Een sporthart komt voor bij ongeveer 2% van de atleten. Het ontwikkelt zich wanneer je gedurende vele jaren bijna dagelijks een uur lang intensief sport.
Maar wat is een sporthart? En wat is het verschil tussen een sporthart en een normaal hart?
KORT ANTWOORD
Een sporthart is een vergroot hart dat zich heeft aangepast aan de hogere belasting van intensieve training. Het vertoont verschillende structurele en functionele veranderingen, zoals een iets grotere pompkamer (ventrikel) en vulkamer (boezem), en kleine toenames in de dikte van de hartspier. Het belangrijkste bloedvat van het hart kan ook iets breder zijn. Deze aanpassingen kunnen leiden tot een langzamere hartslag (bradycardie), doordat het hart efficiënter meer bloed rondpompt.
Daarnaast kunnen er systolische ruis en extra hartgeluiden optreden als gevolg van vernauwing of lekkage van een of meer hartkleppen, of zelfs door een klein gaatje in het hart. Deze veranderingen zijn meestal asymptomatisch.
Hoewel een sporthart een onschadelijke aandoening is zonder symptomen, tonen sommige onderzoeken een verhoogd risico op boezemfibrilleren aan bij duursporters en sporters die verschillende disciplines combineren.
In de meeste gevallen zullen de structurele veranderingen en langzamere hartslag afnemen door training te verminderen of te stoppen. Het komt echter voor dat tot 20% van de topatleten blijvende vergroting van de kamers heeft.
Dit artikel geeft een uitgebreid overzicht van een sporthart: hoe je het kunt herkennen, hoe het zich onderscheidt van een normaal hart, en of het potentieel gevaarlijk kan zijn.
Atletenhart: Overbelasting of Adaptatie?
Ooit beschreven als een zeldzaam fenomeen, is atletenhart nu een bekend verschijnsel. Terug in de late 19e eeuw merkten artsen op dat de harten van topatleten anders waren.
Ze ontdekten dat het hart van atleten groter was en anders functioneerde dan dat van niet-sporters.
Moderne technologie heeft ons begrip van atletenhart verder verbreed. ECG’s, echocardiografie en MRI-scans hebben ons geholpen om de subtiele veranderingen in het hart van atleten te begrijpen.
Hoewel sommige experts ooit dachten dat dit vergrote hart een teken van overbelasting was, begrijpen we nu dat het eerder een adaptatie is aan intensieve training.
Deze kennis is belangrijk voor artsen, omdat het helpt om normale aanpassingen te onderscheiden van ernstige hartaandoeningen.
Weetje
Wist je dat Martin Brady het Guinness-wereldrecord heeft voor de langzaamste hartslag? Zijn hart klopte slechts met 27 slagen per minuut gedurende een hele minuut.
Diagnose van het Sportershart
Diagnose gebeurt meestal via een klinisch onderzoek, waarbij de arts luistert naar het hart en de algemene gezondheid van de atleet beoordeelt.
Een elektrocardiogram (ECG) is een veelvoorkomende test om afwijkingen in het hartritme en de elektrische activiteit te detecteren.
Soms kan echocardiografie worden gebruikt om de structuur en functie van het hart in detail te beoordelen, terwijl cardiale MRI zelden wordt gebruikt.
Behandeling van het Atletenhart
Over het algemeen is er geen specifieke behandeling nodig voor het atletenhart, omdat het een normale aanpassing is aan intensieve training.
Als de hartveranderingen zorgen baren of als er symptomen zijn zoals pijn op de borst of duizeligheid, kan een periode van rust en monitoring nodig zijn.
Bij twijfel over de diagnose of als ernstigere hartaandoeningen worden vermoed, kan verder onderzoek en monitoring nodig zijn onder begeleiding van een cardioloog.
Risico op Boezemfibrilleren bij Sporthart
Ondanks dat een sporthart doorgaans geen symptomen veroorzaakt en over het algemeen als een onschadelijke aandoening wordt beschouwd, zijn er enkele onderzoeken die wijzen op een potentieel verhoogd risico op boezemfibrilleren bij duursporters en sporters die verschillende disciplines combineren.
Zo komt atriumfibrilleren bij duursporters (bijv. hardlopers, fietsers, langlaufers) maar liefst twee tot tien keer vaker voor.
Boezemfibrilleren. Boezemfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis en treedt op wanneer de boezems van het hart onregelmatig en vaak te snel samentrekken. Dit kan leiden tot een onregelmatige en vaak snelle hartslag, wat kan resulteren in symptomen zoals hartkloppingen, vermoeidheid, kortademigheid en duizeligheid. Hoewel boezemfibrilleren meestal niet levensbedreigend is, kan het leiden tot ernstige complicaties zoals beroertes en hartfalen als het onbehandeld blijft.
Verband met Duursport en Gecombineerde Disciplines. Verschillende studies hebben aangetoond dat duursporters, zoals langeafstandslopers, fietsers en triatleten, een verhoogd risico kunnen hebben op het ontwikkelen van boezemfibrilleren. Deze bevindingen zijn gedeeltelijk te wijten aan de langdurige en intense fysieke belasting die gepaard gaat met duursporten, wat kan leiden tot structurele en functionele veranderingen in het hart, waaronder vergroting van de atria (boezems) en verstoring van het elektrische systeem van het hart.
Mechanismen achter het Verhoogde Risico. Hoewel de exacte mechanismen achter het verhoogde risico op boezemfibrilleren bij duursporters nog niet volledig begrepen zijn, wordt verondersteld dat meerdere factoren een rol spelen. Langdurige en intense fysieke activiteit kan leiden tot structurele veranderingen in het hart, zoals atriale vergroting, littekens en fibrose, die de elektrische geleiding kunnen verstoren en de vatbaarheid voor hartritmestoornissen kunnen vergroten. Bovendien kunnen andere factoren zoals dehydratatie, elektrolytstoornissen, ontstekingsreacties en autonome disfunctie bijdragen aan het ontstaan van boezemfibrilleren bij duursporters.
Wat is het verschil tussen een sporthart en een normaal hart?
Vergroting van de Hartkamers. Een sporthart ondergaat significante aanpassingen om te voldoen aan de eisen van intensieve training. Een opvallende verandering is de vergroting van zowel de pompkamer (ventrikel) als de vulkamer (boezem) van het hart. Deze vergroting stelt het hart in staat om meer bloed te bevatten en efficiënter te pompen tijdens perioden van fysieke inspanning. Het vergrote volume van de hartkamers zorgt voor een betere circulatie van zuurstofrijk bloed door het lichaam, waardoor de prestaties tijdens trainingssessies worden verbeterd.
Verdikking van de Hartspier. Een andere cruciale aanpassing die plaatsvindt in een sporthart is de verdikking van de hartspier. Door regelmatige training wordt de spierwand van het hart dikker en sterker. Deze verdikking maakt het hart krachtiger in het pompen van bloed met elke hartslag. Bovendien verbetert de toegenomen spiermassa de contractiliteit van het hart, wat resulteert in een efficiëntere bloedcirculatie door het lichaam, zelfs tijdens intensieve fysieke activiteit.
Veranderingen aan de Bloedvaten. Naast de aanpassingen in de hartkamers en de hartspier kunnen ook veranderingen in de bloedvaten worden waargenomen bij mensen met een sporthart. Het belangrijkste bloedvat van het hart kan breder worden, wat de totale bloedstroom en zuurstofvoorziening naar de spieren verbetert tijdens inspanning. Deze vergrote diameter van het bloedvat minimaliseert de weerstand tegen de bloedstroom, waardoor het hart efficiënter kan werken en de prestaties worden geoptimaliseerd tijdens sportieve activiteiten.
Mogelijke Bijgeluiden. Hoewel het sporthart over het algemeen geen symptomen veroorzaakt, kunnen er bij sommige atleten bijgeluiden met een stethoscoop worden gehoord. Deze bijgeluiden, zoals systolische ruis en extra hartgeluiden, kunnen worden veroorzaakt door subtiele afwijkingen in de hartkleppen als gevolg van de veranderingen in de hartstructuur. Hoewel deze geluiden meestal geen klinische betekenis hebben, dienen ze te worden opgemerkt tijdens medische evaluaties om mogelijke onderliggende problemen uit te sluiten.
Langzamere Hartslag. Een fascinerend kenmerk van het sporthart is de bradycardie, een langzamere hartslag die vaak wordt waargenomen bij getrainde atleten. Deze langzamere hartslag is een gevolg van de verbeterde efficiëntie van het hart, dat bij elke slag een groter volume bloed kan pompen. Als reactie hierop is er minder behoefte aan frequente hartslagen om de benodigde hoeveelheid bloed door het lichaam te transporteren. De bradycardie bij atleten is een normaal fysiologisch verschijnsel dat geen schadelijke effecten heeft en eerder getuigt van een goed aangepast en efficiënt functionerend hart.
Samenvatting
Het sporthart is het resultaat van het adaptieve vermogen van het menselijk lichaam om zich aan te passen aan de eisen van intensieve training. Deze aanpassingen, waaronder vergroting van de hartkamers, verdikking van de hartspier, veranderingen aan de bloedvaten, mogelijke bijgeluiden en een langzamere hartslag, dragen bij aan een verbeterde prestatie en gezondheid van getrainde atleten tijdens sportieve activiteiten. Het begrijpen van deze veranderingen is essentieel voor het waarborgen van een effectieve training en het monitoren van de cardiovasculaire gezondheid van atleten.
Take home message
Een sporthart ontwikkelt zich bij ongeveer 2% van de atleten na vele jaren intensieve training, met dagelijkse sessies van bijna een uur.
Wat is een sporthart? En wat is het verschil tussen een sporthart en een normaal hart?
Is een sporthart gezond? Hoe lang hou je een sporthart? En wat is een sportershart? Kortom, wat is precies een sporthart?
Het is een vergroot hart dat zich aanpast aan de hoge belasting van intensieve sport. Dit resulteert in vergrote pomp- en vulkamers, en een verdikte hartspier.
Ook kan het belangrijkste bloedvat breder worden.
Een sporthart heeft een efficiëntere bloedcirculatie, waardoor de hartslag lager kan worden.
Soms treden systolische ruis en extra hartgeluiden op als gevolg van problemen met hartkleppen of een gaatje in het hart, maar meestal zijn er geen symptomen.
Onderzoek wijst echter op een verhoogd risico op boezemfibrilleren bij duursporters.
De meeste veranderingen en bradycardie kunnen verminderen met verminderde training, maar tot 20% van de topatleten behoudt blijvende kamervergroting.
Over Diederik
Bronnen
Fagard, R. (2003). Athlete’s heart. Heart, 89(12), 1455-1461.
Prior, D. L., & La Gerche, A. (2012). The athlete’s heart. Heart, 98(12), 947-955.
Baggish, A. L., & Wood, M. J. (2011). Athlete’s heart and cardiovascular care of the athlete: scientific and clinical update. Circulation, 123(23), 2723-2735.