Wennen aan de Wintertijd zonder Dagenlang Moe te zijn (5 Tips)

Elk najaar draaien we de klok weer braaf een uurtje terug en krijgen we een uurtje slaap cadeau.

Klinkt goed, toch? Alleen voelt wennen aan de wintertijd alsof we even sjoemelen met de natuur, en je lichaam is daar niet per se fan van. 

Het wordt ’s ochtends eerder licht, ’s avonds sneller donker, en je interne klok denkt: “Wacht even, wat is hier gebeurd?”

Die biologische klok van je regelt namelijk veel meer dan alleen je slaaptijd. Hij bepaalt wanneer je honger krijgt, hoe scherp je bent en zelfs hoe goed je humeur is.

Zodra je de tijd verzet, moet dat hele systeem zich opnieuw afstemmen.

Voor sommigen gaat dat soepel, anderen voelen zich alsof ze een mini-jetlag hebben zonder ooit een vliegtuig te hebben gezien.

Je lichaam houdt nu eenmaal van voorspelbaarheid, en één uurtje verschil kan al genoeg zijn om die balans even te verstoren.

Gelukkig herstelt dat meestal binnen een paar dagen, zeker als je weet hoe je die reset kunt versnellen.

En ik weet wel hoe het is om te moeten wennen aan nieuwe, of eigenlijk gewoon bizarre tijden.

Jarenlang heb ik mezelf getraind om elke avond om acht uur te gaan slapen en om vier uur op te staan. Met diezelfde trucjes haalde ik tijdens de overgang naar de wintertijd zelfs mijn hoogste slaapscore ooit, volgens mijn slaaptracker dan, die me eindelijk eens een compliment gaf. Het ging natuurlijk niet vanzelf, want ik had daar een heel arsenaal aan slimme gewoontes voor. En die ga ik met je delen.

Maar eerst vertel ik wat die wintertijd met je lichaam doet, en daarna precies welke zeven dingen je kunt doen om er snel aan te wennen zonder dat je hoofd of humeur protesteert.

Een slaperige vrouw zit rechtop in bed op een koude winterochtend en probeert te wennen aan de wintertijd

Wat doet wintertijd met je lichaam? Wat zijn de effecten van de wintertijd op het lichaam? 

Het halfjaarlijks verzetten van de klok lijkt misschien een kleinigheid, maar je lichaam denkt daar soms anders over. 

Je biologische klok (dat interne systeem dat bepaalt wanneer je slaperig wordt, honger krijgt en zin hebt om iets te doen) werkt op een strak ritme van ongeveer 24 uur. 

Dat ritme wordt vooral aangestuurd door licht. Zodra het buiten lichter wordt, daalt het slaaphormoon melatonine en stijgt het waakhormoon cortisol. 

Daardoor ga je vanzelf richting wakkerstand. Als we plots overstappen op wintertijd, wordt het in de ochtend eerder licht dan de dag ervoor, en dat kan je interne klok even in de war brengen.

Gelukkig is de overgang naar wintertijd meestal de makkelijkste van de twee. Chronobioloog Marijke Gordijn van de Rijksuniversiteit Groningen legt uit dat het lichaam zich vrij soepel aanpast, omdat je een uur extra slaap krijgt. De zomertijd doet het tegenovergestelde: je levert een uur in, en dat voelt voor veel mensen alsof ze met een mini-jetlag opstaan. Uit onderzoek en ervaring blijkt dan ook dat de overstap naar wintertijd doorgaans een stuk soepeler verloopt.

Toch is niet iedereen meteen weer in balans. Sommige mensen merken dat hun slaap wat rommeliger is of dat ze zich overdag wat prikkelbaar of vermoeid voelen. Vooral langslapers (mensen die van nature veel slaap nodig hebben) moeten soms wat langer wennen. Kortslapers hebben er meestal minder moeite mee. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat vooral de overgang naar zomertijd merkbare effecten heeft op de gezondheid, zoals kortere nachten en zelfs een lichte stijging van het aantal hartinfarcten direct na de wissel. Bij wintertijd zijn die effecten gelukkig veel milder.

Dat komt doordat je interne klok sterk afhankelijk is van hormonen. ’s Avonds maakt je lichaam melatonine aan zodra het donker wordt, wat je slaperig maakt. Rond drie uur ’s nachts bereikt dat hormoon zijn piek, en zodra het ochtendlicht binnenvalt, zakt de melatoninespiegel weer. Als de klok een uur wordt teruggezet, kan het zijn dat je die diepe slaapfase iets langer vasthoudt dan normaal. Je lichaam denkt immers dat het nog nacht is, terwijl de wekker al iets anders vertelt.

Wat het proces niet helpt, is fel licht of schermgebruik vlak voor het slapengaan. Het blauwe licht van telefoons en laptops onderdrukt de aanmaak van melatonine, waardoor je later moe wordt en minder goed in slaap valt. Daarom helpt het om ’s avonds de lichten wat te dimmen of je scherm op nachtmodus te zetten. Zo geef je je lichaam het seintje dat het tijd is om te ontspannen, in plaats van nog een laatste YouTube-rabbit hole in te duiken.

Een kleine verstoring van je ritme (door wintertijd, nachtdienst of een vlucht naar een andere tijdzone) kan er tijdelijk voor zorgen dat je wakker bent wanneer je eigenlijk zou moeten slapen, of andersom. Meestal herstelt je lichaam zich binnen een paar dagen vanzelf. Alleen als je slaap structureel in de war raakt, kunnen je hormonen en stemming daar last van krijgen. Denk aan vermoeidheid, prikkelbaarheid of een dipje dat net wat langer blijft hangen.

Over dipjes gesproken: veel mensen merken in de herfst en winter dat hun energie en humeur een tikje dalen. Dat is de bekende winterdip, of in zwaardere gevallen een seizoensgebonden depressie. Dat komt niet zozeer door het verzetten van de klok, maar door het gebrek aan daglicht. Met wintertijd wordt het ’s ochtends wel iets eerder licht, maar helaas ook eerder donker in de avond. Dat kan best somber aanvoelen, vooral als je de hele dag binnen zit. De beste remedie is simpel: vang zoveel mogelijk natuurlijk licht. Ga ’s ochtends even naar buiten of trek meteen de gordijnen open. Lichttherapie (een felle lamp die zonlicht nabootst) kan ook helpen als je erg gevoelig bent voor de donkere maanden.

Ook kinderen merken soms iets van de tijdsverandering. Jonge kinderen kunnen de eerste dagen wat moeilijker in slaap komen of juist te vroeg wakker worden, maar meestal trekt dat vanzelf bij. Vaste routines helpen enorm: hou dezelfde bedtijden aan en zorg dat de kamer donker blijft als het buiten al licht wordt.

Zelfs op de werkvloer heeft wintertijd praktische gevolgen. Wie nachtdienst draait tijdens het terugzetten van de klok, werkt namelijk een uur extra. Of dat extra uur wordt uitbetaald, verschilt per cao. In het verkeer is het effect van wintertijd niet eenduidig. Het CBS merkt zelfs op dat er in de zomermaanden meer verkeersdoden vallen, waarschijnlijk omdat er dan simpelweg meer mensen onderweg zijn.

Kortom, de invloed van wintertijd op je lichaam is klein, maar voelbaar. Je ritme heeft een paar dagen nodig om zich te herpakken, vooral als je slaapt als een beer in winterslaap. 

Met een beetje daglicht, een vast ritme en een minimum aan schermtijd herstelt je biologische klok vanzelf. 

En mocht je toch wat trager opstarten, dan kun je dat gerust wijten aan “een biologisch noodzakelijke aanpassing”. Dat klinkt net wat beter dan “ik ben gewoon nog niet wakker”.

Weetje

Wist je dat huisdieren totaal niets snappen van wintertijd? Honden staan vrolijk een uur te vroeg bij hun voerbak te kwispelen en katten beginnen al te miauwen voordat je wekker afgaat, omdat hun interne klok vaak beter werkt dan die van ons.

Hoe kan ik wennen aan de wintertijd? 

Wil je de overgang naar de wintertijd zo soepel mogelijk maken, dan draait het vooral om drie dingen: ritme, licht en comfort. 

Je biologische klok houdt van regelmaat, en hoe beter je die vasthoudt, hoe sneller je lichaam zich aanpast aan dat nieuwe uur.

Probeer elke dag op vaste tijden op te staan en naar bed te gaan, ook in het weekend. Je lichaam leert zo wanneer het tijd is om wakker te worden en wanneer om te slapen. Zodra je wakker bent, helpt het enorm om meteen wat daglicht te pakken. Trek de gordijnen open of maak een korte wandeling buiten. Ochtendlicht is als een resetknop voor je biologische klok: het breekt de aanmaak van melatonine af, het hormoon dat je slaperig maakt, en laat je lichaam weten dat de dag begonnen is. Hoe meer licht je in de ochtend ziet, hoe beter je ’s avonds weer moe wordt. Als het buiten nog donker is, kan een daglichtlamp of een lichtwekker hetzelfde effect geven.

’s Avonds is het juist slim om fel licht te vermijden. Demp de lampen, zet schermen op nachtmodus en vermijd blauw licht van telefoons en laptops in de laatste uren voor het slapengaan. Dat blauwe licht houdt je hersenen voor de gek en remt de aanmaak van melatonine, waardoor je minder snel in slaap valt. Door het wat donkerder te maken, help je je lichaam om vanzelf in de slaapstand te komen.

Het extra uur dat je cadeau krijgt, kun je zien als een kleine traktatie van de natuur. Gebruik het om lekker wat langer te slapen of juist rustig op te starten met een ontbijt zonder haast. Een korte wandeling, wat rek- en strekoefeningen of gewoon even niksen doet wonderen. De meeste mensen merken dat dit bonusuurtje juist helpt om ontspannen in het nieuwe ritme te komen.

Als je merkt dat je lichaam wat moeite heeft met de omschakeling, kun je de overgang ook geleidelijk aanpakken. Ga in de dagen ervoor elke avond een kwartiertje later naar bed, zodat je lichaam alvast went. Vind je dat te omslachtig, dan kun je ook gewoon de klok verzetten en direct volgens de nieuwe tijden leven.

Een fijne slaapomgeving maakt ook veel verschil. In de koudere maanden daalt de temperatuur snel, en dat kan je nachtrust verstoren. Houd je slaapkamer koel maar comfortabel, rond de 16 tot 18 graden, en zorg voor een warm dekbed of een extra deken. Warme sokken kunnen ook helpen als je snel koude voeten hebt. Zo voorkom je dat je midden in de nacht wakker wordt omdat je ligt te rillen.

Blijf daarnaast overdag bewegen. Zelfs een korte wandeling of wat lichte oefeningen helpen om ’s avonds beter te slapen. Sporten geeft energie, maar doe het liever niet vlak voor het slapengaan, omdat het je hartslag en adrenaline omhoogjaagt.

Als je ondanks alles toch wat moeite houdt met de overgang of de donkere dagen, kan lichttherapie uitkomst bieden. Een wake-up light of speciale daglichtlamp kan helpen om je biologische ritme weer op de rails te krijgen. Melatoninesupplementen zijn ook een optie, maar overleg daar altijd eerst over met je huisarts. Te veel melatonine kan juist het tegenovergestelde effect hebben en je slaapritme verder ontregelen.

Met een beetje aandacht voor je ritme, licht en comfort past je lichaam zich meestal binnen een paar dagen aan. 

En als je toch wat vermoeid bent in de eerste week, neem dat dan niet te zwaar op. Een uur tijdsverschil lijkt weinig, maar voor je biologische klok is het even schakelen. 

Gun jezelf wat extra rust, pak genoeg daglicht en voor je het weet ben je weer volledig in sync met de wintertijd, al blijft het verleidelijk om dat extra uurtje slaap elk jaar een blijvertje te maken.

Is de zomertijd of de wintertijd gezonder? 

De discussie over zomer- en wintertijd lijkt elk jaar weer op te laaien zodra we de klok verzetten. 

De één zweert bij de lange zomeravonden, de ander kan niet wachten tot het weer wat eerder licht wordt in de ochtend. 

Maar als je kijkt naar wat het beste is voor je lichaam, dan wint de wintertijd met gemak.

Je biologische klok houdt namelijk niet van trucs. Die werkt op licht, niet op cijfers. Zodra het ’s ochtends eerder licht wordt, krijgt je lichaam het seintje: tijd om wakker te worden. Dat past perfect bij de wintertijd, waarin de zon opkomt op een moment dat je natuurlijke ritme dat ook wil. Tijdens de zomertijd gebeurt het tegenovergestelde: de zon komt later op, maar jij moet al lang opstaan om te werken of naar school te gaan. Je lichaam denkt dan nog dat het nacht is, terwijl je hoofd al koffie aan het zetten is. Geen wonder dat zoveel mensen zich in de zomertijd duf, slaperig of chagrijnig voelen.

Slaapexperts zijn er vrij duidelijk over. 

De wintertijd (officieel ook onze standaardtijd) sluit beter aan bij onze interne klok. Je krijgt meer ochtendlicht, wat helpt om goed wakker te worden, en je valt ’s avonds natuurlijker in slaap. Zomertijd schuift dat hele ritme kunstmatig op, wat op korte termijn wat gezelligheid oplevert, maar op lange termijn je slaapkwaliteit kan aantasten. Onderzoek laat zelfs zien dat in de eerste dagen na het ingaan van de zomertijd meer hartaanvallen en verkeersongelukken voorkomen, simpelweg omdat mensen te weinig slaap krijgen.

Dus ja, de wintertijd is gezonder. Je lichaam werkt beter met de zon dan met de klok. 

En eerlijk, dat extra uurtje slaap in oktober voelt ook gewoon beter dan dat uur dat je in maart verliest. Misschien is dat de natuur die zegt: “Hou het lekker bij het originele plan.”

Wat is wintertijd?

Wintertijd klinkt misschien als iets bijzonders, maar eigenlijk is het gewoon onze normale tijd. Het is de standaardtijd waarop onze klok hoort te staan als we het hele jaar niets zouden veranderen. 

In Nederland en veel andere Europese landen schuiven we elk najaar de klok een uur terug zodat de tijd weer overeenkomt met de natuurlijke stand van de zon. 

Dat gebeurt altijd in de nacht van de laatste zondag in oktober, om drie uur ’s nachts. Dan springt de klok terug naar twee uur en krijgen we dus een extra uurtje cadeau.

Het tegenovergestelde gebeurt in het voorjaar, wanneer de zomertijd begint. Dan gaat de klok een uur vooruit, zodat het ’s avonds langer licht blijft. 

Als je dat elk jaar weer vergeet, is het handig om het oude ezelsbruggetje te onthouden: in het voorjaar vooruit, in het najaar achteruit. 

Door dat verschuiven van tijd lijkt het alsof de dagen zich aanpassen aan ons leven, terwijl het eigenlijk andersom is. 

Zodra we teruggaan naar de wintertijd volgt de zon weer ons natuurlijke ritme en wordt het eerder licht in de ochtend. 

Alleen moet ons lichaam daar nog even aan wennen, want dat interne ritme (je biologische klok) loopt niet direct synchroon met de klok aan de muur.

De oorsprong van dit jaarlijkse tijdenspel ligt al ruim een eeuw terug

Tijdens de Eerste Wereldoorlog besloten verschillende Europese landen, waaronder Duitsland, om de klok te verzetten om energie te besparen. 

Nederland volgde kort daarna en voerde de maatregel in 1916 voor het eerst in. 

Daarna verdween hij weer even, maar in de jaren zeventig (tijdens de oliecrisis) kwam het systeem terug en werd het vanaf 1977 officieel vast onderdeel van onze jaarkalender. 

Het idee was simpel: als het ’s avonds langer licht bleef, hoefden we minder lampen aan te doen en bespaarden we elektriciteit. 

In theorie klonk dat logisch, maar tegenwoordig is het effect daarvan minimaal. 

We gebruiken immers meer apparaten, laptops en airco’s dan ooit. Onderzoeken laten zelfs zien dat het energieverbruik nauwelijks verschilt tussen zomer- en wintertijd.

Toch blijven bijna alle Europese landen trouw aan het ritueel. Dat is vastgelegd in Europese regels en zorgt ervoor dat we allemaal tegelijk de klok verzetten.

In 2018 kwam er even beweging in dat verhaal: de Europese Commissie stelde voor om de halfjaarlijkse wissel helemaal af te schaffen. 

Veel mensen zuchten al jaren dat ze die omschakeling zat zijn, dus het idee leek welkom. Maar uiteindelijk bleek er weinig overeenstemming tussen de lidstaten. 

Nederland wilde bovendien niet zomaar een eigen koers varen, omdat we in dezelfde tijdzone zitten als onze buurlanden. 

Het resultaat? We wachten nog steeds op een besluit uit Brussel, terwijl we elk jaar braaf aan de klok blijven draaien.

Slaapexperts hebben overigens wel een duidelijke voorkeur. Zij zijn meestal voorstander van de wintertijd als vaste tijd, omdat die beter aansluit bij ons natuurlijke daglichtpatroon. 

In de wintertijd word je namelijk wakker als het buiten lichter wordt, wat beter past bij de manier waarop je biologische klok is afgesteld. 

Zomertijd zorgt er daarentegen voor dat het in de ochtend nog donker is als je moet opstaan, wat de kans op slaaptekort iets vergroot.

Wat je er ook van vindt, het verzetten van de klok is niet helemaal zonder gevolgen. 

Verschillende internationale studies laten zien dat direct na de tijdswissel meer mensen last hebben van slaapproblemen, vermoeidheid en zelfs een iets hoger risico op hart– en vaatproblemen. 

Dat effect is meestal tijdelijk, maar laat wel zien hoe gevoelig ons lichaam is voor zelfs een klein uur verschil.

Als je het dus samenvat, is wintertijd gewoon de tijd die bij onze zon en seizoenen hoort. 

Het is geen mysterieuze uitvinding en ook geen groot complot van energieleveranciers, maar een oude gewoonte die ooit logisch leek en nu vooral om praktische redenen wordt aangehouden. 

En hoewel dat extra uurtje slaap fijn is, moet je biologische klok daar nog even overleggen met de rest van je lichaam. Gelukkig duurt die vergadering meestal niet langer dan een paar dagen.

Veelgestelde vragen over wintertijd

Wanneer gaat de wintertijd in? In Nederland gaat de wintertijd elk jaar in op de laatste zondag van oktober. Concreet betekent dat dat je in de nacht van zaterdag op zondag de klok om drie uur een uur terugzet naar twee uur. Daarmee krijg je dus een extra uur slaap, of (als je liever doorfeest) een extra uur gezelligheid. De meeste Europese landen doen precies hetzelfde: in oktober de klok achteruit, in maart vooruit. Als geheugensteuntje kun je denken aan de Engelse spreuk “spring forward, fall back” of de Nederlandse variant “in het voorjaar vooruit, in het najaar achteruit”.

Waarom verzetten we de klok ieder half jaar? Oorspronkelijk werd de klok verzet om beter gebruik te maken van daglicht en zo energie te besparen. In de zomer bleven de dagen langer licht, zodat mensen ’s avonds later hun lampen hoefden aan te doen. In de winter werd de klok dan weer teruggezet naar de standaardtijd. Tegenwoordig is dat energievoordeel vrijwel verdwenen. We gebruiken immers de hele dag door stroom, van laptops tot airco’s, en de winst van die verschuiving is minimaal. Bovendien ervaren veel mensen (en zelfs dieren) nadelen van de omschakeling. Sommige mensen voelen zich tijdelijk vermoeid of uit balans, terwijl dieren zoals reeën of huisdieren in de war raken van de plotseling veranderde zonsopkomst en -ondergang.

Hoe lang duurt het wennen aan de wintertijd? De meeste mensen passen zich vrij snel aan. Omdat je een uur extra kunt slapen, merk je vaak al na één dag dat je lichaam het nieuwe ritme oppakt. Toch kan het bij sommigen twee tot drie dagen duren voordat het gevoel van evenwicht helemaal terug is. Dat verschilt per persoon. Hoe consistenter je slaappatroon, hoe sneller je went. Probeer dus vaste bedtijden en opstaantijden aan te houden, ook in het weekend. Als je ’s ochtends meteen daglicht pakt (bijvoorbeeld door een korte wandeling te maken of gewoon het gordijn open te trekken) help je je biologische klok om weer synchroon te lopen. Kinderen hebben meestal iets langer nodig om te wennen, maar binnen een week is het meestal weer normaal.

Moet ik voor of na de wissel slapen? Daar zijn verschillende strategieën voor. Sommige slaapexperts raden aan om in de dagen voor de klokwissel geleidelijk je bedtijd iets te verschuiven, bijvoorbeeld elke dag een kwartiertje later naar bed. Zo geef je je lichaam de kans om alvast te wennen. Anderen zeggen juist: doe het gewoon in één keer en leef meteen volgens de nieuwe tijd. Dat werkt voor de meeste mensen prima. Welke methode je kiest, hangt af van wat bij jou past. Als je op dezelfde kloktijd blijft opstaan, betekent dat wel dat je de eerste dagen feitelijk een uur eerder opstaat dan je gewend was. Wat je ook doet, het belangrijkste is om in de week van de wissel een vast ritme aan te houden en niet te veel te schuiven met je slaapuren.

Heeft wintertijd effect op mijn energieverbruik? Niet echt. Het oorspronkelijke idee was dat we dankzij zomertijd minder lampen hoefden te gebruiken, maar dat verschil is tegenwoordig verwaarloosbaar. Onderzoeken laten zien dat de energiebesparing nauwelijks meetbaar is. Volgens oud-minister Kajsa Ollongren was het verschil zelfs “miniem”. Bovendien gaat in de winter de meeste energie helemaal niet naar verlichting, maar naar verwarming. Met andere woorden: het terugzetten van de klok maakt je energierekening niet echt lager. Wie energie wil besparen, doet er beter aan te investeren in isolatie, zuinige apparaten en ledlampen in plaats van te vertrouwen op de klok.

Is permanente wintertijd niet beter? Dat is een discussie die al jaren speelt. Het RIVM en veel slaapexperts pleiten voor de wintertijd als standaardtijd, omdat die het beste aansluit bij ons natuurlijke ritme van licht en donker. Bij permanente wintertijd wordt het ’s ochtends eerder licht, wat beter past bij de manier waarop ons lichaam wakker wil worden. Het RIVM stelde zelfs dat het voor Nederland nog gezonder zou zijn om het hele jaar op de tijdzone van Londen (GMT) te leven, omdat de zon dan nog iets beter zou samenvallen met onze biologische klok. Tegelijk zijn er ook mensen die liever een vaste zomertijd zouden willen, zodat de avonden langer licht blijven. Europa is er nog niet uit, dus voorlopig blijven we elk halfjaar trouw onze klokken verzetten. Tot die tijd kun je het zien als een gratis kans om je slaapritme even te resetten, en een goed excuus om dat ene uur slaap extra te waarderen.

Waarom slaap ik slecht in de wintertijd? 

Veel mensen merken dat ze juist slechter slapen zodra de wintertijd begint, en dat lijkt vreemd, want we krijgen toch een extra uur slaap? 

In theorie wel, maar je lichaam heeft daar geen memo over gekregen. Je biologische klok loopt niet op cijfers maar op licht, en die plotselinge verschuiving kan even voor verwarring zorgen.

Wanneer de klok een uur teruggaat, wordt het ’s ochtends eerder licht en ’s avonds eerder donker. Dat klinkt logisch, maar je interne ritme (dat bepaalt wanneer je moe of juist alert bent) loopt nog even achter. Daardoor kun je ’s avonds moeilijker in slaap vallen of juist te vroeg wakker worden. Je lichaam denkt dat het nog geen bedtijd is, terwijl de klok al zegt dat het tijd is om te slapen.

Ook speelt het gebrek aan daglicht een grote rol. In de herfst en winter zijn de dagen korter, en dat betekent minder zon op je huid en minder licht in je ogen. En dat licht is cruciaal om je melatonine  (het slaaphormoon) goed te regelen. Te weinig licht overdag zorgt ervoor dat je lichaam dat hormoon niet op het juiste moment aanmaakt. Het resultaat: je bent overdag moe, en ’s avonds klaarwakker. Een slechte deal dus.

Daar komt nog bij dat veel mensen in de koudere maanden minder bewegen, meer binnen zitten en vaker naar schermen staren. Al die factoren gooien nog wat extra zand in je biologische radartje. Gelukkig is het meestal tijdelijk. Je lichaam heeft een paar dagen nodig om zich aan te passen. 

Wat helpt? Overdag naar buiten, ook al is het bewolkt, en ’s avonds het licht dimmen en je schermen op nachtmodus zetten. Zo geef je je interne klok het seintje: het is tijd om af te schakelen. 

En als dat niet werkt, zie het dan zo: de natuur probeert gewoon te zeggen dat je een winterslaap verdient.

Wat zijn de voordelen van wintertijd? 

Wintertijd heeft misschien een wat saaie reputatie, maar eigenlijk doet het je lichaam een groot plezier. Het is namelijk de tijd die het dichtst bij ons natuurlijke ritme ligt. 

Terwijl zomertijd voelt als een jaarlijkse mini-jetlag, laat wintertijd je biologische klok eindelijk weer op adem komen. 

De zon komt eerder op, je lichaam krijgt op tijd daglicht binnen en dat helpt om je hormonen, energie en slaap weer beter in balans te brengen.

Een van de grootste voordelen is dus simpel: je ritme klopt beter met de natuur. Ochtendlicht is dé manier waarop je lichaam wakker wordt. 

Het zorgt ervoor dat het slaaphormoon melatonine daalt en cortisol, het hormoon dat je alert maakt, stijgt. 

Daardoor voel je je overdag fitter en val je ’s avonds makkelijker in slaap. 

Tijdens de zomertijd is dat precies omgekeerd: je moet vaak al opstaan terwijl het buiten nog donker is, en dat wringt met je biologische klok.

Daarnaast krijg je met wintertijd ook een heerlijk extra uurtje slaap cadeau. Dat lijkt klein, maar het verschil is merkbaar. 

Veel mensen voelen zich na de overgang even uitgeruster en minder gehaast, zeker in de eerste dagen. 

En dat extra uur kun je gebruiken zoals je wilt: om wat langer te slapen, rustig te ontbijten of eindelijk eens zonder haast te vertrekken.

Er is ook nog een psychologisch voordeel. De wintertijd luidt vaak de periode in van knusse avonden, warme dekens en comfort food.

Het tempo mag wat omlaag, en dat past goed bij de natuurlijke behoefte van je lichaam om wat meer rust te nemen in de donkere maanden.

Kort gezegd: wintertijd is goed voor je ritme, je slaap én je gemoed. Het brengt je lichaam weer in sync met de zon, en dat is iets wat geen enkele wekker beter kan.

Wat zijn de nadelen van wintertijd?

Hoe goed de wintertijd ook past bij je biologische klok, helemaal perfect is ze niet. 

Zodra de dagen korter worden en het ’s avonds sneller donker is, merken veel mensen dat hun energie wat inzakt. Je krijgt minder zonlicht, en dat voel je. Je lichaam maakt daardoor minder vitamine D aan en dat kan invloed hebben op je stemming, je weerstand en je concentratie. Het is dan ook geen toeval dat veel mensen in de winter wat futloos of somber worden.

Een ander nadeel is dat het vroege donker best op je humeur kan werken. Je komt uit je werk en het is al nachtelijk zwart buiten. Niet bepaald motiverend om nog iets actiefs te doen. Veel mensen bewegen daardoor minder in de winter, en minder beweging betekent weer slechter slapen. Zo kom je in een soort mini-winterslaapmodus terecht, waarin je energie langzaam weglekt zonder dat je het echt doorhebt.

Ook kan de plotselinge tijdsverandering even voor onrust zorgen in je slaapritme. Je lichaam moet wennen aan de nieuwe tijden van licht en donker, en dat kost bij sommigen een paar dagen. Vooral als je al gevoelig bent voor verstoringen in je slaappatroon, kan dat kleine uurtje verschil toch voor wat slapeloze nachten of ochtendhumeuren zorgen. Bij kinderen en huisdieren kan het effect nog duidelijker zijn. Hun interne ritme luistert nauw, en ze begrijpen natuurlijk niet waarom etenstijd ineens “later” is. Dat kan voor wat onrust zorgen in de eerste dagen na de overgang.

Kortom: wintertijd heeft zijn voordelen, maar de donkere avonden, het gebrek aan zon en het tijdelijke slaapgedoe zijn de keerzijde van de medaille. 

Gelukkig went het allemaal vrij snel, en een stevige ochtendwandeling in het licht helpt meer dan je denkt.

Heb je met wintertijd een uur extra slaap?

Ja, technisch gezien krijg je met de wintertijd een uur extra slaap. In de nacht dat de klok wordt teruggezet, springt hij van drie uur naar twee uur, en dat betekent dat diezelfde nacht ineens zestig minuten langer duurt. 

Als je netjes op tijd naar bed gaat, kun je dat extra uurtje dus gewoon meepakken. Maar in de praktijk ligt het iets ingewikkelder, want je biologische klok laat zich niet zo makkelijk foppen.

Je lichaam weet niet dat de klok is aangepast. Het produceert hormonen, zoals melatonine, op basis van licht, niet op basis van wat er op je wekker staat. Dat betekent dat je misschien wel een uur langer in bed ligt, maar niet per se een uur dieper slaapt. Sommige mensen worden juist te vroeg wakker, omdat hun interne ritme nog aan de oude tijd vastzit. Je lichaam denkt simpelweg dat het al ochtend is, ook al zegt de klok iets anders.

Voor wie van regelmaat houdt, voelt dat best even vreemd. De eerste nachten na de overgang slaap je vaak wat onrustiger of word je op een ander moment wakker dan je gewend bent. Gelukkig is dat tijdelijk. Binnen een paar dagen heeft je biologische klok zichzelf meestal weer gekalibreerd, vooral als je in de ochtend wat extra daglicht pakt en in de avond het licht wat dimt.

Het extra uur is dus echt, maar je haalt er pas het meeste uit als je ritme meewerkt. Zie het daarom niet alleen als extra slaaptijd, maar als een kans om je routine weer even goed af te stemmen. En als je dat uurtje liever gebruikt om wat langer te ontbijten of eindelijk zonder haast op te staan? Ook prima. Je hebt het tenslotte eerlijk verdiend. De natuur betaalt zelden rente, maar dit is de uitzondering.

Take home message

De wintertijd is inmiddels een vast onderdeel van ons jaarritme. 

Elke herfst draaien we trouw de klok een uur terug, en hoewel dat op papier een klein verschil lijkt, kan het in de praktijk toch invloed hebben op je slaap en energie. 

Voor de meeste mensen zijn de effecten mild, maar je lichaam moet wel even schakelen. 

Dat extra uurtje lijkt misschien een cadeau, maar je biologische klok heeft niet door dat er ineens een nieuwe tijd geldt.

Slaapexperts en onderzoekers zijn het er grotendeels over eens dat de wintertijd eigenlijk beter past bij ons natuurlijke ritme dan de zomertijd. 

In de wintertijd komt de zon eerder op, wat beter aansluit bij de manier waarop ons lichaam wakker wordt. 

Toch blijft elke tijdsverandering een kleine uitdaging voor je systeem. Je hersenen werken immers niet met een digitale klok, maar met licht en regelmaat.

Gelukkig kun je veel doen om de overgang soepel te laten verlopen. 

Blijf trouw aan je vaste slaapritme, ga ’s ochtends meteen even naar buiten om natuurlijk licht te vangen, en dim de lichten in de avond zodat je lichaam weet dat het tijd is om te ontspannen. 

Dat extra uurtje kun je gebruiken zoals jij wilt: om langer te slapen, rustig te ontbijten, te lezen of simpelweg even helemaal niets te doen.

Als je deze gewoonten vasthoudt, merk je dat je biologische klok zich binnen een paar dagen vanzelf aanpast. 

De overstap wordt dan niet iets wat je moet “overleven”, maar gewoon een logische verschuiving in je ritme. 

Sterker nog, je kunt er zelfs voordeel uit halen. Een uurtje extra rust, wat extra focus in de ochtend en de perfecte reden om te genieten van die knusse, lange avonden die de winter met zich meebrengt.

Over Diederik

Diederik heeft een medisch-wetenschappelijke achtergrond. In zijn vrije tijd schrijft hij onder andere over gezondheidskwesties voor Human Nature.

Bronnen

Rishi, M. A., Cheng, J. Y., Strang, A. R., Sexton-Radek, K., Ganguly, G., Licis, A., … & Sullivan, S. S. (2024). Permanent standard time is the optimal choice for health and safety: an American Academy of Sleep Medicine position statement. Journal of clinical sleep medicine, 20(1), 121-125.

Rishi, M. A., Ahmed, O., Barrantes Perez, J. H., Berneking, M., Dombrowsky, J., Flynn-Evans, E. E., … & Gurubhagavatula, I. (2020). Daylight saving time: an American Academy of Sleep Medicine position statement. Journal of clinical sleep medicine, 16(10), 1781-1784.

de Lange, M. A., Richmond, R. C., Birnie, K., Shapland, C. Y., Tilling, K., & Davies, N. M. (2025). The effects of daylight saving time clock changes on accelerometer‐measured sleep duration in the UK Biobank. Journal of Sleep Research, 34(3), e14335.

Labarca, G., Henriquez-Beltrán, M., Sanhueza, R., Burgos, M., Nova-Lamperti, E., Fernandez-Bussy, I., & Castillo, P. R. (2024). Impact on health outcomes associated with changing the clock 1 hour during fall and spring transitions in the Southern Hemisphere. Journal of Clinical Sleep Medicine, 20(6), 887-893.