and black tea on human intestinal microbiota in vitro. Journal of food science and technology, 55(1), 399-407.

Weisburger, J. H. (1999). Tea and health: the underlying mechanisms. Proceedings of the Society for experimental Biology and Medicine, 220(4), 271-275.

 

[darmflora roken]

Capurso, G., & Lahner, E. (2017). The interaction between smoking, alcohol and the gut microbiome. Best practice & research Clinical gastroenterology, 31(5), 579-588.

Prytz, H., Benoni, C., & Tagesson, C. (1989). Does smoking tighten the gut?. Scandinavian journal of gastroenterology, 24(9), 1084-1088.

Lee, S. H., Yun, Y., Kim, S. J., Lee, E. J., Chang, Y., Ryu, S., … & Lee, J. H. (2018). Association between cigarette smoking status and composition of gut microbiota: population-based cross-sectional study. Journal of clinical medicine, 7(9), 282.

Nolan-Kenney, R., Wu, F., Hu, J., Yang, L., Kelly, D., Li, H., … & Chen, Y. (2020). The association between smoking and gut microbiome in Bangladesh. Nicotine and Tobacco Research, 22(8), 1339-1346.

McLean, C., Jun, S., & Kozyrskyj, A. (2019). Impact of maternal smoking on the infant gut microbiota and its association with child overweight: a scoping review. World Journal of Pediatrics, 15(4), 341-349.

Opstelten, J. L., Plassais, J., van Mil, S. W., Achouri, E., Pichaud, M., Siersema, P. D., … & Cervino, A. C. (2016). Gut microbial diversity is reduced in smokers with Crohn’s disease. Inflammatory bowel diseases, 22(9), 2070-2077.

MASARAT, S. (2008). Smoking and gut.

 

[darmflora uit balans]

Kok, C. R., & Hutkins, R. (2018). Yogurt and other fermented foods as sources of health-promoting bacteria. Nutrition reviews, 76(Supplement_1), 4-15.

Pasini, E., Corsetti, G., Assanelli, D., Testa, C., Romano, C., Dioguardi, F. S., & Aquilani, R. (2019). Effects of chronic exercise on gut microbiota and intestinal barrier in human with type 2 diabetes. Minerva medica, 110(1), 3-11.

Blaut, M. (2002). Relationship of prebiotics and food to intestinal microflora. European journal of nutrition, 41(1), i11-i16.

Lamprecht, M., & Frauwallner, A. (2012). Exercise, intestinal barrier dysfunction and probiotic supplementation. Acute topics in sport nutrition, 59, 47-56.

Monda, V., Villano, I., Messina, A., Valenzano, A., Esposito, T., Moscatelli, F., … & Messina, G. (2017). Exercise modifies the gut microbiota with positive health effects. Oxidative medicine and cellular longevity, 2017.

Soderholm, J. D., & Perdue, M. H. (2001). II. Stress and intestinal barrier function. American Journal of Physiology-Gastrointestinal and Liver Physiology, 280(1), G7-G13.

Lizko, N. N. (1987). Stress and intestinal microflora. Food/Nahrung, 31(5‐6), 443-447.

Savin, Z., Kivity, S., Yonath, H., & Yehuda, S. (2018). Smoking and the intestinal microbiome. Archives of microbiology, 200(5), 677-684.

Krueger, J. M., & Opp, M. R. (2016). Sleep and microbes. International review of neurobiology, 131, 207-225.

Yamano, T., Iino, H., Takada, M., Blum, S., Rochat, F., & Fukushima, Y. (2006). Improvement of the human intestinal flora by ingestion of the probiotic strain Lactobacillus johnsoniiLa1. British Journal of Nutrition, 95(2), 303-312.

Biedermann, L., Zeitz, J., Mwinyi, J., Sutter-Minder, E., Rehman, A., Ott, S. J., … & Rogler, G. (2013). Smoking cessation induces profound changes in the composition of the intestinal microbiota in humans. PloS one, 8(3), e59260.

Ishihara, N., Chu, D. C., Akachi, S., & Juneja, L. R. (2001). Improvement of intestinal microflora balance and prevention of digestive and respiratory organ diseases in calves by green tea extracts. Livestock Production Science, 68(2-3), 217-229.

Wang, H., He, C., Liu, Y., Zhao, H., Long, L., Gai, X., & Zhao, H. (2020). Soluble dietary fiber protects intestinal mucosal barrier by improving intestinal flora in a murine model of sepsis. Biomedicine & Pharmacotherapy, 129, 110343.

Mitsuoka, T. (1990). Bifidobacteria and their role in human health. Journal of industrial microbiology, 6(4), 263-267.

Toivanen, P., & Eerola, E. (2002). A vegan diet changes the intestinal flora. Rheumatology, 41(8), 950-951.

Wang, H., Ni, X., Qing, X., Zeng, D., Luo, M., Liu, L., … & Jing, B. (2017). Live probiotic Lactobacillus johnsonii BS15 promotes growth performance and lowers fat deposition by improving lipid metabolism, intestinal development, and gut microflora in broilers. Frontiers in Microbiology, 8, 1073.

Flier, J. S., & Mekalanos, J. J. (2009). Gut check: testing a role for the intestinal microbiome in human obesity. Science translational medicine, 1(6), 6ps7-6ps7.

Staley, C., Kaiser, T., & Khoruts, A. (2018). Clinician guide to microbiome testing. Digestive diseases and sciences, 63(12), 3167-3177.

Davenport, E. R., Mizrahi-Man, O., Michelini, K., Barreiro, L. B., Ober, C., & Gilad, Y. (2014). Seasonal variation in human gut microbiome composition. PloS one, 9(3), e90731.

Dave, M., Higgins, P. D., Middha, S., & Rioux, K. P. (2012). The human gut microbiome: current knowledge, challenges, and future directions. Translational Research, 160(4), 246-257.

Peña, A. S. (2007). Intestinal flora, probiotics, prebiotics, synbiotics and novel foods. Revista Espanola de Enfermedades Digestivas, 99(11), 653.

SuzUKI, K., KODAMA, Y., & MITsuOKA, T. (1989). Stress and intestinal flora. Bifidobacteria and microflora, 8(1), 23-38.

Mitsuoka, T. (2002). Prebiotics and intestinal flora. Bioscience and microflora, 21(1), 3-12.

[darmflora immuunsysteem]

O’Hara, A. M., & Shanahan, F. (2006). The gut flora as a forgotten organ. EMBO reports, 7(7), 688-693.

Goto, Y., & Kiyono, H. (2012). Epithelial barrier: an interface for the cross‐communication between gut flora and immune system. Immunological reviews, 245(1), 147-163.

Sears, C. L. (2005). A dynamic partnership: celebrating our gut flora. Anaerobe, 11(5), 247-251.

Cebra, J. J. (1999). Influences of microbiota on intestinal immune system development. The American journal of clinical nutrition, 69(5), 1046s-1051s.

Ghosh, S., Van Heel, D., & Playford, R. J. (2004). Probiotics in inflammatory bowel disease: is it all gut flora modulation?. Gut, 53(5), 620-622.

Berer, K., & Krishnamoorthy, G. (2012). Commensal gut flora and brain autoimmunity: a love or hate affair?. Acta neuropathologica, 123(5), 639-651.

Lundin, A., Bok, C. M., Aronsson, L., Björkholm, B., Gustafsson, J. Å., Pott, S., … & Pettersson, S. (2008). Gut flora, Toll‐like receptors and nuclear receptors: a tripartite communication that tunes innate immunity in large intestine. Cellular microbiology, 10(5), 1093-1103.

Cerf-Bensussan, N., & Gaboriau-Routhiau, V. (2010). The immune system and the gut microbiota: friends or foes?. Nature Reviews Immunology, 10(10), 735-744.

Knight, D. J. W., & Girling, K. J. (2003). Gut flora in health and disease. The Lancet, 361(9371), 1831.

[bronnen darmflora overgewicht]

Davis, C. D. (2016). The gut microbiome and its role in obesity. Nutrition today, 51(4), 167.

Tilg, H., & Kaser, A. (2011). Gut microbiome, obesity, and metabolic dysfunction. The Journal of clinical investigation, 121(6), 2126-2132.

Turnbaugh, P. J., Ley, R. E., Mahowald, M. A., Magrini, V., Mardis, E. R., & Gordon, J. I. (2006). An obesity-associated gut microbiome with increased capacity for energy harvest. nature, 444(7122), 1027-1031.

Turnbaugh, P. J., & Gordon, J. I. (2009). The core gut microbiome, energy balance and obesity. The Journal of physiology, 587(17), 4153-4158.

Devaraj, S., Hemarajata, P., & Versalovic, J. (2013). The human gut microbiome and body metabolism: implications for obesity and diabetes. Clinical chemistry, 59(4), 617-628.

Castaner, O., Goday, A., Park, Y. M., Lee, S. H., Magkos, F., Shiow, S. A. T. E., & Schröder, H. (2018). The gut microbiome profile in obesity: a systematic review. International journal of endocrinology, 2018.

John, G. K., & Mullin, G. E. (2016). The gut microbiome and obesity. Current oncology reports, 18(7), 1-7.

Liu, R., Hong, J., Xu, X., Feng, Q., Zhang, D., Gu, Y., … & Wang, W. (2017). Gut microbiome and serum metabolome alterations in obesity and after weight-loss intervention. Nature medicine, 23(7), 859.

Tseng, C. H., & Wu, C. Y. (2019). The gut microbiome in obesity. Journal of the Formosan Medical Association, 118, S3-S9.

Chen, J., He, X., & Huang, J. (2014). Diet effects in gut microbiome and obesity. Journal of food science, 79(4), R442-R451.

Sanmiguel, C., Gupta, A., & Mayer, E. A. (2015). Gut microbiome and obesity: a plausible explanation for obesity. Current obesity reports, 4(2), 250-261.

[darmflora alcohol]

Purohit, V., Bode, J. C., Bode, C., Brenner, D. A., Choudhry, M. A., Hamilton, F., … & Turner, J. R. (2008). Alcohol, intestinal bacterial growth, intestinal permeability to endotoxin, and medical consequences: summary of a symposium. Alcohol, 42(5), 349-361.

Meroni, M., Longo, M., & Dongiovanni, P. (2019). Alcohol or gut microbiota: who is the guilty?. International journal of molecular sciences, 20(18), 4568.

Bode, C., & Bode, J. C. (2003). Effect of alcohol consumption on the gut. Best practice & research Clinical gastroenterology, 17(4), 575-592.

Engen, P. A., Green, S. J., Voigt, R. M., Forsyth, C. B., & Keshavarzian, A. (2015). The gastrointestinal microbiome: alcohol effects on the composition of intestinal microbiota. Alcohol research: current reviews, 37(2), 223.

Forsyth, C. B., Farhadi, A., Jakate, S. M., Tang, Y., Shaikh, M., & Keshavarzian, A. (2009). Lactobacillus GG treatment ameliorates alcohol-induced intestinal oxidative stress, gut leakiness, and liver injury in a rat model of alcoholic steatohepatitis. Alcohol, 43(2), 163-172.

Neuman, M. G., French, S. W., Zakhari, S., Malnick, S., Seitz, H. K., Cohen, L. B., … & Opris, M. (2017). Alcohol, microbiome, life style influence alcohol and non-alcoholic organ damage. Experimental and molecular pathology, 102(1), 162-180.

Shimizu, C., Oki, Y., Mitani, Y., Tsuchiya, Y., & Nabeshima, T. (2016). Moderate-dose regular lifelong alcohol intake changes the intestinal flora, protects against aging, and keeps spatial memory in the senescence-accelerated mouse prone 8 (SAMP8) model. Journal of Pharmacy & Pharmaceutical Sciences, 19(4), 430-447.

Bishehsari, F., Magno, E., Swanson, G., Desai, V., Voigt, R. M., Forsyth, C. B., & Keshavarzian, A. (2017). Alcohol and gut-derived inflammation. Alcohol research: current reviews, 38(2), 163.

Parlesak, A., Schäfer, C., Schütz, T., Bode, J. C., & Bode, C. (2000). Increased intestinal permeability to macromolecules and endotoxemia in patients with chronic alcohol abuse in different stages of alcohol-induced liver disease. Journal of hepatology, 32(5), 742-747.

Tian, F., Chi, F., Wang, G., Liu, X., Zhang, Q., Chen, Y., … & Chen, W. (2015). Lactobacillus rhamnosus CCFM1107 treatment ameliorates alcohol-induced liver injury in a mouse model of chronic alcohol feeding. Journal of Microbiology, 53(12), 856-863.

[Darmflora acne]

Lee, Y. B., Byun, E. J., & Kim, H. S. (2019). Potential role of the microbiome in acne: a comprehensive review. Journal of clinical medicine, 8(7), 987.

Bowe, W. P., & Logan, A. C. (2011). Acne vulgaris, probiotics and the gut-brain-skin axis-back to the future?. Gut pathogens, 3(1), 1-11.

Clark, A. K., Haas, K. N., & Sivamani, R. K. (2017). Edible plants and their influence on the gut microbiome and acne. International journal of molecular sciences, 18(5), 1070.

Bowe, W., Patel, N. B., & Logan, A. C. (2014). Acne vulgaris, probiotics and the gut-brain-skin axis: from anecdote to translational medicine. Beneficial microbes, 5(2), 185-199.

Yan, H. M., Zhao, H. J., Guo, D. Y., Zhu, P. Q., Zhang, C. L., & Jiang, W. (2018). Gut microbiota alterations in moderate to severe acne vulgaris patients. The Journal of dermatology, 45(10), 1166-1171.

Goodarzi, A., Mozafarpoor, S., Bodaghabadi, M., & Mohamadi, M. (2020). The potential of probiotics for treating acne vulgaris: a review of literature on acne and microbiota. Dermatologic therapy, 33(3), e13279.

Dréno, B., Dagnelie, M. A., Khammari, A., & Corvec, S. (2020). The skin microbiome: a new actor in inflammatory acne. American Journal of Clinical Dermatology, 1-7.

Deng, Y., Wang, H., Zhou, J., Mou, Y., Wang, G., & Xiong, X. (2018). Patients with acne vulgaris have a distinct gut microbiota in comparison with healthy controls. Acta dermato-venereologica, 98(7-8), 783-790.

[vasten darmflora]

Ward, F. W., & Coates, M. E. (1987). Gastrointestinal pH measurement in rats: influence of the microbial flora, diet and fasting. Laboratory Animals, 21(3), 216-222.

Michalsen, A., Riegert, M., Lüdtke, R., Bäcker, M., Langhorst, J., Schwickert, M., & Dobos, G. J. (2005). Mediterranean diet or extended fasting’s influence on changing the intestinal microflora, immunoglobulin A secretion and clinical outcome in patients with rheumatoid arthritis and fibromyalgia: an observational study. BMC complementary and alternative medicine, 5(1), 1-9.

Franklin, M. A., & Skoryna, S. C. (1966). Studies on natural gastric flora: I. Bacterial flora of fasting human subjects. Canadian Medical Association Journal, 95(26), 1349.

Gossling, J., Loesche, W. J., & Nace, G. W. (1982). Response of intestinal flora of laboratory-reared leopard frogs (Rana pipiens) to cold and fasting. Applied and environmental microbiology, 44(1), 67-71.

Margolis, L. (1953). The effect of fasting on the bacterial flora of the intestine of fish. Journal of the Fisheries Board of Canada, 10(2), 62-63.

Deng, Y., Liu, W., Wang, J., Yu, J., & Yang, L. Q. (2020). Intermittent Fasting Improves Lipid Metabolism Through Changes in Gut Microbiota in Diet-Induced Obese Mice. Medical Science Monitor: International Medical Journal of Experimental and Clinical Research, 26, e926789-1.

Peltonen, R., Kjeldsen-Kragh, J., Haugen, M., Tuominen, J., Toivanen, P., Förre, Ö., & Eerola, E. (1994). Changes of faecal flora in rheumatoid arthritis during fasting and one-year vegetarian diet.

[darmflora gluten]

Tjellström, B., Stenhammar, L., Högberg, L., Fälth-Magnusson, K., Magnusson, K. E., Midtvedt, T., … & Norin, E. (2005). Gut microflora associated characteristics in children with celiac disease. American Journal of Gastroenterology, 100(12), 2784-2788.

Collado, M. C., Donat, E., Ribes-Koninckx, C., Calabuig, M., & Sanz, Y. (2008). Imbalances in faecal and duodenal Bifidobacterium species composition in active and non-active coeliac disease. BMC microbiology, 8(1), 1-9.

Verdu, E. F., Galipeau, H. J., & Jabri, B. (2015). Novel players in coeliac disease pathogenesis: role of the gut microbiota. Nature Reviews Gastroenterology & Hepatology, 12(9), 497.

Tjellström, B., Högberg, L., Stenhammar, L., Fälth-Magnusson, K., Magnusson, K. E., Norin, E., … & Midtvedt, T. (2013). Faecal short-chain fatty acid pattern in childhood coeliac disease is normalised after more than one year’s gluten-free diet. Microbial ecology in health and disease, 24(1), 20905.

Van Elburg, R. M., Uil, J. J., Mulder, C. J., & Heymans, H. S. (1993). Intestinal permeability in patients with coeliac disease and relatives of patients with coeliac disease. Gut, 34(3), 354-357.

Pearson, A. D., Eastham, E. J., Laker, M. F., Craft, A. W., & Nelson, R. (1982). Intestinal permeability in children with Crohn’s disease and coeliac disease. Br Med J (Clin Res Ed), 285(6334), 20-21.

Heyman, M., Abed, J., Lebreton, C., & Cerf-Bensussan, N. (2012). Intestinal permeability in coeliac disease: insight into mechanisms and relevance to pathogenesis. Gut, 61(9), 1355-1364.

Anderson, C. M., & Langford, R. F. (1958). Bacterial content of small intestine of children in health, in coeliac disease, and in fibrocystic disease of pancreas. British medical journal, 1(5074), 803.

[darmflora lactobacillus]

Gorbach, S. L. (2000). Probiotics and gastrointestinal health. The American journal of gastroenterology, 95(1), S2-S4.

Patten, D. A., & Laws, A. P. (2015). Lactobacillus-produced exopolysaccharides and their potential health benefits: a review. Beneficial microbes, 6(4), 457-471.

Goldin, B. R. (1998). Health benefits of probiotics. British Journal of Nutrition, 80(S2), S203-S207.

Hammes, W. P., & Vogel, R. F. (1995). The genus lactobacillus. In The genera of lactic acid bacteria (pp. 19-54). Springer, Boston, MA.

Reid, G., & Burton, J. (2002). Use of Lactobacillus to prevent infection by pathogenic bacteria. Microbes and infection, 4(3), 319-324.

Silva, M., Jacobus, N. V., Deneke, C., & Gorbach, S. L. (1987). Antimicrobial substance from a human Lactobacillus strain. Antimicrobial agents and chemotherapy, 31(8), 1231-1233.

Isolauri, E., Rautanen, T., Juntunen, M., Sillanaukee, P., & Koivula, T. (1991). A human Lactobacillus strain (Lactobacillus casei sp strain GG) promotes recovery from acute diarrhea in children. Pediatrics, 88(1), 90-97.

Petrova, M. I., Reid, G., Vaneechoutte, M., & Lebeer, S. (2017). Lactobacillus iners: friend or foe?. Trends in microbiology, 25(3), 182-191.

Slover, C. M., & Danziger, L. (2008). Lactobacillus: a review. Clinical Microbiology Newsletter, 30(4), 23-27.

Oksanen, P. J., Salminen, S., Saxelin, M., Hämäläinen, P., Ihantola-Vormisto, A., Muurasniemi-Isoviita, L., … & Vapaatalo, H. (1990). Prevention of travellers diarrhoea by Lactobacillus GG. Annals of medicine, 22(1), 53-56.

Ahrne, S., Nobaek, S., Jeppsson, B., Adlerberth, I., Wold, A. E., & Molin, G. (1998). The normal Lactobacillus flora of healthy human rectal and oral mucosa. Journal of applied microbiology, 85(1), 88-94.

[darmflora lekkende darm]

Hollander, D. (1999). Intestinal permeability, leaky gut, and intestinal disorders. Current gastroenterology reports, 1(5), 410-416.

Fasano, A. (2012). Leaky gut and autoimmune diseases. Clinical reviews in allergy & immunology, 42(1), 71-78.

Camilleri, M. (2019). Leaky gut: mechanisms, measurement and clinical implications in humans. Gut, 68(8), 1516-1526.

Obrenovich, M. E. (2018). Leaky gut, leaky brain?. Microorganisms, 6(4), 107.

Bjarnason, I., Ward, K., & Peters, T. (1984). The leaky gut of alcoholism: possible route of entry for toxic compounds. The Lancet, 323(8370), 179-182.

Quigley, E. M. (2016). Leaky gut–concept or clinical entity?. Current opinion in gastroenterology, 32(2), 74-79.

[darmflora zwangerschap]

Jin, M., Li, D., Ji, R., Liu, W., Xu, X., & Li, Y. (2020). Changes in intestinal microflora in digestive tract diseases during pregnancy. Archives of gynecology and obstetrics, 301(1), 243-249.

Rautava, S., Luoto, R., Salminen, S., & Isolauri, E. (2012). Microbial contact during pregnancy, intestinal colonization and human disease. Nature reviews Gastroenterology & hepatology, 9(10), 565.

Lange, N. E., Celedón, J. C., Forno, E., Ly, N. P., Onderdonk, A., Bry, L., … & Litonjua, A. A. (2012). Maternal intestinal flora and wheeze in early childhood. Clinical & Experimental Allergy, 42(6), 901-908.

Lamousé-Smith, E. S., Tzeng, A., & Starnbach, M. N. (2011). The intestinal flora is required to support antibody responses to systemic immunization in infant and germ free mice. PloS one, 6(11), e27662.

Savage, J. H., Lee-Sarwar, K. A., Sordillo, J. E., Lange, N. E., Zhou, Y., O’Connor, G. T., … & Litonjua, A. A. (2018). Diet during pregnancy and infancy and the infant intestinal microbiome. The Journal of pediatrics, 203, 47-54.

Schultz, M., Göttl, C., Young, R. J., Iwen, P., & Vanderhoof, J. A. (2004). Administration of oral probiotic bacteria to pregnant women causes temporary infantile colonization. Journal of pediatric gastroenterology and nutrition, 38(3), 293-297.

Benn, C. S., Thorsen, P., Jensen, J. S., Kjær, B. B., Bisgaard, H., Andersen, M., … & Melbye, M. (2002). Maternal vaginal microflora during pregnancy and the risk of asthma hospitalization and use of antiasthma medication in early childhood. Journal of Allergy and Clinical Immunology, 110(1), 72-77.

Grölund, M. M., Lehtonen, O. P., Eerola, E., & Kero, P. (1999). Fecal microflora in healthy infants born by different methods of delivery: permanent changes in intestinal flora after cesarean delivery. Journal of pediatric gastroenterology and nutrition, 28(1), 19-25.

Hansen, S. M., Uldbjerg, N., Kilian, M., & Sørensen, U. B. S. (2004). Dynamics of Streptococcus agalactiae colonization in women during and after pregnancy and in their infants. Journal of clinical microbiology, 42(1), 83-89.