Heb ik OCD? Symptomen en Oorzaken

Obsessief-compulsieve stoornis (OCD), ook wel dwangneurose genoemd, treft ongeveer 2% van de bevolking.

Het is normaal om af en toe iets te dubbelchecken, maar bij OCD kan dit gedrag het dagelijks leven ernstig verstoren.

Controleer je vaker het deurslot of fornuis? Ben je bang om besmet te raken of wil je alles geordend hebben? Besteed je veel tijd aan controleren of tellen? En volg je bepaalde rituelen of regels om de angst (tijdelijk) te verlichten?

Zo ja, dan komen je gedragingen overeen met die van OCD-patiënten. Persoonlijk moet ik zeggen dat ik me hier ook in herken.

Het is echter belangrijk te weten dat er nog veel meer symptomen zijn waarvan je op de hoogte moet zijn.

OCD kan aan de hand van verschillende groepen symptomen worden herkend.

Dit artikel geeft inzicht in de symptomen van OCD, de oorzaken, de diagnose en de beschikbare behandelingsmogelijkheden.

vrouw-maakt-obsessief-schoon

Symptomen OCD

De symptomen van OCD worden in twee groepen verdeeld namelijk de obsessies en dwanghandelingen.

Meestal omvat OCD zowel obsessies als dwanghandelingen. Er kunnen echter ook alleen obsessiesymptomen of dwangsymptomen aanwezig zijn.

1. Obsessiesymptomen

Obsessies zijn ongewenste herhaalde en aanhoudende gedachten, beelden, impulsen of driften die steeds weer in je hoofd opkomen. Ze kunnen tot onrust en angst leiden en opdringerig zijn.

Mensen proberen deze obsessies te vergeten of proberen ze met dwangmatig gedrag of rituelen kwijt te raken.

Echter, als je iets anders probeert te doen of aan andere dingen denkt zullen deze obsessies zich meestal gaan opdringen. Je kunt ze dus niet tegenhouden.

Veelvoorkomende obsessiethema’s:

  1. angst voor vuil, angst om besmet te raken
  2. alles symmetrisch en geordend willen hebben
  3. onzekerheid niet goed verdragen, twijfelen
  4. ongewenste seksuele, agressieve of religieuze gedachten
  5. nare of agressieve gedachten hebben over het verliezen van de controle of anderen, of jezelf wat aandoen

Symptomen van obsessie:

  1. twijfel of het gasfornuis wel uit is en of de deur wel op slot is 
  2. angst voor besmetting als iemand anders een voorwerp heeft aangeraakt
  3. stress wanneer voorwerpen niet symmetrisch of geordend zijn of niet een bepaalde richting op staan
  4. gedachten waarin je in het openbaar ongepast gedrag vertoont of obsceniteiten schreeuwt
  5. uitlokkende obsessieve situaties vermijden zoals het schudden van handen
  6. onplezierige seksuele beelden
  7. beelden hebben waarin je met een auto in een mensenmenigte rijdt

2. Dwangsymptomen

Compulsies zijn herhalende gedwongen gedragingen of rituelen die je steeds weer moet uitvoeren waarmee je de angst van de obsessie wilt verminderen of erge gevolgen mee wilt voorkomen.

Jammer genoeg duurt de opluchting nooit lang en komen ze meestal sterker terug.

Omdat de dwangmatige rituelen en gedragingen veeleisender en tijdrovender worden, kunnen ze bovendien angst veroorzaken en kun je in een vicieuze cirkel van OCD terechtkomen.

Kortom, je probeert je angst onder controle te houden door verzonnen regels of rituelen op te volgen. 

Het zijn buitensporige dwanghandelingen die vaak geen realistisch verband hebben met het daadwerkelijke probleem.

Veelvoorkomende thema’s:

  1. controleren, tellen
  2. schoonmaken, wassen
  3. volgen van een strikte routine
  4. ordelijkheid
  5. eisen van geruststelling

Dwangverschijnselen:

  1. bepaalde patronen tellen
  2. het fornuis of deuren herhaaldelijk controleren
  3. handen tot aan rauwheid wassen 
  4. producten in dezelfde richting rangschikken
  5. een woord, zin of gebed in stilte herhalen

Zoals je hebt gemerkt beperkt OCD zich niet tot alleen handen wassen of fornuizen of lichtschakelaars controleren.

Er zijn oneindig veel vormen, maar OCD valt in een van 5 hoofdcategorieën waarin thema’s vaak overlappen:

  1. controleren
  2. ordening en symmetrie 
  3. besmetting / mentale besmetting
  4. opdringende gedachten / ruminaties (herhaaldelijk denken over gevoelens en problemen)
  5. hoarding (verzameldrang)

Maar hoe ontstaan deze buitensporige en onlogische obsessies en dwanghandelingen?

Oorzaken OCD

De precieze oorzaak van OCD is nog niet duidelijk. Wel zijn er een aantal factoren in verband gebracht met OCD zoals hersenafwijkingen, omgeving en genetica.

1. Genen. OCD komt in de familie voor dus als een familielid het heeft, loop je een grotere kans op het ontwikkelen van OCD. Specifieke betrokken genen moeten echter nog geïdentificeerd worden.

2. Persoonlijkheidstype. Mensen die nauwgezet, net en methodisch zijn en hoge persoonlijke normen hebben lopen een verhoogde kans op OCD. Ook angstige mensen of mensen met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel hebben een verhoogd risico.

3. Aangeleerd. In de loop van de tijd kun je door het kijken naar familieleden de obsessieve angsten en dwangmatige gedragingen aanleren.

4. Gebeurtenissen. Als je gepest, verwaarloosd of misbruikt bent neemt de kans op OCD toe. Het kan soms ook na een bevalling of sterfgeval beginnen.

5. Hersenverschillen. Het kan ontstaan door veranderingen in de hersenfuncties. Er zijn ongewoon hoge hersenactiviteiten in sommige mensen met OCD. Er kunnen ook lage serotonineniveaus zijn.

Vaak begint het in de tienierjaren of jongvolwassenheid. Het kan echter ook al in de kindertijd beginnen.

Diagnose OCD

Er bestaat geen specifieke test voor OCD. Aan de hand van de symptomen en bepaalde criteria kan een zorgverlener OCD diagnosticeren.

Tijdens een psychologische evaluatie worden de symptomen, gedachten, gevoelens, en gedragspatronen in kaart gebracht en gekeken of er obsessies of dwangmatig gedrag aanwezig is en of het de kwaliteit van leven vermindert. 

Een opgeleide therapeut zal dus naar de volgende drie punten kijken:

  1. obsessies
  2. dwangmatig gedrag
  3. nemen deze obsessies en dwanghandelingen veel tijd in beslag? Beperken ze belangrijke activiteiten (school, werk sociaal)?

Als je toestemming geeft kan de zorgverlener ook met familieleden of vrienden praten.

Eventueel kan er nog een lichamelijk onderzoek verricht worden om andere oorzaken uit te sluiten. 

OCD kan kinderen, adolescenten en volwassene treffen. De diagnose wordt bij de meeste mensen rond 19-jarige leeftijd gesteld. Bij jongens is er meestal een vroegere beginleeftijd. 

Ook na 35 jaar kun je nog OCD ontwikkelen.

Je wilt de klachten natuurlijk onder controle krijgen.

Behandeling OCD

Psychotherapie en medicatie zijn de belangrijkste behandelingen. Een combinatie hiervan is vaak het meest effectief.

Psychotherapie. Aan de hand van ‘Exposure and response prevention’ word je geleidelijk aan de gevreesde obsessie of object blootgesteld. Je leert vervolgens hoe je de drang van de dwangrituelen kunt weerstaan.

Medicatie. Met sommige geneesmiddelen kun je obsessies en dwanghandelingen onder controle krijgen. Antidepressiva worden meestal als eerste geprobeerd.

Er zijn nog andere behandelingsmogelijkheden zoals poliklinische behandelingsprogramma’s, diepe hersenstimulatie en transcraniële magnetische stimulatie.

Take home message

OCD komt veel voor. OCD kan zowel onredelijk als buitensporig zijn en je dagelijkse routine belemmeren zonder dat je het realiseert. 

Dus heb ik OCD?

Je hebt mogelijk OCD als je het deurslot of fornuis vaker controleert, bang bent om besmet te raken of alles geordend wilt hebben en er bepaalde rituelen of regels zijn die je opvolgt om de angst (tijdelijk) te verlichten.

Obsessieve gedachten zijn vaak afleidend en storend, en de dwanghandelingen zijn niet plezierig en geven slechts een tijdelijke angstverlichting.

OCD komt in meerdere gedaantes voor. Er zijn oneindig veel vormen. Voortdurende dwanghandelingen kunnen verwoestend zijn.

Ga langs de dokter voor een correcte diagnose. Gelukkig zijn er meerdere behandelingen waarmee je de klachten onder controle kunt krijgen zoals psychotherapie en medicatie.

Over Diederik

Diederik heeft een medisch-wetenschappelijke achtergrond. In zijn vrije tijd schrijft hij onder andere over gezondheidskwesties voor Human Nature.

Bronnen

Stewart, S. E., Rosario, M. C., Brown, T. A., Carter, A. S., Leckman, J. F., Sukhodolsky, D., … & Pauls, D. L. (2007). Principal components analysis of obsessive–compulsive disorder symptoms in children and adolescents. Biological psychiatry, 61(3), 285-291.

Stein, D. J. (2002). Obsessive-compulsive disorder. The Lancet, 360(9330), 397-405.