Fosfaat (fosfor) is een mineraal dat zich voor 85% in de botten en tanden bevindt. 

Fosfaat is net zo belangrijk als calcium met betrekking tot de botgezondheid. Het mineraal zit in kleinere hoeveelheden in cellen en weefsels waar ze de groei en herstel bevorderen.

Wellicht heb je ergens over het belang van voldoende fosfaat gelezen en vraag je je nu af of je misschien een tekort hebt. Oftewel, hoe kan je een fosfaat tekort oplopen en wat zijn de symptomen?

Medische aandoeningen of situaties die ervoor zorgen dat het fosforgehalte daalt zijn slechte eetgewoonten of eetstoornissen, diabetes, erfelijke aandoeningen en alcoholisme. Symptomen van fosfortekort zijn gebrek aan eetlust, angst, broze botten, botpijn, stijve gewrichten, vermoeidheid, onregelmatige ademhaling, prikkelbaarheid, gevoelloosheid, zwakte, en gewichtsverandering. Bij kinderen kan fosfaat tekort resulteren in een verminderde groei, skelet misvormingen, pijn in de ruggengraat en een slechte ontwikkeling van de tanden. 

Symptomen fosfaat tekort 

Een fosfaattekort (of fosfortekort) komt niet vaak voor. Het staat ook wel bekend als een hypofosfatemie.

Lage fosfaatwaarden leiden zelden tot symptomen. De symptomen zijn juist meestal het gevolg van de geassocieerde aandoening die het tekort in eerste instantie heeft veroorzaakt. 

Fosfaattekort kan een aantal bot gerelateerde symptomen geven zoals botpijn of broze botten die makkelijker breken. 

Als kinderen onvoldoende fosfor binnen krijgen, kan dat een negatieve impact hebben op het groeipatroon en de ontwikkeling van de botten en tanden.

geen honger fosfaat tekortVerlies van eetlust is een ander symptoom wat het vervolgens moeilijker maakt om je fosforgehalte te verhogen.

Andere symptomen  van fosfaat tekort zijn:

  1. angst
  2. vermoeidheid
  3. verwardheid 
  4. prikkelbaarheid
  5. onregelmatige ademhaling of ademhalingsmoeilijkheden
  6. stijfheid in de gewrichten
  7. rhabdomyolysis (spierbeschadiging)
  8. zwakte
  9. gevoelloosheid
  10. veranderingen in lichaamsgewicht

Oorzaken fosfaattekort 

Fosfor krijg je binnen via het voedsel, dus als je onvoldoende eet of als je een aandoening hebt die het gebruik of de opslag verhindert kan je een fosfor tekort oplopen. 

Dit zijn de meest voorkomende oorzaken van fosfaat tekort: 

Verhongering

Een tekort aan fosfor komt zelden voor omdat je lichaam een voedingstekort kan compenseren door het fosfaat wat al in de bloedbaan zit via de nieren weer op te nemen. 

Echter kan ernstige verhongering leiden tot hypofosfatemie.

Als je daarnaast een tekort hebt aan bijvoorbeeld vitamine D kan de opname van fosfor en andere mineralen, zoals calcium belemmert worden.  

Suikerziekte

Suikerpatiënten die herstellen van een diabetische ketoacidose kunnen een fosfaattekort oplopen. Dit heeft te maken met de insuline. 

Als het lichaam onvoldoende insuline produceert en geen vet kan afbreken, hopen zuren zich op in het bloed, wat een fosfortekort kan veroorzaken.

Alcoholisme

Alcoholisme kan leiden tot ondervoeding waardoor er voedingstekorten ontstaan zoals hypofosfatemie. 

Een fosfaattekort treedt meestal op bij mensen die wegens alcoholmisbruik in het ziekenhuis zijn opgenomen.

Anorexia

Anorexiapatiënten die refeeding behandelingen ondergaan kunnen een fosfaat tekort oplopen wanneer de voeding veel calorieën bevat maar juist te weinig fosfor.

Erfelijke aandoeningen

Bepaalde erfelijke aandoeningen tasten het vermogen om fosfor op te slaan aan. Als gevolg wordt er te veel fosfor in de urine uitgescheiden en ontstaat er een fosfaat tekort. 

Vitamine D tekort 

Een vitamine D tekort kan leiden tot een laag fosfaatgehalte in de bloedbaan. Vitamine D stimuleert de opname van calcium- en fosfor vanuit het maagdarmkanaal. 

Vervolgens wordt de opname van calcium vanuit de nieren gestimuleerd. Dit proces vereist het parathyroïdhormoon (bijschildklier).

Kortom, vitamine D helpt de dunne darm en de nieren om fosfaat vanuit de bloedbaan op te nemen waardoor een fosfaattekort wordt voorkomen.  

Zo wordt de diagnose fosfaattekort gesteld

Je arts kan het fosforgehalte meten met behulp van urine- of bloedonderzoek. Voor de meeste gezonde volwassenen ligt het fosforgehalte in het bloed tussen de 2,5 en 4,5 milligram per deciliter. 

Tijdens je afspraak wordt er gevraagd naar je symptomen, medische familiegeschiedenis en details over je levensstijl (voeding). 

Behandeling fosfaat tekort 

De meeste mensen hebben geen supplementen nodig omdat voedsel al voldoende fosfaat bevat. Melk en andere zuivelproducten zijn rijk aan fosfaat en worden regelmatig door Nederlanders geconsumeerd.

Neem contact op met je arts als je een tekort vermoedt, want misschien heb je een onderliggende aandoening die de opslag van fosfor belemmert. 

Behandeling van de aandoening en fosfaatrijke voeding zullen de niveaus normaliseren.

De aanbevolen dagelijkse hoeveelheden zijn als volgt:

  • 0 tot 12 maanden: 275 mg
  • 1 tot 3 jaar: 460 mg
  • 4 jaar en ouder: 1.250 mg
  • Zwangere of borstvoedende vrouwen: 1.250 mg

Sommige mensen hebben ook supplementen nodig. Supplementen mogen alleen worden ingenomen onder medisch toezicht omdat een teveel gevolgen kan hebben voor de gezondheid. De precieze hoeveelheid wordt bepaald door je arts.

Gevolgen van een langdurig fosfaattekort

Een langdurig laag fosforgehalte kan leiden tot complicaties, met name als er gelijktijdig ook een calciumgebrek is. Als je symptomen van een fosfaattekort ervaart, zoek dan medische hulp.

Rachitis en osteomalacie ontstaan beide door een gebrek aan mineralisatie van het nieuw gevormde bot.

Rachitis

Deze ziekte komt vooral voor bij kinderen en ontstaat door een tekort aan vitamine D waardoor het lichaam zowel calcium als fosfor niet meer goed kan opnemen. 

Symptomen van rachitis zijn vertraagde groei, pijn in de ruggengraat, spierzwakte en skelet misvormingen.

Osteomalacie

Deze aandoening komt vooral voor bij volwassenen. Hierbij worden de botten zachter als gevolg van een vitamine D tekort. 

Ook hier leidt een vitamine D tekort tot een opname probleem van fosfor en calcium. Aanvankelijk zijn er misschien geen symptomen. 

Naarmate osteomalacie vordert, kan je een doffe pijn in de onderrug, het bekken, de heupen, de benen of de ribben ervaren. 

Fosfaat (fosfor) rijke voeding 

Je kan je fosfaat niveaus verhogen zonder supplementen, echter zijn niet alle fosforrijke voedingsmiddelen gezond. 

Zo zijn bijvoorbeeld de meeste bewerkte voedingsmiddelen rijk aan fosfor. Het kan daarom handig zijn om een afspraak met een diëtist te maken als je meer fosfor in de voeding wilt opnemen. 

Dit zijn alle fosfor rijke voedingsmiddelen: 

Dranken

  1. melk
  2. ijsthee in blik
  3. bier
  4. cacao of chocolademelk 
  5. cola

Zuivel

  1. yoghurt
  2. kaas
  3. roomsoepen
  4. vloeibare niet-zuivel creamers
  5. custard en pudding
  6. roomijs

Eiwit

  1. eieren
  2. noten en peulvruchten
  3. zalm
  4. oesters
  5. sardines
  6. viskuit
  7. runderlever
  8. kippenlever
  9. ander orgaanvlees

Overige voedingsmiddelen

  1. de meeste bewerkte voedingsmiddelen
  2. pizza
  3. muffins met haverzemelen 
  4. biergist
  5. volkoren 
  6. harde aardappelen
  7. gedroogde vruchten
  8. teentjes knoflook
  9. chocoladesnoepjes
  10. karamelsnoepjes

Take home message

Een tekort aan fosfaat komt zelden voor. De oorzaken zijn bepaalde genetische aandoeningen, suikerziekte, alcoholmisbruik of ondervoeding. 

Symptomen van fosfaattekort zijn onder andere een gebrek aan eetlust, angst, botpijn, broze botten, stijve gewrichten, onregelmatige ademhaling, vermoeidheid, prikkelbaarheid, gevoelloosheid, zwakte en gewichtsverandering.

Als je denkt dat je een tekort hebt, neem dan contact op met je arts voor urine- en bloedonderzoek om eventuele onderliggende aandoeningen te behandelen. 

Je arts kan eventueel fosfor supplementen voorschrijven zodat de niveaus weer normaliseren. 

Over Diederik

Diederik heeft een medisch-wetenschappelijke achtergrond.

Bronnen

Gaasbeek, A., & Meinders, A. E. (2005). Hypophosphatemia: an update on its etiology and treatment. The American journal of medicine, 118(10), 1094-1101.

Knochel, J. P. (1977). The pathophysiology and clinical characteristics of severe hypophosphatemia. Archives of internal medicine, 137(2), 203-220.

Takeda, E., Yamamoto, H., Yamanaka-Okumura, H., & Taketani, Y. (2012). Dietary phosphorus in bone health and quality of life. Nutrition reviews, 70(6), 311-321.

Calvo, M. S., Moshfegh, A. J., & Tucker, K. L. (2014). Assessing the health impact of phosphorus in the food supply: issues and considerations. Advances in Nutrition, 5(1), 104-113.

Calvo, M. S., & Uribarri, J. (2013). Public health impact of dietary phosphorus excess on bone and cardiovascular health in the general population. The American journal of clinical nutrition, 98(1), 6-15.

Anderson, J. J., & Garner, S. C. (Eds.). (1995). Calcium and phosphorus in health and disease (Vol. 10). CRC Press.

Kebler, R., McDonald, F. D., & Cadnapaphornchai, P. (1985). Dynamic changes in serum phosphorus levels in diabetic ketoacidosis. The American journal of medicine, 79(5), 571-576.

Cumming, A. D., Farquhar, J. R., & Bouchier, I. A. (1987). Refeeding hypophosphataemia in anorexia nervosa and alcoholism. British medical journal (Clinical research ed.), 295(6596), 490.