Als je wat ouder bent en het zicht troebel of wazig is geworden, heb je mogelijk staar. Staar is een veelvoorkomende aandoening onder oudere volwassenen.
Maar liefst 50% van de mensen boven de 80 hebben staar. In een vergevorderd stadium kun je een witte of troebele film op de oogbol zien, maar in een voorstadium is het niet zichtbaar.
Bij staart raakt de lens vertroebeld waardoor het licht vervormd en je minder goed kunt zien. Dit zal tot een aantal typische symptomen leiden.
Aan de hand van symptomen en kenmerken kun je staar herkennen.
Dit artikel vertelt je de symptomen van staar, hoe het gediagnosticeerd wordt, de oorzaken inclusief behandelingsopties.
Symptomen staar
Symptomen van staar:
- wazig, troebel, vlekkerig, of slecht zicht
- steeds meer moeite met nachtzicht
- feller licht nodig hebben voor het lezen
- halo’s rond lichten zien
- in het donker moeilijker kunnen rijden (schittering van koplampen)
- lichtgevoeligheid, gevoeligheid voor schittering
- kleurveranderingen: vervaagde kleuren of vergeelde kleuren
- regelmatig bril of contactlenzen moeten veranderen
- dubbelzien
- donker worden van je ogen (later stadium)
- bijziendheid bij oudere mensen
Bij staar (cataract) raakt het zicht vertroebeld. Je ontwikkelt het meestal in beide ogen.
Als slecht een klein deel van de ooglens getroffen is zul je er misschien niet bewust van zijn, maar naarmate staar verergert raakt een groter gedeelte van de lens vertroebelt en zal ook meer licht vervormen. In het centrum van de pupil kun je een grote mistige, gevlekte wolk zien.
Rond het 40e levensjaar zullen de meeste mensen al staar ontwikkelen. Echter pas na het 60e levensjaar zul je waarschijnlijk pas de symptomen opmerken.
Als het gezichtsvermogen verandert moet je een oogonderzoek laten verrichten. Ga direct naar de dokter als het gezichtsvermogen plots verandert zoals lichtflitsen, dubbelzien, plotselinge hoofdpijn of plotselinge oogpijn.
Oorzaken staar
Je lens is het kleine doorzichtige schijfje in je oog. In onze jonge jaren zijn de lenzen zo helder als glas maar op oudere leeftijd zullen ze net zoals badkamerglas mat worden en kun je er minder goed doorheen kijken.
Staar wordt veroorzaakt door lensvertroebeling. Deze vertroebeling ontstaat wanneer de eiwitten in je oog ophopen en samenklonteren.
Als de lens troebel is kan er ook geen helder licht meer doorheen komen waardoor je troebel en wazig zicht krijgt en het gezichtsvermogen achteruit gaat.
Meestal zullen de vlekken na verloop van tijd groter worden wat uiteindelijk tot blindheid kan leiden.
De lens zorgt ervoor dat de lichtstralen die je oog binnenkomen op 1 punt geconcentreerd worden zodat je een scherp beeld ziet.
Echter, bij staar raakt je lens vertroebeld waardoor het licht vervormd wordt en niet meer precies op 1 punt terecht komt. Als gevolg zul je minder goed zien.
Bij staar heeft de ooglens ook de neiging om te verharden.
Risicofactoren staar:
- suikerziekte
- langdurige steroïdenmedicatie
- roken, overmatige hoeveelheden alcohol
- oogoperatie in het verleden, oogletsels
- erfelijke staargenen
Er is bovendien ook een zeldzame aangeboren afwijking waarin baby’s met staar geboren worden.
Diagnose staar
Aan de hand van de symptomen, medische voorgeschiedenis en oogonderzoek kan de diagnose staar gesteld worden. Bij het vermoeden op staar kun je naar een oogarts verwezen worden.
Verschillende testen:
- gezichtsscherpte test: reeks letters lezen op een oogkaart
- spleetlamponderzoek: onderzoek van de voorste oogstructuren
- applanatietonometrie: vloeistofdruk van het oog
- netvliesonderzoek: met oogdruppels zullen de pupillen verwijden zodat de oogarts de achterkant van het oog (netvlies) kan onderzoeken
Er zijn drie hoofdtypen van ouderdomsstaar namelijk kerncataract (nucleair cataract), subcapsulair posterieur cataract en corticaal cataract. Kerncataract is de meest voorkomende.
Hierbij zal de centrale lenszone geleidelijk vergelen en verharden. Ook andere lagen van de lens zullen na verloop van tijd vergelen en verharden.
Iedereen heeft wel eens van staar gehoord, maar slechts weinig weten precies wat het is en hoe het er uit ziet.
Behandeling staar
Alleen met een operatie kan staar behandeld worden, maar in een vroeg stadium kan een sterker brilglas misschien volstaan.
Bij leesproblemen kun je een vergrootglas of felle lamp gebruiken. Met een speciale antireflecterende brillen kun je schittering verminderen voor als je ‘s nachts auto moet rijden.
Kortom, bij milde staar kunnen helder leeslicht en een sterkere bril een tijdelijke oplossing bieden.
Staaroperatie
Een operatie wordt overwogen wanneer staar je dagelijkse activiteiten belemmert, met name als het autorijden gevaarlijker wordt.
Bij een staaroperatie wordt de troebele lens met een kunstlens vervangen. Tijdens de operatie ben je wakker en wordt het oog met een plaatselijke verdoving verdoofd.
Meestal duurt een staaroperatie slechts 15-20 minuten. Van de mensen die een staaroperatie hebben ondergaan zegt meer dan 95% dat het zicht vooruit is gegaan.
Take home message
Staar is een oogziekte waarbij troebele plekken in je ooglens het zicht vervormen waardoor je minder goed ziet.
Als je boven de 60 bent het het zicht troebeler wordt vraag je je al snel af of het te wijten is aan staar. Dus heb ik staar?
Symptomen van staar zijn wazig, troebel, vlekkerig, dubbel of slecht zicht, moeite met nachtzicht, feller licht nodig hebben, halo’s rond lichten, in het donker door schitteringen moeilijk kunnen rijden, lichtgevoeligheid, gevoeligheid voor schittering, regelmatig bril of contactlenzen moeten veranderen, vervaagde kleuren of vergeelde kleuren, bijziendheid bij oudere mensen en donker worden van je ogen in een later stadium.
Er zijn verschillende soorten staar maar nucleair cataract is de meest voorkomende.
In een vroeg stadium kunnen brilaanpassingen en een speciale anti reflecterende bril voor bij het autorijden mogelijk volstaan.
In een gevorderd stadium zal een operatie nodig zijn waarin de vertroebelde lens vervangen wordt voor een kunstlens.
Over Diederik
Bronnen
Seddon, J., Fong, D., West, S. K., & Valmadrid, C. T. (1995). Epidemiology of risk factors for age-related cataract. Survey of ophthalmology, 39(4), 323-334.
Olson, R. J., Mamalis, N., Werner, L., & Apple, D. J. (2003). Cataract treatment in the beginning of the 21st century. American journal of ophthalmology, 136(1), 146-154.