Xanax (alprazolam) wordt gebruikt voor de behandeling van angst- en paniekstoornissen.

Het wordt ook voor de behandeling van depressie voorgeschreven. Maar hoe lang werkt Xanax?

Dit artikel vertelt je waarom Xanax bij sommigen sneller kan uitwerken, wanneer het gaat werken, inclusief de bijwerkingen die op kunnen treden.

Waarom Xanax bij sommigen sneller uitgewerkt is

De halfwaardetijd van Xanax is dus ongeveer 11 uur en de halfwaardetijd van Xanax met verlengde afgifte kan tot 15 uur oplopen. De halfwaardetijd bepaalt dus hoe lang het in je lichaam aanwezig blijft.

Echter, deze halfwaardetijd kan door veel factoren beïnvloed worden:

• Gewicht: bij mensen met overgewicht zal het doorgaans langer werkzaam blijven
• Leeftijd: de halfwaardetijd kan bij jongere mensen korter zijn omdat jongere mensen Xanax sneller metaboliseren
• Stofwisseling: Xanax zal bij een snelle stofwisseling sneller verwerkt worden waardoor het dus minder lang werkt
• Dosis: de halfwaardetijd zal bij een hogere dosis Xanax toenemen
• Verlopen: bij verlopen Xanax kan de halfwaardetijd korter zijn, na 2-3 jaar kan het over de datum zijn
• Onderliggende gezondheidsproblemen: leveraandoeningen kunnen het metaboliseren van Xanax beïnvloeden.
• Wisselwerkingen: er kunnen wisselwerkingen met bepaalde medicijnen optreden wat de werkzaamheid kan beïnvloeden
• Ras: bij Aziaten zal de halfwaardetijd in vergelijking met Kaukasiërs 15%-25% langer zijn

Er zijn dus nogal wat factoren die de halfwaardetijd kunnen beïnvloeden, maar wat is het werkingsmechanisme van Xanax?

Wanneer begint Xanax te werken?

In minder dan één uur zullen de effecten van Xanax merkbaar zijn. De gemiddelde aanvangstijd bedraagt ongeveer 49 minuten. Meestal zal het binnen 15-60 minuten beginnen te werken.

1-2 uur na inname zullen de piekspiegels in het bloed bereikt worden. Al voor deze piekniveaus zul je de effecten voelen. Binnen het eerste uur zullen de meeste mensen 90% van het piekeffect voelen.

Orale Xanax zal gemakkelijk in je bloedbaan opgenomen worden. Vergeleken met andere psychotrope middelen werkt Xanax snel.

Je lichaam zal Xanax dus gemakkelijk opnemen en het zal al een uur na inname beginnen te werken.

Xanax wordt als een snelwerkend middel beschouwd, maar bij iedereen zullen de effecten in een ander tempo werken.

Er zijn ook nog eens een aantal belangrijke factoren waar je rekening mee moet houden die de halfwaardetijd beïnvloeden.

Hoe werkt Xanax?

Xanax is een benzodiazepine die meestal slaperigheid of een gevoel van ontspanning opwekt. Het zijn dus kalmerende middelen.

Dit doet Xanax door de effecten van gamma-aminoboterzuur (GABA) in je hersenen te verhogen. GABA is een chemische stof in je hersenen dat voor een ontspannen gevoel zorgt en kalmte bevordert. 

Xanax zal dus het niveau van opwinding verlagen. Hiermee kunnen angst- en paniekstoornissen behandeld worden.

Xanax is een van de meest voorgeschreven benzodiazepines. Er zijn echter veel bijwerkingen aan Xanax verbonden.

Bijwerkingen Xanax

De bijwerkingen van Xanax zijn onder andere:

1. vermoeidheid, slaperigheid 
2. trage of onduidelijke spraak
3. duizeligheid
4. hoofdpijn
5. depressie
6. geheugenstoornis

Milde bijwerkingen komen vaak voor. Houd ze goed in de gaten en houd je dokter op de hoogte. 

Vaak bouwen mensen die Xanax nemen een tolerantie op.

Take home message

Xanax is een benzodiazepine die slaperigheid of een gevoel van ontspanning opwekt.

In minder dan een uur zullen de effecten van Xanax merkbaar zijn. Binnen 1-2 uur zullen de piekconcentraties in je bloedbaan bereikt worden. 

Xanax is dus een kortwerkende drug die gemakkelijk in je bloedbaan opgenomen wordt, maar hoe lang werkt Xanax?

De ontspannende, kalmerende en verdovende effecten zullen normaal gesproken binnen 8-12 uur verdwijnen. Een dosis Xanax kan wel 5,6 dagen in je lichaam blijven.

Verschillende factoren kunnen de halfwaardetijd beïnvloeden waaronder gewicht, leeftijd, stofwisseling, dosis, houdbaarheid, onderliggende aandoeningen, wisselwerkingen en ras.

Xanax kan bijwerkingen veroorzaken waaronder vermoeidheid, slaperigheid, duizeligheid, trage of onduidelijke spraak, hoofdpijn, geheugenstoornis en depressie.