Bij sommige kankers kan in plaats van chemotherapie soms hormoontherapie toegepast worden.
Maar wat betekent dat allemaal? Dus wat zijn hormoongevoelige tumoren en wat is hormoontherapie?
KORT ANTWOORD
Bij sommige vormen van kanker, vooral bij borstkanker en prostaatkanker, zorgen hormonen ervoor dat tumoren groeien en zich verder ontwikkelen. We spreken dan van hormoongevoelige tumoren. Het proces waarbij deze cellen zich dan ongecontroleerd delen, wordt versterkt door de aanwezigheid van hormonen zoals oestrogeen.
Dit artikel vertelt je wat hormoontherapie precies is, hoe het werkt, de soorten hormoontherapie en de bijwerkingen die op kunnen treden.

Hoe werkt hormoontherapie bij kanker?
(Anti) hormoontherapie remt de aanwezigheid van hormonen die ervoor zorgen dat de tumoren verder groeien. Door deze hormonen te remmen kan de groei van de tumor dus tegengegaan worden.
Deze vorm van therapie werkt dus alleen als het gaat om tumoren die gevoelig zijn voor deze hormonen.
Een ander voorbeeld van kanker waarbij hormonen een rol spelen, is prostaatkanker. Hierbij speelt het hormoon testosteron juist een rol.
Er zijn verschillende groepen hormoontherapie, die uiteindelijk allemaal hetzelfde doel hebben, namelijk remming van de aanwezigheid van hormonen.
De anti-androgenen, de anti-oestrogenen en de aromataseremmer remmen de hormonen direct en de GnRh-analogen hebben een indirect effect op de remming.
Hoe werken GNRh-analogen bij kanker?
De laatste groep, de GNRh-analogen, zoals Zoladex, stimuleren juist de aanmaak van hormonen.
In eerste instantie krijg je daardoor juist een toename, ook wel een flare-up genoemd. Dit duurt vaak een maand.
Dit is de reden dat je de eerste maand vaak een combinatie ziet tussen een GnRh-analoog en een geneesmiddel dat voor een directe remming zorgt zoals bicalutamide. Je wilt immers een afname en geen toename.
Na ongeveer een maand wordt het lichaam ongevoelig door deze enorme stimulatie en raakt het uitgeput waardoor het aantal hormonen juist afneemt. Op dat moment werkt de GnRh-analoog dus juist remmend.
Net zoals bij chemotherapie kunnen er ook bijwerkingen optreden bij hormoontherapie.
Bijwerkingen hormoontherapie
Hormonen hebben verschillende functies in het lichaam. Doordat (anti)hormoontherapie hormonen remmen, ontstaan er bijwerkingen.
Zo is het hormoon oestrogeen belangrijk voor de botaanmaak. (Anti)hormoontherapie kan dus zorgen voor osteoporose (botontkalking) en botbreuken.
Het hormoon oestrogeen heeft invloed op de overgang. Doordat oestrogeen wordt geremd, ontstaan er klachten die tijdens de overgang optreden, zoals opvliegers.
Het mannelijk hormoon testosteron wordt geremd, waardoor er minder zin in seks (verminderd libido) is.
Immuunsysteem en hormoontherapie
Bij immunotherapie wordt het immuunsysteem van de patiënt gebruikt om de kankercellen aan te vallen.
Het immuunsysteem wordt door de behandeling ondersteund of extra actief gemaakt en valt hiermee de kankercellen aan.
Er bestaan verschillende vormen van immunotherapie, hoofdzakelijk zijn dit behandelingen met vaccins of cytokinen.
De cytokinen zetten cellen aan tot bestrijding van ziekten, maar ze kunnen er ook voor zorgen dat cellen niet meer werken. Cytokinen zul je in de apotheek niet tegenkomen.
In de apotheek zie je immunotherapie alleen als de groep “overige immunosuppressiva”, voorbeelden hiervan zijn lenalidomide (Revlimid) en pomalidomide (Imnovid).
Doordat het immuunsysteem actief wordt gemaakt, kunnen er bijwerkingen ontstaan waarbij het immuunsysteem overactief is. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld allergische reacties en ontstekingen ontstaan.
Tot slot bestaat er ook nog doelgerichte therapie.
Hoe werkt doelgerichte therapie bij kanker?
Doelgerichte therapie is een behandeling met medicijnen die de celdeling van kankercellen remmen of kankercellen doden.
Het grijpt aan op specifieke eigenschappen van kankercellen of hun omgeving. Zo grijpt het bijvoorbeeld specifiek aan op eiwitten die veel op bepaalde tumoren tot expressie komen.
Het brengt daardoor niet aan alle gezonde cellen schade toe en is minder aspecifiek dan bijvoorbeeld chemotherapie, de groep die we eerder hebben besproken.
Hoe je doelgerichte therapie herkent
Je kan doelgerichte therapie vaak herkennen aan de naam. Zo eindigen de grotere moleculen, eiwitten die we monoklonale antilichamen noemen, op mab (monoclonal anti body) en de kleinere moleculen op –nib.
Deze grote eiwitten worden op verschillende manieren gemaakt en dat is weer te zien aan de letters voorafgaand aan deze -mab.
Geneesmiddelen eindigend op omab zijn met muizen gemaakt en geneesmiddelen die eindigen op umab, zoals adalimumab, zijn volledig humaan.
Eiwitten kunnen niet zomaar in tabletvorm ingenomen worden, omdat eiwitten in het maagdarmkanaal worden afgebroken. Daarom zie je deze ‘–mabjes’ veelal in bijvoorbeeld subcutane vorm.
De –nibjes zie je wél in tabletvorm.
Maar hoe werkt doelgerichte therapie precies?
Specifieke receptoren en eiwitten
Doelgerichte therapie grijpt aan op specifieke eigenschappen van kankercellen, bijvoorbeeld op receptoren of eiwitten.
Deze receptoren of eiwitten kunnen op zowel kankercellen als gezonde cellen zitten, maar zijn vooral op kankercellen te vinden.
Aan de hand van de locatie van deze receptoren of eiwitten treden er bijwerkingen op. Hier zijn een aantal bijwerkingen.
Voorbeeld 1. Erlotinib (EGFR-remmer) grijpt aan op het eiwit EGFR, vooral op epitheelcellen. Deze bevinden zich in de huid en in de darmen. Daarom kan er dus erytheem (oftewel roodheid) en diarree optreden.
Voorbeeld 2. Pazopanib (C-KIT-remmer) grijpt specifiek aan op het eiwit C-KIT en dit is heel geconcentreerd aanwezig in melanocyten, een bepaald type huidcel dat melanine bevat en belangrijk is voor pigmentatie. Hierdoor kan verandering in de pigmentatie ontstaan en kleurt de huid van sommige mensen grijs. Dit is wel omkeerbaar.
Voorbeeld 3. Cobimetinib grijpt aan op de MEK-eiwitten. Deze zitten vooral in huidcellen en beïnvloeden de gevoeligheid voor licht. Patiënten moeten daarom zonlicht dus vermijden.
Hoe ga je met bijwerkingen om?
Doordat doelgerichte therapie specifieke bijwerkingen kent, zijn er veel adviezen opgesteld om met deze bijwerkingen om te gaan.
Op de zogeheten T-schijf staat een overzicht waarin de adviezen en behandelingen van de bijwerkingen te zien zijn. Hier kan de apotheek een rol in spelen bij de begeleiding van de patiënt.
Take home message
Hormonen zoals oestrogeen kunnen de groei van kanker versterken, maar met behulp van (anti) hormoontherapie worden deze hormonen geremd en kan de tumorgroei tegengegaan worden.
Aangezien hormonen verschillende lichaamsfuncties uitoefenen kan het remmen van deze hormonen bijwerkingen veroorzaken zoals botontkalking of opvliegers.
Tot slot is er ook nog de doelgerichte therapie. Zoals de naam doelgericht al zegt, kan het doelgericht op specifieke eigenschappen van kankercellen of hun omgeving aangrijpen. Hierdoor zal het minder schade aanbrengen.
Zoals hierboven beschreven kunnen er echter nog steeds bijwerkingen optreden.
Over Diederik
Bronnen
Kirkwood, J. M., Butterfield, L. H., Tarhini, A. A., Zarour, H., Kalinski, P., & Ferrone, S. (2012). Immunotherapy of cancer in 2012. CA: a cancer journal for clinicians, 62(5), 309-335.
Mercadante, S., & Fulfaro, F. (2007). Management of painful bone metastases. Current opinion in oncology, 19(4), 308-314.