Het Verschil tussen AML en ALL Uitgelegd

Acute leukemie is een type bloedkanker waarbij zich abnormale cellen vormen in het beenmerg en zich vervolgens snel verspreiden naar andere delen van het lichaam. 

Acute myeloïde leukemie (AML) en acute lymfatische leukemie (ALL) zijn de twee meest voorkomende vormen van acute leukemie bij volwassenen en kinderen.

Hoewel AML en ALL beide acute vormen van leukemie zijn, zijn er belangrijke verschillen tussen deze twee ziekten. 

Dus wat is het verschil tussen AML en ALL?

KORT ANTWOORD

AML begint in de cellen die zich normaal gesproken ontwikkelen tot witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes, terwijl ALL in de cellen begint die zich normaal gesproken ontwikkelen tot lymfocyten – een soort witte bloedcellen die verantwoordelijk zijn voor het bestrijden van infecties.

Deze verschillen hebben belangrijke consequenties voor de diagnose en behandeling van de ziekte. Zo kan de leeftijd van de patiënt een belangrijke rol spelen bij de keuze van de behandeling, omdat AML vaker voorkomt bij oudere volwassenen en ALL vaker voorkomt bij kinderen. Daarnaast hebben AML en ALL verschillende prognoses en reacties op bepaalde behandelingen, wat het belang van een nauwkeurige diagnose benadrukt.

Het begrijpen van de verschillen tussen AML en ALL is dan ook essentieel voor het bieden van de best mogelijke zorg en behandeling aan patiënten met deze vormen van acute leukemie.

In dit artikel gaan we dieper in op specifieke verschillen van deze ziekten.

dokter en verpleegkundigen

1. De cel waarin de kanker begint

AML en ALL zijn beide acute vormen van leukemie waarbij er abnormale bloedcellen ontstaan in het beenmerg en zich snel verspreiden naar andere delen van het lichaam. 

Een belangrijk verschil tussen AML en ALL is de cel waarin de kanker begint. AML ontstaat in de cellen die normaal gesproken uitgroeien tot witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes, terwijl ALL ontstaat in de cellen die normaal uitgroeien tot lymfocyten.

2. Leeftijd

AML komt vaker voor bij oudere volwassenen dan bij kinderen, terwijl ALL vaker voorkomt bij kinderen dan bij volwassenen. 

Dit komt door verschillen in de biologie van de cellen die bij deze ziekten betrokken zijn. 

AML wordt vaak geassocieerd met de accumulatie van genetische afwijkingen die zich gedurende vele jaren kunnen ontwikkelen, terwijl ALL wordt geassocieerd met specifieke chromosomale afwijkingen die de ontwikkeling van lymfocyten beïnvloeden.

3. Diagnose

Het stellen van de diagnose voor AML en ALL kan een uitdagend proces zijn, omdat de symptomen en laboratoriumwaarden voor beide ziekten vaak overlappen. 

Patiënten met AML en ALL kunnen bijvoorbeeld allebei symptomen vertonen zoals vermoeidheid, gewichtsverlies en kortademigheid. 

Om de diagnose te stellen, is het belangrijk om een grondig lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek en beenmergbiopsie uit te voeren om de soort en de ernst van de leukemie te bepalen.

4. Behandeling

De behandeling van AML en ALL verschilt aanzienlijk, omdat ze beide afhankelijk zijn van de specifieke biologie van de ziekte. 

AML wordt vaak behandeld met intensieve chemotherapie en beenmergtransplantatie, terwijl ALL doorgaans wordt behandeld met chemotherapie, radiotherapie en gerichte therapieën. 

Daarnaast kan bij AML ook een behandeling met differentiërende agentia (zoals all-trans-retinoïnezuur) worden overwogen.

5. Prognose

Het bepalen van de prognose voor AML en ALL kan ook een uitdaging zijn, omdat het afhangt van verschillende factoren, zoals de leeftijd van de patiënt, de aanwezigheid van genetische afwijkingen en de reactie op de behandeling. 

Over het algemeen hebben kinderen met ALL een betere prognose dan volwassenen met AML, omdat ALL gevoeliger is voor chemotherapie en de behandelingen minder toxisch zijn voor kinderen.

6. Reactie op behandeling

De reactie op de behandeling voor AML en ALL kan ook verschillen. Sommige vormen van AML reageren bijvoorbeeld beter op bepaalde vormen van chemotherapie dan andere, terwijl sommige vormen van ALL resistent kunnen zijn tegen conventionele chemotherapie en afhankelijk zijn van nieuwe gerichte therapieën om de ziekte onder controle te houden.

Het grootste verschil tussen AML en ALL

Het grootste verschil tussen AML en ALL is dat ze ontstaan uit verschillende soorten witte bloedcellen. AML ontstaat uit myeloïde cellen, terwijl ALL ontstaat uit lymfatische cellen.

Myeloïde cellen. Myeloïde cellen zijn bloedcellen die worden gevormd in het beenmerg en die zich ontwikkelen tot verschillende soorten bloedcellen, waaronder rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. 

Lymfatische cellen. Lymfatische cellen daarentegen worden gevormd in het lymfestelsel, een netwerk van weefsels en organen die een belangrijke rol spelen in het immuunsysteem van het lichaam. Lymfatische cellen omvatten onder andere B-cellen, T-cellen en natural killer-cellen.

Het celtype waaruit de kanker ontstaat heeft invloed op de manier waarop de leukemie zich presenteert en ook op de behandelingsopties. Zo kunnen AML en ALL zich verschillend manifesteren, afhankelijk van het celtype waaruit ze zijn ontstaan.

AML Symptomen. AML kan bijvoorbeeld gepaard gaan met symptomen zoals bloedingen, koorts en vermoeidheid. Dit komt doordat de myeloïde cellen die door AML worden aangetast, een belangrijke rol spelen bij het produceren van bloedplaatjes, die nodig zijn voor de bloedstolling, en witte bloedcellen, die helpen het lichaam te beschermen tegen infecties.

ALL symptomen. ALL daarentegen kan zich presenteren met symptomen zoals vermoeidheid, gewichtsverlies en botpijn. Dit komt doordat de lymfatische cellen die door ALL worden aangetast, een belangrijke rol spelen bij het beschermen van het lichaam tegen ziekteverwekkers en het reguleren van het immuunsysteem.

Al met al is het celtype waaruit de kanker ontstaat een belangrijk onderscheidend kenmerk tussen AML en ALL en heeft het een aanzienlijke invloed op de manier waarop de ziekte zich presenteert en wordt behandeld. 

Het begrijpen van deze verschillen is belangrijk voor het bepalen van de beste behandelingsopties en het verbeteren van de uitkomsten voor patiënten met deze ziekten.

Take home message

Dus wat is het verschil tussen aml en all?

AML en ALL zijn beide acute vormen van leukemie die zich onderscheiden door de cel waarin de kanker begint en de leeftijd van de patiënt waarbij de ziekte vaker voorkomt. 

AML ontstaat uit myeloïde cellen, terwijl ALL ontstaat uit lymfatische cellen. AML ontstaat dus uit één soort bloedcellen, terwijl ALL uit een andere soort ontstaat.

De diagnose kan een uitdaging zijn vanwege overlappende symptomen en laboratoriumwaarden. 

Behandelingen, prognoses en reacties op therapieën verschillen ook tussen de twee ziekten en zijn afhankelijk van de specifieke biologie van de ziekte.

Het is belangrijk dat patiënten met AML of ALL behandeld worden door een multidisciplinair team van artsen die gespecialiseerd zijn in het behandelen van leukemie om de beste resultaten te behalen.

Over Diederik

Diederik heeft een medisch-wetenschappelijke achtergrond. In zijn vrije tijd schrijft hij onder andere over gezondheidskwesties voor Human Nature.

Bronnen