Van bewegingen tot geluiden, er zijn verschillende soorten tics, maar wat is een tic?
KORT ANTWOORD
Tics zijn snelle, oncontroleerbare spierbewegingen die voor lichaamsschokken of geluiden zorgen. Dit worden ook wel motorische of vocale tics genoemd. De meest voorkomende tics zijn knipperen met de ogen en keelschrapen, maar een tic kan in elk lichaamsdeel voorkomen. Er gaat een drang aan vooraf waarna de tic voor verlichting zorgt. Een tic kun je tijdelijk onderdrukken maar niet tegenhouden.
Dit artikel vertelt je hoe een tic ontstaat, de verschillende soorten tics, de risicofactoren en of tics overgaan.

Hoe ontstaat een tic?
Een tic is dus een spontane, onwillekeurige, herhaaldelijke stuiptrekking of geluid. Een tic kan een beweging (motorisch) of geluid (vocaal) zijn.
Bepaalde hersengebieden controleren de bewegingen. Er wordt gedacht dat veranderingen in deze hersendelen verantwoordelijk zijn voor tics.
Hoe ticstoornissen precies veroorzaakt worden is onbekend. Wel hebben studies naar Gilles de la Tourette aanwijzingen gevonden. Zo zijn er genmutaties geïdentificeerd.
De hersenchemie en de hersenstofjes serotonine, glutamaat en dopamine lijken ook een rol te spelen.
In de kindertijd kun je een ticstoornis oplopen, meestal tussen de 6-18 jaar. Tics worden normaal gesproken minder hevig als je ouder wordt.
Ticstoornissen treden gewoonlijk niet zo snel op bij volwassenen. Echter, uit onderzoek blijkt dat het ook nog wel eens bij volwassenen kan voorkomen.
Tot slot zijn er oorzaken die tics direct kunnen veroorzaken:
- beroerte
- operatie
- hoofdletsels
- infecties
- gif
Kortom, hoe een tic ontstaat is nog niet helemaal duidelijk maar er zijn wel genoeg aanknopingspunten voor toekomstig onderzoek.
Soorten tics
Er zijn dus motorische en vocale tics.
Motorische tics:
- met de ogen knipperen
- ophalen van de schouder
- op lip bijten
- neus rimpelen
- met het gezicht grimassen maken
- stuiptrekken met het hoofd
Vocale tics:
- keel schrapen
- hoesten
- blaffen
Risicofactoren tic
Er zijn een aantal risicofactoren voor tics:
Genetische aanleg. Tics kunnen in families voorkomen, zo kan de kans op het syndroom van Gilles de la Tourette hoger zijn als familieleden het ook hebben.
Mannelijk geslacht. Mannen hebben in vergelijking met vrouwen een 3-4 keer hogere kans op het syndroom van Gilles de la Tourette.
perinatale risicofactoren:
- ernstige stress
- roken tijdens de zwangerschap
- ernstige misselijkheid en braken
- laag geboortegewicht
- lage Apgar-scores: een score die bij de geboorte van een baby wordt gemaakt
- bevallingscomplicaties
Overige risicofactoren:
- oudere vader
Gaat een tic over?
Mensen zijn vaak bang dat een tic nooit meer overgaat. De meeste tics zijn gelukkig tijdelijk en duren vaak ook niet langer dan drie maanden.
Na een paar jaar kunnen tics ook aanzienlijk minder worden. Bovendien zijn er ook manieren om tics te verminderen.
Ticstoornissen
Er zijn drie soorten ticstoornissen:
- syndroom van Gilles de la Tourette
- voorlopige ticstoornis
- aanhoudende motorische of vocale ticstoornis
Take home message
Een tic is een spontane, onwillekeurige herhaaldelijke beweging. Er gaat een drang aan vooraf waarna de tic voor verlichting zorgt. 1 op de 100 mensen heeft een chronische tic.
Voorbeelden van tics zijn knipperen van de ogen, keelschrapen, schouderophalen, grimassen, rollen met de ogen, springen, ronddraaien, grommen, met de ledematen of het hoofd schokken, hoesten en andere mensen of voorwerpen aanraken.
Door het verminderen van stress, voldoende slaap, regelmatige lichaamsbeweging, minder suikers en cafeïne, en door je tik te vergeten kun je tics verminderen.
Eventueel kunnen ook medicijnen voorgeschreven worden, de zogeheten antipsychotica. Overleg hierover met je arts.
Hopelijk kan toekomstig onderzoek de precieze oorzaak van een tic achterhalen zodat de patiënten beter behandeld kunnen worden.
Over Diederik
Bronnen
Leckman, J. F., & Bloch, M. H. (2015). Tic disorders. Rutter’s Child and Adolescent Psychiatry, 757-773.
Knight, T., Steeves, T., Day, L., Lowerison, M., Jette, N., & Pringsheim, T. (2012). Prevalence of tic disorders: a systematic review and meta-analysis. Pediatric neurology, 47(2), 77-90.
Stern, E., Silbersweig, D. A., Chee, K. Y., Holmes, A., Robertson, M. M., Trimble, M., … & Dolan, R. J. (2000). A functional neuroanatomy of tics in Tourette syndrome. Archives of general psychiatry, 57(8), 741-748.