Wat is Orthomoleculaire Geneeskunde?

De tweevoudig Nobelprijswinnaar Linus Pauling, PhD, heeft in 1968 de term “Orthomoleculair” bedacht. Hij is een moleculair bioloog.

Orthomoleculaire geneeskunde berust op een aantal interessante concepten waardoor veel mensen denken dat het een blijvertje is.

Maar wat is orthomoleculaire geneeskunde?

KORT ANTWOORD

Het is een vorm van alternatieve geneeskunde waar voedingssupplementen gebruikt worden om de menselijke gezondheid mee te behouden. Zo probeert orthomoleculaire geneeskunde moleculaire onevenwichtigheden te corrigeren om zo het ideale milieu in je lichaam te herstellen.

Dit artikel vertelt je hoe orthomoleculaire geneeskunde werkt, waar het voor gebruikt wordt en of het überhaupt wel werkt.

vrouw zoekt groenten uit in de groentenafdeling

Hoe werkt orthomoleculaire geneeskunde?

Volgens de theorie van orthomoleculaire geneeskunde kunnen ziekten genezen worden door er voor te zorgen dat de optimale hoeveelheden stoffen in het lichaam aanwezig zijn. 

Dit kan door voedingstoffen in te nemen zoals vitamine, mineralen en sporenelementen. De inname van voedingsstoffen proberen ze dus te verbeteren of te veranderen. Hierdoor zouden organen zoals de hersenen de beste moleculaire omgeving krijgen.

1. Orthomoleculaire evenwicht

Ons lichaam bevat natuurlijk voorkomende moleculen en voor een optimale gezondheid en welzijn moet het orthomoleculaire evenwicht gehandhaafd worden.

Bij orthomoleculaire geneeskunde worden de juiste heilzame moleculen gebruikt die zouden helpen bij de behandeling van ziekten en voor het behoud van de gezondheid.

2. Orthomoleculen 

Deze heilzame moleculen komen voor in ons voedsel waaronder vitaminen, mineralen, aminozuren, eiwitten, vezels, vetten, bioflavonoïden, water en koolhydraten. Dit worden ook wel orthomoleculen genoemd.

Voorheen probeerden mensen door voedsel en drank dit evenwicht te reguleren maar nu bestaan er ook voedingsconcentraten.

3. De vier sleutelwoorden

Naast voeding screent de orthomoleculaire geneeskunde ook op vervuiling. Zo zou ons voortbestaan voornamelijk beïnvloed worden door zowel voeding als vervuiling.

De omgevingsfactoren zijn voeding en vervuiling en onze menselijke reacties op de omgeving zijn ziekte en stress.

Samenvattend zijn de vier sleutelwoorden van het orthomoleculaire perspectief:

  1. voeding
  2. vervuiling
  3. ziekte
  4. stress

Waar orthomoleculaire geneeskunde voor gebruikt wordt

Orthomoleculaire geneeskunde wordt voor verschillende gezondheidsproblemen en ziektes gebruikt waaronder:

  1. kanker
  2. depressie
  3. infecties
  4. atherosclerose

Een interessant werkingsmechanisme, Maar werkt het überhaupt wel?

Werkt orthomoleculaire geneeskunde?

Door de orthomoleculaire geneeskunde worden megadoses vitaminen aanbevolen. Er is in het algemeen echter geen wetenschappelijke consensus die deze aanbeveling ondersteunt.

Bovendien kunnen hoge doses vitamine giftig zijn, denk hierbij aan tocoferol (vitamine E), cholecalciferol (vitamine D) en niacine (vitamine B3).

Take home message

In 1968 werd de term “orthomoleculair” bedacht. Een moeilijke naam die wat vraagtekens oproept.

Wat is orthomoleculaire geneeskunde?

Bij orthomoleculaire geneeskunde worden voedingssupplementen gebruikt om de optimale hoeveelheden stoffen in je lichaam te hebben om daarmee eventuele moleculaire onevenwichtigheden te corrigeren en de menselijke gezondheid te behouden.

Hiervoor worden bijvoorbeeld vitamines verstrekt en worden ook megadoses vitaminen aanbevolen.

In het algemeen ontbreekt echter een sterk wetenschappelijk fundament. Houd ook in je achterhoofd dat hoge doses vitaminen giftig kunnen zijn.

Over Diederik

Diederik heeft een medisch-wetenschappelijke achtergrond. In zijn vrije tijd schrijft hij onder andere over gezondheidskwesties voor Human Nature.

Bronnen

Janson, M. (2006). Orthomolecular medicine: the therapeutic use of dietary supplements for anti-aging. Clinical Interventions in Aging, 1(3), 261.

Huemer, R. P. (1977). A theory of diagnosis for orthomolecular medicine. Journal of Theoretical Biology, 67(4), 625-635.