Het verlangen naar suiker temmen is voor iedereen een uitdaging, maar het is voor diabetespatiënten noodzakelijk om de hoeveelheid suikers onder controle te houden.

Sucralose is 600 keer zoeter dan suiker en bevat geen calorieën. In eerste instantie klinkt dit als de ideale suikervervanger voor diabetespatiënten. Er is echter een keerzijde.

Hoewel kunstmatige zoetstoffen geen suiker bevatten, wordt er steeds meer duidelijk over de neveneffecten van zoetstoffen waaronder het effect op de bloedsuikerspiegel. 

Wellicht heb je ergens over de sucralose gelezen en vraag je je nu af of dat wel samen gaat met diabetes. Kortom, mag je sucralose met diabetes?

Sucralose kan de bloedsuiker en insulinespiegel in sommige gevallen verhogen. Overmatig sucralose gebruik kan op de lange termijn via de darmflora indirect je bloedsuikerregulering aantasten. Ook wordt de zoetheid associatie aangetast. Omdat er na de zoete sucralose geen calorieën volgen, wordt de reactie van je hersenen op zoetheid aangetast en je zal je je ook minder voldaan voelen na een grote maaltijd. Als gevolg ga je sneller overeten en snoepen waardoor je bloedsuikerspiegel te hoog kan worden. In tegenstelling tot sucralose kan stevia de bloedsuikerspiegel juist stabiliseren.

Dit artikel vertelt je hoe sucralose de bloedsuikerspiegel beïnvloedt inclusief het meest gezonde sucralose alternatief.

Wat sucralose met de bloedsuikerspiegel doet

Suikervervangers zoals sucralose worden als “vrije voeding” beschouwd. Dit houdt in dat de voeding minder dan 5 gram koolhydraten en minder dan 20 calorieën bevat.

Uit onderzoek blijkt helaas dat deze vrije voedingsmiddelen nog steeds je bloedsuikerspiegel kunnen beïnvloeden.

Een onderzoek onder mensen met ernstige obesitas heeft aangetoond dat sucralose bij sommige mensen invloed heeft op de bloedsuikerspiegel.

Bij 17 deelnemers was de bloedsuikerspiegel met 14% gestegen en de insulinespiegel met 20%. Voorafgaand aan de studie gebruikten de deelnemers geen kunstmatige zoetstoffen.

De onderzoekers gaven aan dat sucralose de bloedsuikerspiegel en insulinespiegel waarschijnlijk niet zal verhogen bij degenen die regelmatig kunstmatige zoetstoffen consumeren. 

De volgende zoetstoffen mogen diabetespatiënten nemen: 

  1. Stevia 
  2. Sacharine 
  3. Acesulfaam kalium 
  4. Aspartaam 
  5. Advantame
  6. Neotaam 
  7. Sucralose 

De beste sucralose alternatieven komen iets later aan bod. 

Nadelen van sucralose voor diabetici

Volgens de veiligheidsvoorschriften zou je elke dag 23 pakjes sucralose veilig kunnen innemen. Echter, er zijn een paar nadelen verbonden aan sucralose die diabetes indirect kunnen beïnvloeden.

Verhitting. Er kunnen schadelijke chloropropanolen ontstaan wanneer je sucralose tijdens het bakken of koken gebruikt. Sucralose wordt vaak gebruikt tijdens verhitting omdat het zijn zoetheid niet verliest. 

Darmflora. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat sucralose de darmflora kan aantasten en op de lange termijn mogelijk de bloedsuikerregulatie kan belemmeren. Sucralose tast de gezonde darmbacteriën aan en zal de hoeveelheid slechte darmbacteriën laten stijgen waardoor de darmflora ontwricht kan worden. 

Diarree. Indirect kan sucralose opstapeling in het darmkanaal diarree veroorzaken. Door deze ophoping kan de hoeveelheid pro-inflammatoire microben toenemen en de hoeveelheid gunstige darmbacteriën afnemen waardoor de darmflora verstoord wordt. Als gevolg krijgen de slechte darmbacteriën de overhand waardoor het stikstof en watergehalte in de dikke darm zal stijgen en er diarree ontstaat. Bovendien wordt sucralose slecht verteerd wat eventuele darmklachten kan verergeren.

Hoofdpijn. Sucralose kan hoofdpijn veroorzaken en mogelijk migraine verergeren. Toekomstig onderzoek zal dit verband verder onderzoeken.

Overige bijwerkingen van sucralose zijn:

  1. gewichtstoename
  2. duizeligheid
  3. allergische reacties
  4. wazig zicht

Alternatieven van sucralose 

Hoewel sucralose invloed heeft op de bloedsuikerspiegel zijn er gelukkig een aantal alternatieven.  

Stevia. De veiligste zoetstof voor diabetespatiënten is stevia vanwege een aantal bijzondere eigenschappen. Stevia is niet alleen goedgekeurd door meerdere gezondheidsinstanties, stevia kan in tegenstelling tot suiker en kunstmatige zoetstoffen je glucosetolerantie verhogen en je bloedsuikerspiegel onderdrukken.

Erythritol. Kunstmatige zoetstoffen kunnen bijwerkingen veroorzaken, maar erythritol lijkt de uitzondering op deze regel te zijn. Uit onderzoek blijkt namelijk dat er geen bijwerkingen optreden na erythritol-inname. De deeltjes van erythritol zijn veel kleiner in vergelijking met de meeste suikeralcoholen. 

Kortom, voor diabetespatiënten zijn dit mogelijk twee goede sucralose alternatieven. 

Take home message

Hoewel sucralose geen suiker bevat, blijkt uit zowel dier- als mensenstudies dat het dus wel insulinepieken kan veroorzaken.

Daarnaast kan sucralose de darmflora ontwrichten wat op de langere termijn de bloedsuikerregulering kan aantasten. 

Gelukkig bestaan er genoeg alternatieven waarvan stevia tot de beste behoort omdat het je bloedsuikerspiegel zelfs kan stabiliseren.

Over Diederik

Diederik heeft een medisch-wetenschappelijke achtergrond. In zijn vrije tijd schrijft hij over gezondheidskwesties.

Bronnen

Purohit, V., & Mishra, S. (2018). The truth about artificial sweeteners–are they good for diabetics?.

Suez, J., Korem, T., Zeevi, D., Zilberman-Schapira, G., Thaiss, C. A., Maza, O., … & Elinav, E. (2014). Artificial sweeteners induce glucose intolerance by altering the gut microbiota. Nature, 514(7521), 181-186.

Ilb@ aml; ck, N. G., Alzin, M., Jahrl, S., Enghardt-Barbieri, H., & Busk, L. (2003). Estimated intake of the artificial sweeteners acesulfame-K, aspartame, cyclamate and saccharin in a group of Swedish diabetics. Food Additives & Contaminants, 20(2), 115-126.

Whitehouse, C. R., Boullata, J., & McCauley, L. A. (2008). The potential toxicity of artificial sweeteners. Aaohn Journal, 56(6), 251-261.

Bian, X., Chi, L., Gao, B., Tu, P., Ru, H., & Lu, K. (2017). Gut microbiome response to sucralose and its potential role in inducing liver inflammation in mice. Frontiers in physiology, 8, 487.

Tandel, K. R. (2011). Sugar substitutes: Health controversy over perceived benefits. Journal of pharmacology & pharmacotherapeutics, 2(4), 236.

Schiffman, S. S., & Rother, K. I. (2013). Sucralose, a synthetic organochlorine sweetener: overview of biological issues. Journal of Toxicology and Environmental Health, Part B, 16(7), 399-451.

Ahmad, S. Y., Friel, J. K., & Mackay, D. S. (2020). Effect of sucralose and aspartame on glucose metabolism and gut hormones. Nutrition reviews, 78(9), 725-746.

Baird, I. M., Shephard, N. W., Merritt, R. J., & Hildick-Smith, G. (2000). Repeated dose study of sucralose tolerance in human subjects. Food and Chemical Toxicology, 38, 123-129.

Sanyaolu, A., Marinkovic, A., Gosse, J., Likaj, L., Ayodele, O., Okorie, C., & Verner, O. (2019). Artificial sweeteners and their association with Diabetes: A review. J Pub Health Catalog, 1(4), 1-3.

Virtanen, S. M., Rasanen, L., Paganus, A., Varo, P., & Akerblom, H. K. (1988). Intake of sugars and artificial sweeteners by adolescent diabetics. Nutrition reports international (USA).