De lever produceert en transformeert dagelijks miljoenen eiwitten. Er komen nogal wat processen bij deze lever eiwitten kijken om de talrijke functies te vervullen.
De lever maakt eiwitten aan, breekt eiwitten af, zet eiwitten om in energie of slaat ze juist op in de vorm van buikvet. Maar de lever doet nog zoveel meer.
Eiwitten zijn niet alleen de bouwstenen van je lichaam, eiwitten zijn ook nog eens bij nagenoeg alle biologische processen betrokken. Eiwitten zijn weer opgebouwd uit aminozuren.
Dit artikel vertelt welke eiwitten er in de lever aangemaakt worden, wat de lever precies met eiwitten doet en wat te veel eiwitten met de lever kunnen doen.
Welke eiwitten maakt de lever aan?
De lever maakt bijna alle bloedeiwitten aan. Het belangrijkste eiwit dat je lever aanmaakt is albumine.
Albumine speelt een belangrijke rol bij de bloedvolumeregulatie en verdeling van lichaamsvloeistoffen. Het voorkomt dus dat er vocht uit je bloedvaten lekt.
Bovendien is albumine een transporteiwit dat vitaminen, hormonen en geneesmiddelen vervoert.
Bloedeiwitten worden ook wel plasma-eiwitten genoemd. Op de Gamma-globulinen na worden alle plasma-eiwitten in de lever aangemaakt waaronder:
- albumine
- α-fetoproteïne (foetale albumine)
- C-reactief proteïne (ontstekingseiwit)
- plasma-fibronectine (vorming van bloedstolsels)
Wat doet de lever met eiwitten?
De lever kan eiwitten afbreken, kan ze in energie omzetten, ze omzetten in vet en de lever vormt ook nog eens een belangrijk controle en distributie punt van eiwitten. Bovendien heeft de lever voor zijn eigen herstel ook nog eens eiwitten nodig.
- Energie aanmaak of opslag. De lever kan aminozuren omzetten in glucose, een proces dat gluconeogenese wordt genoemd. Als je te veel eiwitten hebt gegeten kunnen de eiwitten in vet omgezet worden.
- Controle en distributie. Bovendien vormt je lever ook nog eens het controlepunt van de distributie van onder andere eiwitten.
- Afbraak. Aminozuren worden al in je maag afgebroken maar het afbraakproces wordt in je lever voltooid.
Je levercellen vervullen dus belangrijke rollen bij het metabolisme van eiwitten:
- vertering van aminozuren, veranderen van aminozuren
- aanmaak van koolhydraten of vetten
Als bijproduct wordt de giftige stof ammoniak aangemaakt.
Hoe worden te veel eiwitten afgebroken?
Wanneer een overmaat aan aminozuren in je lever terecht komt zullen ze verwerkt worden en als glucose of ketonen opgeslagen worden.
Bij dit proces komt stikstofafval vrij dat in ureum wordt omgezet tijdens de ureumcyclus. Het ureum wordt uiteindelijk via de urine uitgescheiden.
Kunnen te veel eiwitten je lever beschadigen?
Als je gezond bent zullen te veel eiwitten je lever waarschijnlijk niet beschadigen. Hier is geen bewijs voor.
Echter, als een dieet volgt dat veel dierlijke eiwitten bevat kan de kans op levervetting toenemen. Dit geldt vooral voor degenen met overgewicht en oudere leeftijd.
Waarom eiwitten bij leverziekte beperkt worden
Een ondervoeding door proteïne calorieën kan de kans op ziekte en sterfte bij cirrosepatiënten (leverpatiënten) verhogen.
Bij de ontwikkeling van deze ondervoeding door proteïne calorieën, spelen veranderde eiwitfuncties en een veranderd eiwitmetabolisme een grote rol.
Bij leverpatiënten werd de eiwitinname voorheen beperkt. Dit werd gedaan vanwege de effecten van ammoniak op het ontstaan van hepatische encefalopathie.
Echter, tegenwoordig worden eiwitten juist als een belangrijk bestanddeel gezien bij mensen met cirrose.
Take home message
Elke dag worden er miljoenen eiwitten geproduceerd en getransformeerd. Dit is te danken aan je lever.
Zo maakt het bijna alle bloedeiwitten aan, is het betrokken bij de energie aanmaak en energieopslag, en doet het ook de controle en distributie van eiwitten.
Er kunnen echter ook problemen optreden als je te veel eiwitten binnen krijgt en voorheen werden eiwitten bij bepaalde leverziekte beperkt.
Kortom, de lever heeft nogal een druk schema wat betreft de eiwitten en dat terwijl lever eiwitten slechts het topje van de ijsberg is.
Over Diederik
Bronnen
Hurlimann, J., Thorbecke, G. J., & Hochwald, G. M. (1966). The liver as the site of C-reactive protein formation. The Journal of experimental medicine, 123(2), 365-378.
Eghtesad, S., Poustchi, H., & Malekzadeh, R. (2013). Malnutrition in liver cirrhosis: the influence of protein and sodium. Middle East journal of digestive diseases, 5(2), 65.