Serotonine is niet alleen belangrijk voor het reguleren van de stemming. Serotonine heeft ook invloed op je slaapcyclus, eetlust, spijsvertering en andere lichamelijke processen.

Er is sprake van serotoninetekort wanneer je lichaam onvoldoende serotonine-activiteit heeft. Er zijn verschillende oorzaken voor een serotonine tekort en het geeft een reeks fysieke en psychologische symptomen.

Echter, de rol van serotonine wordt bij de psychologische symptomen nog niet volledig begrepen. Zo staat de relatie tussen serotonine en depressie nog steeds ter discussie binnen de medische gemeenschap. 

Wellicht vermoed je een serotoninetekort en vraag je je nu af hoe je het kan herkennen. Kortom, wat zijn de meest voorkomende symptomen en oorzaken van serotonine tekort?

De oorzaken van serotoninetekort zijn hormonale veranderingen (medicatie, menopauze, zwangerschap, of gevorderde leeftijd), gebrek aan zonlicht, slechte voeding, chronische stress, drugs en medicijnen. Symptomen van serotoninetekort zijn depressieve stemming, angst, slaapproblemen, prikkelbaarheid, agressie, impulsief gedrag, laag gevoel van eigenwaarde, slechte eetlust, chronische pijn en geheugen of leerproblemen. 

Symptomen van een serotoninetekort

Een serotoninetekort kan een breed scala aan psychische en lichamelijke symptomen veroorzaken.

Omdat serotonine meerdere lichaamsfuncties ondersteunt is het moeilijk te zeggen of enkel een serotoninetekort de oorzaak is van een specifiek symptoom.

Psychologische symptomen serotoninetekort

  1. gedeprimeerde stemming of depressie
  2. angst
  3. slapeloosheid
  4. laag gevoel van eigenwaarde
  5. prikkelbaarheid
  6. agressie
  7. impulsief gedrag
  8. slechte eetlust
  9. geheugenproblemen
  10. stemmingsinstabiliteit
  11. verminderde seksuele functie
  12. aandachtsproblemen 
  13. hyperactiviteit

Bovendien is er een mogelijk verband tussen een laag serotoninegehalte en psychologische aandoeningen, waaronder:

  1. obsessief-compulsieve stoornis
  2. eetstoornissen
  3. paniekstoornis
  4. sociale angststoornis
  5. posttraumatische stressstoornis
  6. Schizofrenie

De exacte rol van serotonine bij aandoeningen wordt nog niet volledig begrepen. Een serotoninetekort lijkt ook een verschillend effect uit te oefenen op vrouwen en mannen.

Zo toonde onderzoek aan dat lage serotoninewaarden in de hersenen depressie en stemmingsveranderingen veroorzaakten bij vrouwen. Echter, mannen werden juist impulsiever en ervaarden geen stemmingswisselingen.

Een serotoninetekort beïnvloedt de stemming anders bij mensen die al eerder een depressie hebben gehad. 

Mensen die nog nooit een depressie hebben doorgemaakt, worden mogelijk niet depressief bij een te laag serotoninegehalte. 

Lichamelijke symptomen serotoninetekort 

Omdat serotonine invloed heeft op vele vitale functies kan een serotonine tekort ook lichamelijke symptomen geven, waaronder:

  1. trek in koolhydraten
  2. gewichtstoename
  3. misselijkheid
  4. spijsverteringsproblemen
  5. prikkelbare darm syndroom 
  6. verstopping / constipatie
  7. vermoeidheid
  8. bewegingsproblemen
  9. voortijdig orgasme of ejaculatie
  10. incontinentie
  11. problemen met de bloedstolling

Oorzaak Serotoninetekort

De precieze oorzaak van een serotoninetekort is nog niet helemaal duidelijk. Sommige mensen lijken simpelweg minder serotonine te produceren dan anderen. Serotoninetekort is dus vaak genetisch.

  1. Genetisch
  2. Levenservaring: misbruik in het verleden kan een lager bindingspotentieel van de serotonine transporter veroorzaken. Dit betekent dat mishandeling voor minder serotonine-activiteit zorgt.
  3. Leeftijdsgebonden gezondheids- en hersenveranderingen
  4. Chronische stress
  5. Te weinig blootstelling aan natuurlijk licht
  6. Onvoldoende lichaamsbeweging
  7. Voedingstekort: te weinig vitamine D, L-tryptofaan, vitamine B-6 of omega-3 vetzuren die het lichaam nodig heeft voor de serotonineproductie. 
  8. Minder serotonine receptoren
  9. Inefficiënte receptoren: serotoninereceptoren zijn aanwezig maar ze kunnen de serotonine niet effectief ontvangen
  10. Serotonine wordt te snel geabsorbeerd of afgebroken.  

Kortom, de exacte oorzaak van serotoninetekort is vaak onduidelijk. Wat betreft de productie van serotonine is de oorzaak vaak genetisch. 

Serotonine en depressie 

De relatie tussen serotonine en depressie is erg complex. Depressie als gevolg van chronische stress en trauma’s kunnen de serotoninespiegel uitputten. Dit betekent dat een serotonine tekort zowel een oorzaak als een gevolg van depressie kan zijn.

Serotoninetekort Testen 

bloed afnemenEen serotoninetekort is heel moeilijk om te meten omdat je de hoeveelheid in je hersenen niet nauwkeurig kan testen.

Hoewel er een serotonine bloedtest bestaat wordt die alleen gebruikt om serotonine producerende tumoren buiten de hersenen op te sporen. 

Bovendien geeft het serotoninegehalte in het bloed geen goede weerspiegeling van het gehalte in je hersenen. Online verkrijgbare urinetesten werken niet en kunnen geen serotoninetekort meten.

De hersenen zijn omgeven door de bloed-hersenbarrière (BHB). Dit membraan laat sommige stofjes wel door, maar andere niet. Serotonine is een stofje die niet doorgelaten wordt.

Serotonine wordt door je hersenstam aangemaakt. Hierdoor zijn bloed- en urinemetingen onbetrouwbaar om de hoeveelheid serotonine in je hersenen te meten. 

Als je denkt dat je een serotoninetekort hebt, houd dan je symptomen een paar weken bij en bespreek het met je zorgverlener. 

Artsen stellen de diagnose serotoninetekort op basis van de symptomen en niet op basis van het serotoninegehalte.

Serotoninetekort aanvullen

Er zijn een paar wetenschappelijke manieren om de werking van serotonine in de hersenen en het lichaam te boosten. Deze manier werken ongeacht de oorzaak.

Serotonine tekort aanvullen met medicijnen

Selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI’s) helpen je lichaam serotonine efficiënter te gebruiken.

Serotonine heropnameremmers remmen de serotonine heropname van de presynaptische receptoren. Hierdoor is er meer serotonine beschikbaar dat zich kan binden aan de postsynaptische receptoren. 

Als resultaat zit er meer serotonine tussen de uiteinden (synapsen) van de zenuwcellen, waardoor er een grotere hoeveelheid serotonine wordt gebruikt.

Kortom, SSRI’s maken niet meer serotonine aan, maar ze verhogen de efficiëntie van het beschikbare serotonine.

Veelgebruikte SSRI’s:

  1. citalopram (Celexa)
  2. sertraline (Zoloft)
  3. escitalopram (Lexapro)
  4. fluoxetine (Prozac, Sarafem)
  5. paroxetine (Paxil)

Als de serotoninespiegel echter te hoog wordt door het gebruik van serotonine verhogende medicijnen, kan het serotoninesyndroom ontstaan. Bovendien kan serotonine mogelijk oorsuizen verergeren. 

Serotonine verhogen op een natuurlijke manier

SSRI’s werken niet bij iedereen en soms veroorzaken ze onaangename bijwerkingen. Gelukkig zijn er andere effectieve, natuurlijke manieren om het serotoninetekort aan te vullen.

stemmingsinductie serotonineStemmingsinductie. Hiermee wordt het opzettelijk creëren van een gelukkige stemming bedoelt. Doe iets waar je van houdt of denk aan iets gelukkigs. Het is wetenschappelijke bewezen dat stemmingsinductie het serotoninegehalte in de hersenen verhoogt.

Lichaamsbeweging. Meerdere studies hebben aangetoond dat lichaamsbeweging zowel de productie als de afgifte van serotonine verhoogt. Aerobe oefeningen zoals wandelen, hardlopen of zwemmen zijn het meest effectief.

Dieet. Eet meer bouwstenen die je lichaam nodig heeft voor de serotonineproductie. De bouwstenen van serotonine zijn vitamine D, tryptofaan, vitamine B en omega-3 vetzuren. 

Helder licht. Studies hebben aangetoond dat helder licht, oftewel blootstelling aan de zon of een lichtbox het serotoninegehalte kan verhogen. 

Kortom, er zijn dus genoeg natuurlijke serotonineboosters. 

Zo maakt het lichaam serotonine aan 

Zenuwcellen in het centrale zenuwstelsel produceren serotonine uit het aminozuur tryptofaan. 

De hoeveelheid tryptofaan die je eet in combinatie met de snelheid waarmee het lichaam het metaboliseert, bepaalt de precieze hoeveelheid tryptofaan in het lichaam.

Vitamine D ondersteunt de omzetting van tryptofaan in serotonine. 

Deze voedingsmiddelen bevatten tryptofaan:

  1. zuivelproducten
  2. vlees, met name kalkoen
  3. kikkererwten
  4. zaden

Take home message

Een serotoninetekort heeft gevolgen voor zowel de geestelijke en lichamelijke gezondheid. Toch zijn er nog veel onbeantwoorde vragen wat betreft de werking van serotonine in zowel de hersenen als de rest van het lichaam.

De meest voorkomende symptomen van een serotoninetekort zijn depressieve stemming, slaapproblemen, prikkelbaarheid,  angst, impulsief gedrag en slechte eetlust.

De meest voorkomende oorzaken van serotoninetekort zijn hormonale veranderingen, genetisch, gebrek aan zonlicht, chronische stress, slechte voeding, drugs en medicijnen.

Het serotoninegehalte in het bloed wordt niet getest omdat het geen weerspiegeling is van het gehalte in je hersenen.

Antidepressiva genaamd selectieve serotonine heropname remmers (SSRI’s) kunnen de symptomen van serotoninetekort verbeteren.

Naast SSRI’s zijn er genoeg effectieve natuurlijke boosters om het serotonine te verhogen zoals wandelingen en bepaalde voedingsmiddelen.

Over Diederik

Diederik heeft een medisch-wetenschappelijke achtergrond.

Bronnen

Young, S. N. (2007). How to increase serotonin in the human brain without drugs. Journal of psychiatry & neuroscience: JPN, 32(6), 394.

Berger, M., Gray, J. A., & Roth, B. L. (2009). The expanded biology of serotonin. Annual review of medicine, 60, 355-366.

Blumenthal, J. A., Smith, P. J., & Hoffman, B. M. (2012). Is exercise a viable treatment for depression?. ACSM’s health & fitness journal, 16(4), 14.

Cosgrove, K. P., Mazure, C. M., & Staley, J. K. (2007). Evolving knowledge of sex differences in brain structure, function, and chemistry. Biological psychiatry, 62(8), 847-855.

Jenkins, T. A., Nguyen, J. C., Polglaze, K. E., & Bertrand, P. P. (2016). Influence of tryptophan and serotonin on mood and cognition with a possible role of the gut-brain axis. Nutrients, 8(1), 56.

Malinin, A., Oshrine, B., & Serebruany, V. (2004). Treatment with selective serotonin reuptake inhibitors for enhancing wound healing. Medical hypotheses, 63(1), 103-109.

Natarajan, R., Northrop, N. A., & Yamamoto, B. K. (2015). Protracted effects of chronic stress on serotonin-dependent thermoregulation. Stress, 18(6), 668-676.

Nishizawa, S., Benkelfat, C., Young, S. N., Leyton, M., Mzengeza, S. D., De Montigny, C., … & Diksic, M. (1997). Differences between males and females in rates of serotonin synthesis in human brain. Proceedings of the National Academy of Sciences, 94(10), 5308-5313.

Saldanha, D., Kumar, N., Ryali, V. S. S. R., Srivastava, K., & Pawar, A. A. (2009). Serum serotonin abnormality in depression. Medical Journal Armed Forces India, 65(2), 108-112.

Whitney, M. S., Shemery, A. M., Yaw, A. M., Donovan, L. J., Glass, J. D., & Deneris, E. S. (2016). Adult brain serotonin deficiency causes hyperactivity, circadian disruption, and elimination of siestas. Journal of Neuroscience, 36(38), 9828-9842.

Camilleri, M. (2009). Serotonin in the gastrointestinal tract. Current opinion in endocrinology, diabetes, and obesity, 16(1), 53.

Sansone, R. A., & Sansone, L. A. (2013). Sunshine, serotonin, and skin: a partial explanation for seasonal patterns in psychopathology?. Innovations in clinical neuroscience, 10(7-8), 20.

Keszthelyi, D., Troost, F. J., & Masclee, A. A. M. (2009). Understanding the role of tryptophan and serotonin metabolism in gastrointestinal function. Neurogastroenterology & Motility, 21(12), 1239-1249.

Nordquist, N., & Oreland, L. (2010). Serotonin, genetic variability, behaviour, and psychiatric disorders-a review. Upsala journal of medical sciences, 115(1), 2-10.

Murphy, D. L., Li, Q., Engel, S., Wichems, C., Andrews, A., Lesch, K. P., & Uhl, G. (2001). Genetic perspectives on the serotonin transporter. Brain research bulletin, 56(5), 487-494.

Lam, D. D., Garfield, A. S., Marston, O. J., Shaw, J., & Heisler, L. K. (2010). Brain serotonin system in the coordination of food intake and body weight. Pharmacology Biochemistry and Behavior, 97(1), 84-91.

Patrick, R. P., & Ames, B. N. (2015). Vitamin D and the omega‐3 fatty acids control serotonin synthesis and action, part 2: Relevance for ADHD, bipolar disorder, schizophrenia, and impulsive behavior. The FASEB Journal, 29(6), 2207-2222.